235 71 2MB
Dutch Pages [102] Year 1906
NYPL RESEARCH LIBRARIES
3 3433 01304983 2
Recap
U
C
BIJDRAGEN TOT EENE
Gorontalo'sche Spraakkunst SJART BEHASA GORONTALO. DOOR
J. BREUKINK . Controleur bij het Binnenlandsch Bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera , met verlof.
GEDRUKT VOOR REKENING VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- , LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH - INDIË .
' S -GRAVENHAGE.
MARTINUS NIJHOFF . 1906 .
TEEN
YEK
PUBLIC LIBRARY
457440 ASTOR , LENOX AND
TILDEN FOUNDATIONS. 1909
INLEIDING .
De afdeeling Gorontalo , gelegen in het centraal gedeelte van het
noordelijk schiereiland van Celebes, wordt bestuurd door een Assistent Resident met standplaats Gorontalo , en verdeeld in drie contrôle afdeelingen , onder controleurs met de standplaatsen Gorontalo , Limbotto en Soemalatta .
De geheele bevolking telt hoogstens 100000 zielen , en spreekt
haar eigen taal nl. de Gorontalo ’sche taal. Ondanks de Gouvernementsscholen is het opmerkelijk , dat de meeste Gorontalcezen geen Maleisch verstaan , laat staan spreken. De bevolking is grootendeels , althans in naam , Mohamedaansch. Hare opvatting omtrent godsdienstplichten is verre van streng. Alleen
op de Mohamedaansche feestdagen wordt het godsdienstig gevoel van den Gorontalees meer wakker. Toch weten de priesters, meestal
weinig geschoold , doch van goede afkomst, hun aanzien hoog te houden , evenals de districtshoofden , die bijna allen behooren tot de
afstammelingen van de oude vorstelijke families. Deze twee categorieën van personen beschouwen zich te behooren tot de bangsa (de aristocratie) in tegenstelling met de klasse van
den minderen man , die als nakomeling van de vroegere slaven van nature onderdanig is, weinig grond in eigendom bezit, en ook in kleeding verschilt.
De Gorontalees is zachtaardig van karakter, doch lui en onbe
zorgil in zijn levenswijze . Hij heeft zeer weinig behoeften en schikt zich geheel naar de omstandigheden . Hij weet , dat hij van zijn
eigen Hoofden niet veel heil te verwachten heeft , en durft zich veelal niet rechtstreeks te wenden tot den Europeeschen bestuurs
ambtenaar , daar de laatste zijn taal niet verstaat , en altijd een tolk noodig heeft om hem te begrijpen . Gorontalo is in alle opzichten een achterlijk land , waar de sporen
van reeds afgeschafte slavernij en onderdrukking nog duidelijk merk baar zijn .
Voortdurende leiding en strenge aansporing der bevolking tot
ontginning der tal van braakliggende gronden zal noodig zijn om dit land , dat zooveel goeds inhoudt, tot vruchtbaarheid en ontwik
keling te brengen .
6CDELES
457440
ASTOR , LENOX AND TILDEN FOUNDATIONS. R
1909
WANG
THE NEW YORK
PUBLIC LIBRARY
INLEIDING . De afdeeling Gorontalo , gelegen in het centraal gedeelte van het
voordelijk schiereiland van Celebes , wordt bestuurd door een Assistent Resident met standplaats Gorontalo , en verdeeld in drie contrôle afdeelingen , onder controleurs met de standplaatsen Gorontalo , Limbotto en Soemalatta . De geheele bevolking telt hoogstens 100000 zielen , en spreekt
haar eigen taal nl. de Gorontalo ’sche taal. Ondanks de Gouvernementsscholen
is het opmerkelijk , dat de
meeste Gorontalcezen geen Maleisch verstaan , laat staan spreken . De bevolking is grootendeels , althans in naam , Mohamedaansch .
Hare opvatting omtrent godsdienstplichten is verre van streng. Alleen op de Mohamedaansche feestdagen wordt het godsdienstig gevoel
van den Gorontalees meer wakker. Toch weten de priesters ,meestal weinig geschoold , doch van goede afkomst , hun aanzien hoog te houden , evenals de districtshoofden , die bijna allen behooren tot de
afstammelingen van de oude vorstelijke families. Deze twee categorieën van personen beschouwen zich te behooren tot de bangsa (de aristocratie) in tegenstelling met de klasse van
den minderen man , die als nakomeling van de vroegere slaven van nature onderdanig is , weinig grond in eigendom bezit, en ook in kleeding verschilt.
De Gorontalees is zachtaardig van karakter, doch lui en onbe zorgil in zijn levenswijze. Hij heeft zeer weinig behoeften en schikt
zich geheel naar de omstandigheden . Hij weet, dat hij van zijn eigen Hoofden niet veel heil te verwachten heeft, en durft zich veelal niet rechtstreeks te wenden tot den Europeeschen bestuurs
ambtenaar , daar de laatste zijn taal niet verstaat , en altijd een tolk noodig heeft om hem te begrijpen . Gorontalo is in alle opzichten een achterlijk land, waar de sporen van reeds afgeschafte slavernij en onderdrukking nog duidelijk merk baar zijn . Voortdurende leiding en strenge aansporing der bevolking tot
ontginning der tal van braakliggende gronden zal noodig zijn om dit land , dat zooveel goeds inhoudt, tot vruchtbaarheid en ontwik
keling te brengen .
Tegenwoordig worden de lste en 2de Districtshoofden allen van regeeringswege benoemd en ontslagen , en genieten zij een vaste
maandelijksche bezoldiging. Hunne ontwikkeling staat in de meeste gevallen bijzonder laag , en hun ambitie om de bevelen van de bestuurs
ambtenaren naar behooren te doen uitvoeren is dikwijls zeer gering. Daarom zal de eenige weg , om land en volk — tot nu toe ge bukt onder armoede, deels door eigen schuld , deels door clandestiene
onderdrukking der zoogenaamde bangsa – te helpen en op te beuren , deze zijn : „directe aanraking met de bevolking " , zoo noodig voor den Europeeschen bestuursambtenaar, die daartoe de Goronta
lo’sche taal dient te spreken en te verstaan. Aangezien er bij den Gorontalees zelf geen geschreven litteratuur bestaat, en er omtrent zijn taal weinig bekend is 1, heb ik gedu rende mijn verblijf als controleur te Limbotto mijn ledige uren besteed om zooveel mogelijk stof te verzamelen voor het samenstellen van een soort grammatica der Gorontalo 'sche taal, daarbij trouw geholpen door het toenmalige hoofd der Inlandsche school aldaar ,
met name Doenggio , aan wien ik hier openlijk mijn dank betuig .
In mijn verloftijd nu heb ik deze stof verwerkt tot een eenvoudige spraakkunst, die door de welwillendheid van het Bestuur van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land en Volkenkunde van wege
het Instituut zal worden uitgegeven. Met het publiceeren van deze gegevens omtrent de Gorontalo 'sche
taal, — van een volledige grammatica kan toch nog geen sprake zijn
— , heb
ik
geenszins de bedoeling gehad een proef te geven
van taalkundige kennis , of een belangrijke bijdrage te leveren voor
analogische taalstudiën. Mijn eenigste wensch is , dat deze handleiding voor de beoefening
der Gorontalo’sche taal in handen zal komen van ernstige lezers, die den wil bij zich dragen om de Gorontalo'sche taal te bestudeeren tot heil van land en volk. Eene vertaling in de Maleische taal, zooals deze op Noord Celebes
wordt verstaan , voegde ik er aan toe, omdat hierdoor in de meeste gevallen de afleiding gemakkelijker te begrijpen is, – en deze spraakkunst ook ter hand genomen kan worden door Inlandsche ambtenaren en handelaren van elders. J. BREUKINK. den Haag , 10 December 1905. 1 Hierbij mag echter niet vergeten worden Dr W . Joest. Das Holontalo , Glossar und Grammatische Skizze . Berlin , A . Asker & Co. 1883.
KLANKLEER .
ILMOE BOENJI BAHASA . .
HOOFDSTUK I.
Fatsal I.
Spelling en uitspraak.
hedja ’än dan sěboetan.
1. De Gorontalees houdt er 1. Orang Gorontalo tiada ber geen eigen letterschrift op na.Hij soeratan hoeroef. Adapoen hoeroef schrijft zijn taal met Latijnsche
Latijn , jang boleh dipergoenakan
karakters ; het alphabet wordt dalam bahasa Gorontalo , akan eenigzins gewijzigd. De taal is tetapi berobah sedikit, kabanjakan
zuiver vocalisch , rijk aan klinkers, hoeroef ilat dan sedikit hoeroef welke ook als dubbelvocalen ge- goendoel.
bruikt worden , en arm aan mede klinkers.
2 . De letters bestaan uit :
2 . iaitoe :
A . de klinkers a , e, i, o en oe.
A . hoeroef ilat a , e , i, o en oe.
B. de medeklinkers b , d , g ,
B . hoeroef goendoel b , d, g , h ,
h, j, k , l, m , n , p , 8 , t en w . j, k , l, m , n , p , 8 , t , dan w . C . samenvoeging van medeC . hoeroef kembar: dj, tj, ng , klinkers als: dj, tj , ng , dt, ndt, dt, ndt , mb dan ngg, jang djarang mb en ngg , welke weinig gebruikt dipakei. worden .
De laatste 4 samenvoegingen
Menoeroet boenji seboetannja,
kan men slechts metmoeite in de maka kadengaran soewatoe boenji
uitspraak hooren , en deze komen 0. a. voor in de woorden :
didjadjikan oleh doewa tiga hoe roef , dan hoeroefs itoe ditilik selakoe satoe hoeroef sadja , iäitoe.
dtoetoela
soengai.
rivier
dtila tong dtingingo omwanding
lidah .
dinding
mdtai ndtato
|} Gorontaleesche eigen nama orang Gorontalo .
ndtengo | namen endte zwart of blauw verven
taroem .
mbalo mbeë
Gorontaleesche eigenaam nama orang Gorontalo. blaten van een geit mengembek (soeara kambing).
himba
schaap tijd
tonggadoe langga
gezichtsbegoocheling tanggoelo naam toenggoedoe wandelstok
domba , biris. tempo . silap . nama. tongkat.
3. In de Gorontaleesche spel-
3. Padabehasa Gorontalo sekalis
ling treft men de r niet aan . Bij woorden met een r, die uit een andere taal in het Goronta leesch zijn overgenomen , verandert de r in l.
tiada kadapatan hoeroef r. Djika ada behasa asing , jang dipakei selakoe behasa Gorontalo , dan pada behasa asing itoe keda
patan hoeroef r , maka hoeroef itoe diganti dengan hoeroef l.
bijvoorbeeld :
saöem pama : Gorontalo .
hoelondalo
(Gorontalo )
loepa loti
(uiterlijk voorkomen)
roepa.
(brood)
roti. rame. koeboer.
lame
(drukte)
koeboeloe
(graf)
kadela
(stoel)
Alabi
(Arabisch )
kadera . Arab.
moela goeloe
(goedkoop)
moerah.
(onderwijzer)
gambele tolimo
(schilderij) (ontvangen )
goeroe. gambar. tarima.
doengoho
(hooren )
dengar.
lamba-lamba (kruiderijen bij een rijsttafel)
rampah -rampah . roesia . soekar.
vanasija
lahasija
(geheim )
toekali soekoeloe
(moeilijk ) (dankbaarheid )
Voorts verdient opmerking , dat
sjoekoer. -
Dan lagididalam behasa Goron
woorden met 8, dj en tj niet in talo ada beberapa perkataan, jang
de eigenlijke stamwoorden , doch kadapatan hoeroef 8 , dj dan tj. alleen in de uit andere talen over- Maka perkataan itoe boekan katas genomen woorden voorkomen .
asal, akan tetapi terpindjam dari behasa asing.
odelo :
bijvoorbeeld :
saöempama:
ja (als vrouwen antwoorden) saja (apabila perampoean dipanggil). vaboe
koe, rund
sapi.
omreden , omdat met opzet roerganger
sebab .
vemaäti (dtoemaäti) vrijdag
sengadja . djoeroemoedi. djoemaät.
eloeti (toeloeti)
sigaar
tjoeroet.
atja atjoe
vischtoespijs bijde rijsttafel belatjan , trasi.
gadja eloemoedi
ongebleekt Indisch katoen belatjoe. 4 . In de Gorontaleesche taal 4 . Menoeroet hal oetjapan be gebruikt men slechts woorden met hasa Gorontalo , maka tiadalah open lettergrepen . Zelfs de eind- kedapatan edjaän , jang mati.
lettergreep van een woord is altijd
S egala soekoe itoe kedjadian dari pada soekoe terboeka atau soekoe hidoep , baik soekoe awal,
open .
baik soekoe ditengah , baik soekoe
achir , artinja tiap soekoe adalah odelo : apoela bele bihoe
tertoetoep dengan hoeroef ilat. (a , e , i, o dan oe) saoempama : bijvoorbeeld : hond huis lip kokosnoot inhoudsmaat
bibir.
tolomo dalalo oloboe
mier weg
semoet . djalan.
karbouw
kerbau.
pipi.
bongo toepa
andjing. roemah .
kelapa. tjoepak.
poetongi
wang
hoewò-ö talala tojoengo
hoofdhaar
ramboet.
broek
wolihi
paal
tjelana. pajong tijang .
woewate
ijzer
běsī .
talaä
zilver
perak .
timohe lamboeto
tin
timah .
haar van dieren , haar boeloe.
hapato
verborgen blijft haar van menschen op boeloe.
parapluie
van menschen,dat de armen en beenen
8
5 . Bij woorden uit een andere
5 . Kalau ada behasa asing ,
taal met een gesloten lettergreep jang dipakei selakoe behasa Goron in hetGorontaleesch overgenomen, talo, dan djika behasa itoe soe verandert de gesloten lettergreep koenja tertoetoep , maka soekoe
in een open lettergreep door ach- itoe dihidoepkan , iaïtoe menam tervoeging van a, i, o of oe. bahi hoeroef a , i, o atawa oe. bijv.:
Oempama :
akali
binatangi
list kogel dier
sinapangi mariamoe
geweer kanon
koeboeloe
graf
kapali Mahamoedoe Iboerahima
schip
mariam . koeboer . kapal.
Mahmoed
Mahmoed .
Ibrahim controleur
Ibrahim . controleur.
boeloengi
kondtolo
6 . Bij het luisteren naar het spreken
akal. boeroeng . binatang.
sinapang.
6 . Adapoen menoeroet lagoe oetja
van een Gorontalees, pan (seboetan ) orang Gorontalo
hoort men duidelijk , dat de klin - maka tijaps hoeroef ilat itoe dibe kers in de open lettergrepen , lang en kort kunnen worden uitgesproken . Bij de lange uitspraak hooren wij twee a's, e's, i's, o's
dakan atas doewa bahagian , ia itoe: pandjang, dan pendek .. Hoeroef pandjang saperti kadja diän dari doewa hoeroef ; a pan
en oe's.
djang = aa, ē = ee , i = ii , o = 00 dan õe = oeoe.
Dit zal duidelijk worden door Hal ini boleh njata dalam kata de ondervolgende voorbeelden : dibawah ini. I. a bălă bătăö
omheining dom
bodok .
pagar.
huis
roemah .
tèté
kat
èë
zeeschelpen
hèle
garnaal
koetjing. bija . hoedang .
e bělé
¿ ïï bili
gereedschap om te wieden koedas (parang ketjil). jonge plantjes , bedorven ei bibit.
tili
o boeòjò pòòlò bòngò bòö oe toetoe oetoe
boeöeloe toeloe boehoe
gekruide visch bij de rijsttafel tjarmela . schelpen in het meer
kom hier ! kokosnoot baadje melk , borst
bija didalam telaga. mari doeloe !
kalapa. badjo . soesoe.
luis hert
koetoe. roesa .
vuur
api.
een soort van kleine boom
kajoe kambing.
of plant
Woorden met verschillende kort
Kata ' dengan berdjinis' hoeroef
uitgesproken klinkers , alsboven : pendek sebagai diatas : watingo
zout
garam .
malita oeponoela watopo
lombok , scherpe peper
tjabei rawět, ritja.
visch
ikan . atap.
doehi
stekel, graat
labija
dakbedekking sago
doeri. sago.
waölo
arenpalm
pokok aren , seho.
bohito doenoela
sagoeweer soort dakbedekking
gomoetoe, idjoeq.
hoeta botoe ambalo
grond
tanah .
steen
batoe .
puisten ,het gevolg van uitslag bobento .
toemoewoto halahadti
binnengaan zagen
baden molihoe motoeloehoe slapen hoeji nacht, 's nachts doelahoe dag , overdag doemodoepo 'smorgens leto
toeak .
masoeq.
gergadji. mandi.
tidoer. malam . sijang .
pagi', pagi hari.
zakdoek
tapo II. aa baaba
sapoe tangan . iets boven het vuur zetten taroeh apa' diatas api.
naana
vader moeder
taata
oudere, zuster
bapa. mama. kakak
aala
eet !
makanlah .
taanoelo
staartriem
kaapali taapo
schip leege padi paleis
tali ekor. kapal. maligai, astana.
rood
merah .
daar
maalihe ee meela
konga.
teeto teeja heengo leeto peëendta
hier
disana. disini.
wolk
awan .
beeleja
ongeluk
tjelaka.
één maal
satoe kali.
nest
sarang.
iï iimamoe
voorganger bij het Mo
imam .
biżhoe
hamedaansche gebed lip moeder
bibir.
wan
njiroe.
sprookje
dongeng .
lepel
sendoq. '
ja (van een meerdere
ija . 2
tiiloe tiïtihe piiloe titiżdoe 00 00ö
iboe.
tot een mindere) pooojo
stil – stil zijn
moohe
bang , bevreesd zien gaan
mooond to moolaö
oeoe boeoetoeloe
diam . takoet. melihat. pergi.
flesch
botol.
toeoetoeloe
koekjes
koewe tepong dengan goela .
boeloeoela
fontein , waterleiding
pantjoeran.
toeoetoewawoe gelijk sama, saroepa. hoeoeloede brug djambatan . 7. Deze lange klinkers komen 7. Adapoen hoeroef ilat pan echter alleen voor in de eerste djang tjoema terdapat pada soekoe en middel-lettergreep , nooit in awal dan soekoe ditengah , tiada 1 (oähoe
kooklepel
sendoq masaq).
2 (éjāhoe
ja (van een mindere tot een meerdere)
saja , patik ).
ja meerdere min
11
de laatste. De klemtoon valt der- pernah pada soekoe achir. Sa halve in het Gorontaleesch nooit soenggoehuja pada beberapa asal
op de laatste lettergreep . Alleen kata maka soekoe achir itoe bo bij een aanroep , of bevel kan de leh mendjadi pandjang , djikalau
laatste lettergreep van een stam - kata itoe ditilik saperti kata se woord lang worden , mits het roehan atau soeroehan , akan tetapi
voorafgegaan of gevolgd wordt dimoeka atau dibelakang perkataän door een ander woord , bijv .
itoe haroeslah ditaroeh laïn per
kataän oemp.; eto
ongeluk
ailoleetaa ami lanaa poolo
Ons is een ongeluk overkomen !
tjelaka. Soedah bertjelaka kami!
kom eerst hier, mama
mari doeloe mama !
ima
nemen
ambil.
mawamoelomaoo olaöloo
neem gij ook ga ook
engkau ambil djoega ! pergi djoega !
8. Al hooren wij bij de uit-
8. Maka sedang hoeroef ilat
spraak schijnbaar twee klinkers , doewa kadengaran , maka tiap toch zullen wij ze eenvoudig als hoeroef itoe ditoelis sekali sadja ,
lange klinkers in tegenstelling met akan tetapi diatas tiap hoeroef korte klinkers beschouwen , en pandjang itoe ditaroeh soewatoe ze voorstellen door een streepje tanda garis 6 ) jani: aa men boven de ā , ē , i, Ō en õē.
djadi ā , ee = ē, ii = ī, 00 = 7 en oeoe = õē.
ati oeālo dādāta
liefde
kasihan .
eten (substantivum )
makanan .
veel
banjak.
ēëla oetēlo 1
pas op , denk er aan
ingat'.
vrouwelijk van vogels
betina.
bilīnga
bamboe
boeloeh .
polīja mobõloe
volg hier
ikoet disiui. bersin .
motolianga
snotteren liefhebben
moboelota
om beurten
dtoelohoewa
klacht
berkasih 'an. bergantian. pengadoeän.
1 (oetēlo staat tegenover oebanggé, alleen van tweevoetige dieren . oebanggé = djantan (binatang , jang berkaki doewa). bilango vrouwelijk van viervoetige dieren betina daribinatang , berkaki ampat.
oelani mannelijk
om
taboea vrouwelijk van menschen talolaï mannelijk
djantan , perampoean .
lakis.
,
HOOFDSTUK II .
FATSAL II.
VOOR - EN ACHTERVOEGSELS.
AWALAN EN ACHIRAN .
A . Voorvoegsels. Deze zijn zeer talrijk en spelen in
de Gorontaleesche taal een
. A . Awalan .
Awalan didalam behasa goron talo ada banjak sekali dan banjak
groote rol. Zij worden geplaatst bergoena boewat atoeran perka
vóór de stamwoorden — , en geven
taän. Djika awalan ditaroeh di
dan aan het woord de verschil- moeka kata asalmaka artinja men lende beteekenissen , zooals hier-
onder zal blijken . ..
djadi laïn , saperti dinjatakan di bawah ini.
1. ma.
1 . Het voorvoegsel ma. Het voorvoegsel ma dient om
1. Awalan in a . Djika awalan ma itoe diboe
den volmaakt verleden tijd uit te boeh dimoeka kata bekerdja ,maka drukken , en heeft de beteekenis itoe menoendjoek bahoea peker van reeds, al. odelo : mahilama (hama)
matiloemeteö (teo ) mapilotoetoe (toetoe)
djaän itoe soedah laloe.
bijvoorbeeld : reeds genomen " weggeloopen 1
gezoogd
saoempama :
soedah diambil. 1 Il
lari. diperanakan,soe
dah di beri soesoe. madtilelo (dtelo ) madtiletohoe (dhetohoe) mapilohoetoe (po -hoetoe)
matali (tali) mapilotali (potali) mailonggomo (onggomo)
gebracht geladen gemaakt
y
soedah dibawa. dimoeatkan . diboewat. dibeli.
gekocht
1
verkocht
i,
in iemandsmacht zijn
didjoewal.
1
digenggam .
13
nawilaöepo (waöepo )
reeds gevat geroepen verbannen gestolen
natilijango (tijango) patilapi (tapi) natilaö (tāö ) natilanggoewa (tanggoewa)
is de weg afgezet
nadilini (dini)
tegengehouden
la pilopotoewoto (popo -toewoto)
binnengebracht weggejaagd
lapilopolahi (polahi) iadtilihima (dtihima)
gevat
latilaöebe (taöebe)
gesloten
ahiloeö (hoeö) atilahoe (tahoe) apilijaäto (pijaäto )
geopend opgeborgen in deboom geklommen den berg beklommen ontvangen verbrand
atilaödoe (taödoe) aïlohoeta (ohoeta )
apiloboe (poboe) 1
Loija hilimboea : Wadala māhilama māhilama wadala
soedah ditangkap. dipanggil. diboewang. ditjoeri.
dipeleh . ditegahkan. dimasoekan .
dioesir. dipegang. ditoetoep . diboeka. disimpan. dipandjat. didaki. diterima. dibakar.
Korte zinnen : Kata' pendek : Het paard is reeds genomen . i koeda soedah diambil. reeds is het paard genomen. soedah diambil koeda .
Tete matiloemeteo Matiloemeteö tete
De kat is reeds weggeloopen . | Koetjing soedah lari. weggeloopen is de kat. soedah lari koetjing.
1 Hoewel niet afzonderlijk behandeld , komen in de Gorontaleesche taalook infixen voor.
Deze bestaan uit : 1° il, (ilo) bij verbale stamwoorden om het passief te vormen bijv. : mohama mohilama modelo modilelo
halen .
het wordt gehaald . brengen .
het wordt gebracht.
2° oem :
teteo toemeteo
vlucht.
lajahoe
vluchten . zeil.
loemajahoe
zeilen .
_ _
14
mijn kind is reeds gezoogd. anakoe soedah disoesoeï. reeds gezoogd is mijn kind. soedah disoesoeï anakoe. de rijst is reeds gebracht.
Walaöe māpilotoetoe Māpilotoetoe walaöe
Tapoelopale mādtilelo
beras soedah dibawa.
Mādtilelo tapoelopale 1 reeds is gebracht de rijst. soedah dibawa beras.
de rotan is reeds geladen. Hoetija mādtiletohoe i rotan soedah dimoeatkan . geladen is reeds de rotan.
Madtiletohoe hoetija
soedah dimoeatkan rotan .
2 .Het voorvoegselma geplaatst
2. Adapoen kata nama jang
voor een zelfstandig naamwoord , soedah mendapat awalan ma, itoe
drukt uitden toestand , waarin iets menuendjoek , bahoewa kaädaän gekomen is , waarop dat zelfstandig naamwoord betrekking heeft.
barang , jang dikatakan , itoe soe dah menjaroepaï kaädaän , jang
ditoendjoek oleh asal kata itoe. odelo :
mābongo māhoeta mātaloehoe Loija hilimboeä :
Mābongo oengolai bojito
Māhoeta oehè aöedoelijo Mātaloehoe oeto sipa botija
bijv. :
saoempama :
reeds klapper geworden soedah kelapa. al grond al water
1
tanah . ajer.
korte zinnen : Kata ' pendek : Die tros is reeds vol klappers. Soedah kelapa tangkai itoe. Het is reeds grond , waarin gegraven wordt.
Soedah tanah jang digali. reeds is er water in deze pijp .
1 Soedah ajer didalam pipa ini. 3. Het voorvoegsel ma bij 3. Adapoen kata nama tempat , wijze van voorzetsel geplaatst voor jang soedah mendapat awalan ma, plaatsnamen , beteekent, dat de itoe menoendjoek , bahoewa orang reiziger bijna die plaats bereikt dalam perdjalanan (pelajaran ) soe heeft , of reeds op die plaats is dah hampir atau soedah tiba pada tempat , jang dikaḥendak . aangekomen.
15 odelo :
saoempama :
bijvoorbeeld :
mā Limoetoe dicht bij, of reeds te Limbotto hampir,atau soedah di Limbotto . Menado. " „ Menado mā Moeladoe , Kwandaug 1 „ Kwandang. mā Oewanengo
Loija hilim boeä : Ma Limoetoe oeööndto boti
kata 'pendek :
korte zinnen :
reeds Limbotto , hetgeen zichtbaar is. soedah Limbotto , jang kalihatan ini. reeds te Limbotto hier.
Ma Limoetoe oetija
soedah Limbotto ini.
Mā Moladoe oetimota
daar ligt reeds Menado (het doel der reis). soedah Menado itoe disana.
hier is reeds Menado. Mā Moladoe oetija soedah Menado ini. Ma Oewanengo oewito
dat is Kwandang reeds. soedah Kwandang itoe .
Ma Oewanengo oetija
dit is of hier is Kwandang. soedah Kwandang ini.
4 . Ma, geplaatst voor bij. 4 . Awalan ma ditaroeh dimoeka voegelijke naamwoorden , drukt kata sifat menoendjoek , bahoe
den toestand uit , waarin het in wa barang , jang dikatakan itoe, den zin betrekkelijk onderwerp gekomen is. Odelo : Mābili potita bojito Mābijodoe hoengo loöjile botija
telah mendjadi sa bagai kata sifat.
bijv. :
saöem pama :
reeds bedorven is dat ei. I soedah boesoek telor itoe. reeds half rijp is deze mangga. ' l soedah mangkal boewah mangga ini. dit is reeds de warme tijd .
Māpatõe li oetija
soedah moesim panas ini. Māhoehoelo li oetija
dit is reeds het koude jaargetijde.
soedah moesim dingin ini. Māöedaä himba bojito
reeds groot is dat schaap. soedah besar domba itoe.
16 reeds klein is deze jonge aanplant.
Māöekiki bili botije
soedah ketjil bibit ini. i middelmatig groot geworden is dit paard . soedah sedang besarnja koeda ini..
Māmoboeto wadala botije
reeds tam of mak is zijn hert. Māloewamo boeöeloelijo
| soedah djinak roesanja. zijn karbouw is wild geworden . karbonja soedah lijar.
Mālinggelo oloboelijo
het is reeds nacht.
Māhoeji oetija
soedah malam ini.
Mādoelahoe oetija
het is reeds dag. soedah sijang ini. dapper geworden is uw kind . soedah berani anakmoe. bang geworden is uw broeder .
Māboeheli walaöemoe Māpoenako (māmohe) woetatoemoe
soedah takoet soedaramoe.
reeds geel is uw baadje. Mālalahoe boömoe soedah koening badjomoe.
reeds rood is uw oog. Māmela matamoe soedah merah matamoe.
zwart geworden is het lichaam van uw kind. Māmojito wawaö walaöemoe soedah hitam badan anakmoe.
groen zijn de blaren van dezen boom . Mājido doengo ajoe botija soedah hidjo daoen kajoe ini.
5 . Het voorvoegselmageplaatst
5 . Awalan ma , ditaroeh di
voor sommige woorden , dient moeka beberapa perkataan me om er een speciale nadruk op te noendjoek perkataän itoe dibi leggen , hetgeen duidelijk zal tjarakan dengan koewat. Itoelah
worden
uit onderstaande voor- mendjadi njata dibawah ini.
beelden .
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
ik , ik ben het geweest
soedah akoe(soedah kita ).
Mawaöe Mā ämi
wij
Mā watija
ik (nederig )
( en geen ander) soedah kami.
saja -hamba, patik .
17
Mājio
gij
(en geen ander
māito
māitoēja mātimongoli matimongolijo
soedah engkau . 1
toean .
U , hooge heer
1
toean hamba.
U lieden Zij lieden
1 kamoe. ,
» marika itoe. 1 ada.
mātonoe
Het is er niet Het is er reeds Waar is het reeds
mātéja
hier is het
!
dimana . disini.
mātéto
dáár is het
mādīlalo
Niet meer willen reeds willen
I
disitoe. tiada maoe.
✓
maoe.
mādtijāloe măwoloewo
māmohoeto
loijahilimboeä : korte zinnen : Māwaoë tā modelo bindte
1
tiada.
kata pendek : Ik heb de miloe gebracht. Soedah akoe , jang membawa miloe.
Māämi ta monga ila
wij hebben de rijst opgegeten . soedah kami, jang memakan nasi.
Māwatija tā modelo botoe
Mājiö ta mongaöedé ali Māito ta momajali koeli Māitoēja tā mowali olongia.
ik heb de steenen gebracht. soedah saja , jang membawa batoe. gij graaft de put. soedah engkau , jang meuggali parigi. U betaalt de koelis. soedah toewan , jang membajar koeli. . U , hooge heer, zult koning worden . Soedah toeanhanba , jang mendjadi radja. | Ulieden wordt het opgedragen .
Mātimongoli tā ahoelalijo. Soedah kamoe, jang akan disoeroeh .
Mātimongolijo tai lotaö wadala.
Mādtijāloe wadalaöe tēja . Màwoloewo tipijo ilahoelaöe. Mātònoe wondtoewoöe teto ?
Zijlieden hebben het paard gestolen . Soedah marika itoe, jang mentjoeri koeda.
mijn paard is niet hier. soedah tiada koedakoe disini. ik heb het reeds een oppasser gelast. Soedah ada opas , jang akoe soeroeh.
Waar is mijn hoed daar? . I Soedah dimana toedoengkoe disitoe?
18
Hier is het goed , dat ik slaap.
Māteja oemopijohé potoeloeheöe. | Soedah disini tempat jang baik koetidoeri. daar is de plaats,dat gij muscaat moet planten .
Mātēto oepomoelowamoe lopala . | soedah disitoe tempat engkau tanamkan pala. Ik wil niet meer stelen .
Mādtilaö watija motāö.
Soedah tiada maoe saja mentjoeri. Hij wil reeds school gaan . Māmohoeto tijo motikola .
Ia soedah maoe masoek sekolah. II. mo.
l. Het voorvoegsel mo geplaatst . Djika awalan mo itoe di voor een werkwoord geeft aan , boeboeh dimoeka kata bekerdja , dat het werk nog niet begonuen , maka itoe menoeudjoek , bahoewa
of reeds begonnen doch nog niet pekerdjaän belom atau tengah di lakoekan .
geëindigd is.
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
motali
koopen
membeli.
mololòhoe
zoeken openen , wekken
mentjari.
momoeö motaö modelo modtoelohoe
motijango.
stelen brengen
inem boeka , membangoenkan. mentjoeri.
aanklagen .
membawa. mengadoe.
roepen.
memanggil.
Tibāba ohilawo motali wolo
Woetatoe hè mololohoe olemoe Timāna he momoeö hoeheboe
Vader zou iets willen koopen. Papa soeka beli apa'. Mijn broeder is bezig U te zoeken . Soedarakoe ada mentjari dikau . Moeder is bezig de deur open te maken. Mama ada memboeka pintoe . Moeder is bezig mijn broer wakker te maken.
Timāna he momoeö woetatoe
Mama ada membangoenkan soedarakoe. Ali is bezig kippen te stelen . Tai Ali he motaö maloeö
Ali ada mentjoeri ajam .
Ti pijo modelo toeladoe
De oppasser brengt een brief. Opas membawa soerat.
19
Ti Aisa modtoelohoe oli woeleja
Aisa brengt een klacht bij den Marsaoleh .
Tijalaäpoeloe motiango oli pijo
Aisa mengadoe pada toean Marsaoleh . de walaäpoeloe roept een oppasser .
Walaäpoeloe memanggil opas.
2 . Het voorvoegsel mo ge-
2. Awalan mo dimoeka kata
plaatst voor sommige bijvoegelijke sifat menoendjoek kaädaan barang naamwoorden
van hoedanigheid
salakoe kata sifat itoe.
drukt den toestand uit , waarin het betrekkelijk onderwerp verkeert. odelo :
bijvoorbeeld :
lingohoe
saoempama :
gemoek .
dik
paard is dikgěmoek wadalamoe molingöhoe 1} uw koedamoe ada . . hata
savimoe mohata lotolo
mager
koeroes.
uw koe is mager. | sapimoe ada koeroes. sterk
koewat.
uw vader is sterk. papamoe ada koewat.
tijamamoe molotolo zwak
lemah .
wawaöemo m o loeöjo !
badanmoe ada lemah .
loeöjo
laïto toheöe molaïto
uw lichaam is zwak .
helder brandend terang menjala . 1 mijn lamp brandt helder ofis helder.
l lampoekoe ada terang. a balo lui (van dieren) malas (dipakei pada binatang) . wadalalijo moäbalo 1 mijn paard is lui. I koedakoe ada malas. zoet wolingo manis. i zoet is dat suikerriet. mowolingo patode bojito ada manis teboe itoe. wolito maloe. verlegen molīto woetatoemo olaöe í! verlegen is uw broeder tegen mij.
ada maloe soedaramoe padakoe. i lui, van menschen (malas pada inanoesia ) = landingalo.
20
III. mai.
1.Het voorvoegselmai — (mai
l. Maka awalan mai (dengan
is geen eigenlijk voorvoegsel , en
artinja marilah ) jang diboeboeh
heeft de kracht van het Maleische dimoeka kata bekerdja bertaäloek mari. Het komtechter alleen voor itoe , menoendjoek bahoea pe bij verbale woorden , en nooit als kerdjaän itoe disoeroeh herdjakan een zelfstandig woord ; van daar, dan orang jang disoeroeh ada
dat mai onder de voorvoegselsberdiri sedikit djaoh daripada wordt behandeld , doch niet wordt orang , jang menjoeroeh .
verbonden aan het volgendewoord ) - geplaatstvoor een overgankelijk werkwoord geeftaan degebiedende
wijs , echter bevindt zich de last gever op eenigen afstand van den persoon , die gelast wordt.
odelo : delowa
bijvoorbeeld : brengen
saoempama : bawa.
Oppasser ! kom hier en breng den brief.
Pijo ! mai delowa toeladoe Opas ! datang bawa soerat. waneli
wegjagen
oesir .
Ali , kom hier en jaag dien hond weg.
Ali !mai waneli apoela bojito dtoetoewa
neerleggen
Ali , datang oesir andjing itoe . taroeh .
Moesa ! mai dtoetoewa doji , Moesa , kom hier en leg het geld op tafel. Moesa ! datang taroeh doeit dimedja.
tomedja
tapila
wegwerpen
Baboe ! mai tapila poepoeto
boeang .
Baboe kom hier en werp het gras weg . Baboe ! datang boeang roempoet.
lolohoe
zoeken
tjari. Doeloetoeli ! mai lolohe 1 pena , Schrijver , zoek hier eens een pen . tēja
1 Djoeroetoelis , datang tjari penna disini.
waoepo vangen tangkap Igilita ! mai wa o epa maloeä , Igris , kom die kip eens vangen . bojito ! . . i Igris ! datang tangkap ajam itoe. 1 Waarom de uitgang oe verandert in e heb ik niet kunnen nagaan , waarschijnlijk voor de euphonie .
toeboe koken Koki ! mai toeboewa peponoela to depoela .
masak .
Koki ! kom hier en ga de visch in dekeuken koken . Koki! datang masak ikan didapoer.
pindjam . Goelo ! mai boeloti boekoe li , Meester , leen het boek van Moesa . boeloto
leenen
Moesa
Goeroe ! datang pindjam kitabnja Moesa .
panggil . tijango roepen Mandoeloe ! mai tija nga woe- 1 Mandoer , kom en roep uw broer hier.
tatoema botija
Mandoer, datang panggil soedaramoe ini.
IV. po. 1. Het voorvoegsel po ge-
1. Adapoen awalan po, jang
plaatst voor werkwoorden geeft de diboeboeh dimoeka kata peker beteekenis van ge moet, wilt
djaän itoe , adalah roepa ' ertinja
ge, ook wel dienende om , jani sabagai njata dalam katas
hetgeen duidelijk zal worden uit dibawah ini: onderstaande voorbeelden :
potali (tali) podaha (daha) polahi (lahi) polaö (laö)
wilt ge verkoopen ? ge moet bewaken
maoe djoewal. disoeroeh mendjagaï.
weggejaagd, je moetweggaan divesir.
disoeroeh pergi. je moet gaan je moet dragen , dienende disoeroeh pakei. pomake (pake) ! om gedragen te worden akan di pakei. disoeroeh mengisi. moet vullenvullen poloewango ( toewango ) je dienende tot akan diisikan. disoeroeh marah . poëndtelo (endtelo) je moet boos zijn disoeroeh mengadjoek . poloeöedoe (toeöede) je moet nabootsen disoeroeh potong . je moet slachten pongoloto (oloto) pongolotā (oloto) om te dienen bij het slachten akan dipakei padamemotong. podtoehengo 1 om te vermeerderen akan dipakei pada menambah . (dtoehengo ) je moet vermeerderen disoeroeh menambah. ge moet naaien disoeroeh mendjahit. podeto (deto) wat dient om te naaien akan dipakei padamendjahit. pomaï (pai) poboeloto (boeloto)
je moet werpen disoeroeh melempar. wat dient om mede te werpen akan dipakei pada melempar ge moet leenen disoeroeh memindjam .
22
loïja hilimboeä
korte zinnen
katas pendek.
Ali, wilt gij die sagoeweer verkoopen . Ali! Potali bohito bojito ? Ali , maoe djoewal sagoeweer itoe. Oemara , morgen bewaakt gij (moet gij
Oemala ! Lomboe jiö podahailengioë
bewaken ) mijn tuin .
I Oemara , besoeq engkau mendjaga kebonkoe. Oesman , ga weg uit dit huis. Oetoemani! Polahi jiö tobele botij Oesman , pergi dari roemah ini. , je moet naar Gorontalo gaan. Pijo ! Polaö jio ode hoelondtalo 1 Oppasser Opas! pergi engkau ka Gorontalo .
Noni! Pomake jiö lodtilomango
Non , ge moet zijde dragen. Noni! pakeilah olehmoe soetra . zijde dient om gedragen te worden door Non .
Dtilomango pomake li Noni
soetra akan dipakei oleh Noni. Baboe! Lomboe jio poloewango alangoeloewa
Dtoejoengo poloewango ala ngoeloewa
Baboe, morgen moet ge het kussen opvullen . Baboe besoeq engkau mengisi bantal. Kapok wordt gebruikt bij het opvullen van kussens.
Kapok dipakei pada mengisikan bantal.
niet boos op mij, papa ! Dila poëndtelo to watija ti baba ✓ Wees Djangan marah pada saja , papa ! Oemala ! dila poloeöedoe olijamamoe he molohidoe. Oemara ge moet niet mededoen (medezingen) met uw vader , als deze bezig is te zingen . Oemara , djangan ikoet (mengadoeh) bapamoe lagi bernjanji. Pongoloto boeöeloe jiö , ngonoe i gij moet het hert overmorgen slachten . 1 Potong roesa engkau loesa . Pito botije pongolota boeöeloe ngonoe
dit mes dient om overmorgen het hert te slachten .
| Piso ini dipakei pada memotong roesa, loesa .
Podtoehengo loepijā waloe jiö totawalimoe omo-omoloe , alihoe wadala bojito mawohioe mai olemoe.
Ge moet uw bod van onlangs met 8 gulden vermeerderen , opdat het paard door mij aan u gegeven kan worden.
Tambah lagi 8 roepiah engkau pada penawaranmoe kapan hari, sopaja koeda itoe akan koeberi padamoe.
23
Doji botija mapodtoehingā doji lowoetatoemo.
Dit geld dient om bij het geld van uw broer gedaan te worden. Wang ini akan ditambahkan pada wang soedaramoe.
Baboe ! Podetoe boö jiö ngoma
baboe , naai uw baadje over overmorgen.
Baboe , mendjahit badjomoe toela . .
deze naald dient tot het naaien (door de Doedētoe botija , podetoe li baboe) van het baadje overovermorgen . baboe boö ngoma djaroem ini akan dipakei mendjahit oleh
baboe , toela . | Ali, je moet het eens probeeren naar Ali, wondtali jio pomaï I mangga's in mijn tuin te werpen . ojile toilengioë Ali , tjoba engkau lempar mangga di kebonkoe. dit hout wordt door Ali gebruikt om naar Ajoe botije pomaï lai Ali mangga's in mijn tuin te werpen.
ojile toïlengioë
| kajoe ini akan dipakei pada melempar oleh Ali mangga di kebonkoe. Ali, je moet maar het paard van uw
Wondtali jiö Ali, poboe loto wadala olijamamoe
vader trachten te leenen . Tjoba engkau , Ali, memindjam koeda papamoe.
2. Voor sommige zelfstandige 2 . Djikalan kata nama menda naamwoorden geplaatst , heeft het patawalan po, maka kata itoemen voorvoegsel po dezelfde beteekenis djadi kata pekerdjaän dan awalan als bij werkwoorden. po pada kata ' itoe sama halnja de
ngan awalan po pada kata be kerdja . odelo :
bijv . :
saoempana :
pohoenggoeli [woeng- / ge moet eens vertellen
woenggoeli =
disoeroeh mentjeriterakan hikajat, verhaal. om makan pinang pinang te eten; ;tempat pinangdoos. pomana ( pinang = mama ]1} gelast disoeroeh pinang . goeli ]
pola poe ſtapoe atau tjapoe , om te tjappen , ge moet stempelen . = tjap = zegel podoeä [doä = gebed ]
akan ditjapoekan pada, disoeroeh mentjap.
gelast te bidden , om te bidden . Jisoeroeh mendoeä , akan didoäkan pada .
24
Loija hilimboea .
Kata pendek . ( ge moet den Atjèh oorlog vertellen . Wondtali jiö pohoenggoeli ) | Tjoba engkau mentjeriterakan peperangan Korte zinnen .
lopopateja to Atje di Atjēh.
Womboeöe, pohamai po - | mijn klein kind , neem de sirihdoos. 1 tjoetjoekoe ! ambilkan tempat sirih .
mana
NB. Andere zelfstandige naam -
Lain kata nama dan segala kata
woorden , en alle bijvoegelijke sifat tiada boleh mendapat awa naamwoorden kunnen nooit het lan po.
voorvoegsel po bij zich hebben . V. 0.
1. Het voorvoegsel o geplaatst
. Adapoen awalan 0 , jang
voor werkwoorden geeft de betee - diboeboeh dimoeka kata bekerdja, kenis van „kunt gell, wanneer menoendjoek bahoea orang atau ge wordt , vormt dus zoowel eeu barang boleh atau dapat , atau
vragende als lijdende zin , bijv .: kena pekerdjaän , saoempama: hama = nemen , vangen , ambil , tangkap.
Joetoepoe, ohamamoe , Joesoef kunt gij dit paard vangen ? wadala bojito ?
1 Joesoef, engkau boleh tangkap koeda itoe ? taö = stelen = tjoeri.
Ali ! otaöwamoe kajini li toeani hijilade bojito ? Ali, kunt gij de kain van mijnheer , die daar te drogen hangt, stelen ?
Ali, engkau boleh tjoeri toean ampoenja kain , terdjemoer itoe ? boöelo = strikken = djerat. Igilisa ! oboöelamoe batade li imamoe toilēngi bojito ? Igeris, kunt gij de geit van den onderpriester in dien tuin strikken ? Igeris , engkau boleh djerat kambing imam dikebon itoe ?
paï = werpen = lempar. Woē walaoë, opaijamoe maloea tēlo teteteteö bojito ? Hei, mijn kind , kunt gij die kip gooien , die daar wegloopt ?
Hei anakoe, boleh dapat dilempar olehmoe ajam betina berlari itoe ?
25
tijango = roepen = panggil.
Oetoe ! wonoe deöe jiö otianga lijamamoe , molaö ode Hoelondtalo , lāto mai polele olaöe. Oesoe , wanneer gij geroepen wordt door uw vader naar Gorontalo
te gaan , geef mij dan vlug kennis. . Oesoe, kalau engkau dapat dipanggil oleh papamoe pergi ka Goron talo , lekas datang beritahoe padakoe. .
dtoetoewa = neerleggen = lệtak.
Miöe ! wonoe odtoetoewamoe to medja dojimoe boti mātandtoe hama lota woe. Miöe, wanneer gij mijn geld hier op de tafel legt, dan wordt het
voorzeker weggenomen.' Miöe, kalau engkau dapat letakkan dimedja wangmoe ini, soedah tentoe akan diambil orang .
lihoe = baden , wasschen = mandi. Taoedaä ! wonoe olihoewamoe palimoe botija , mātandtoe hoeä moloeli.
Kamponghoofd , wanneer gij deze uwe wonde wascht, dan zal zij zeker vlug genezen . Kapalakampong ! kalau dapat engkau mandikan loekamoe ini, soedah tentoe lekas djadi baik .
toeboe = koken = masaq . Koki! wonoe lato otoeboewamoe ilā botija , donggo öalaöe. Kokki, als gij vlug deze rijst kunt kooken , dan krijg ik nog eten . Koki! kalau lekas engkau dapat memasaq nasi ini , akoe dapat makan lagi.
owanela (wanelo )
weggejaagd . 1 dapat dikedjar. bewaakt.
odahawa (daha)
dapat didjaga . odetoema (detoe)
genaaid .
dapat didjahit. odtoengga (dtoengga)
ontmoeten. dapat ketemoe.
olapoeta (la poeto )
ondeugend gemaakt worden. dapat dinakalkan.
geleerd kunnen worden . vādjalija (adjali)
i dapat diadjari.
ohoeöwa (hoeö)
I dapat diboeka.
geopend kunnen worden .
2 . Het voorvoegsel o , geplaatst 2. Kalau awalan o diboeboeh voor zelfstandige naamwoorden , dimoeka katas nama maka ertinja
geeft de beteekenis van hebben , mempoenjaï , javi sama dengan bezitten .
awalan „ber , didalam behasa Ma lajoe. odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
| Een tafel hebben , bezitten .
ömedja (medja) Mempoenjaï medja . De onderwijzer bezit één tafel. Goeroe mempoenjaï medja satoe .
Tigoeloe omedja toewawoe
a poela = hond = andjing, De schrijver is in het bezit van 2 teefjes. Tidoeloetoeli öäpoela bilango doe-! Djoeroetoelis mempoenjaï andjing betina doewa ekor.
loewo
bele = huis = roemah. De marsaoleh heeft een mooi huis.
Ti woeleja öbele mopiohoe.
Į Toean marsaoleh mempoenjaï roemah endah .
ilēngi = tuin = kebon . De walaäpoeloe heeft veel tuinen . Tijalaäpoeloe oïlēngi dādāta
Toean walaäpoeloe mempoenjaïkebon banjak. doji = geld = doewit , wang. Moesa heeft 20 gulden aan geld .
Tai Moeta ödoji doelo poeloetalaä Si Moesa mempoenjaï wang doewa poeloe roepiah.
tete = kat = koetjing.
; Wij hebben drie katten . Ami ötete moheloe totoloe Kami mempoenjaï koetjing tiga ekor.
ali = put = parigi. Ilengioë oāli botoe toewawoe
| Mijn tuin heeft een steenen put.
1 Kebonkoe mempoenjaż perigi batoe sěboewah .
27 ngongoto = ziekte = penjakit. De baboe heeft pijn (een ziekte aan de) aan haar voet . Tibaboe öngongoto to oäto Baboe mempoenjaï penjakit di kaki. talala = broek = tjelana.
Degene, die op mijn paard past , heeft
Tabijabijahe wadalaöe bö otalala wopato
slechts 4 broeken . Jang memeliharakan koedakoe tjoema ber tjelana ampat halei.
etango = gesp = pending . Tideleöe oētangā toewawoe matos lo indtani. Mijn vrouw heeft een gesp met diamanten ingelegd . Isterikoe berpending satoe , bermata intěn .
popadeö = ploeg = padjikoe atau loekoe. Toewangolipoe bojito bo opopadeöf De kamponglieden hebben slechts 5 ploegen. limo Anaq bala tjoema berpadjiko lima.
oeponoela = visch = ikan . Watija. dila. põepongela, loboelale 1 Ik heb geen visch uit het meer. | Saja tiada berikan telaga. oeälo = eten = makanan . Malo doehoeji ti nāna dtija oöealo ; eleponoe bo bindte ngobotoe
dijaloe . Reeds 2 dagen heeft moeder geen eten , zelfs geen korrel mais.
Soedah doewa hari mama tiada bermakanan , maskipoen sebidji miloe tiada. Maliama ! jiö ti dila öpoloeloetoebe ?
Mariam , hebt gij geen plaats voor de gloeiende asch .
Mariam ! engkau ini tiada bertempat bara. Pangimba lo wātija dila italoehoe. Mijn sawah heeft geen water. Sawah saja tiada berajer.
Tamotoetoeboewa! ilā botija dila öwatingo. Kok , dit eten is zonder zout. Koki, makanan ini tiada bergaram .
28
Jongosi ! tai Ali dila otoeboeloïla hē potali lijo ? Jongen , zijn er bij Ali geen kruiderijen te koop ? Jongos , Ali tiada berampah', jang didjoewal? Watija öäjoe podtiä wolomo boehoe. Ik heb zes bossen brandhout.
Saja berkajoe api enam ikat.
Ti doeloetoeli ömangiti mēla ngõboetoeli. De schrijver (klerk) heeft een flesch roode inkt. Djoeroetoelis bertintah merah satoe botol. Tatoïlēngi öloetoe ngotopi. De menschen in den tuin hebben een tros rijpe pisang. Orang dikebon berpisang masak satoe sisir.
3. Het voorvoegsel o komtook
1. Maka di antara kata ' sifat
voor sommige bijvoegelijkenaam - ada djoega, jang boleh ditam woorden , en het samengestelde bahi awalan o , maka ertinja mem woord krijgt dan de beteekenis poenjaï kaädaän . van een werkwoord van hoedanig
heid , o. a. in den toestand ver keeren van de oorspronkelijke in
het bijvoegelijk naamwoord aan gegeven hoedanigheid . odelo :
bijv. :
patoe
warm
opatoe
het warm hebben
hoehoelo
koud
ohoehoelo
koud zijn
tilango
helder
oemp. : panas menaroh
)
mempoenjai panas. dingin menaroh
otilango loija hilimboeä
helder zijn k orte zinnen
mempoenjai: { dingin. terang .
menaroh terang. kata pendek .
Tātohoelolā bojito opatoe totidelomo.
Die zieke man is warm op zijn lichaam . Orang sakit itoe menaroh panas dalam badannja.
29
Tailodoenggā loënggengā tobele bojito donggo ohoehoelo todelomo wawaijo. Een cholera lijder in dat huis is nog koud van lichaam . Orang kena sakit taoen diroemah itoe, ada menaroh dingin lagi
dalam badannja . Pototobeja litoewani tohoelondtalo otilangā mopijohoe. De lampen van de Europeanen te Gorontalo branden mooi helder. Lampoe toean di Gorontalo menaroh terang , jang amat bagoes. VI. popo .
l. Het voorvoegsel popo ge1 . Adapoen awalan popo di plaatst voor werkwoorden is de moeka kata ' bekerdja , itoe me reduplicatie van po en dient alleen noendjoek bahoewa pekerdjaän tot versterking van den imperatief. itoe hendaq dilakoekan.
odelo :
bijv. :
saoempama :
popoteteä (teteö — loopen — lari).
Ali ! popoteteä wadalaöe bojito todalaloe. Ali, laat mijn paard hier op den weg draven .
Ali ! kasih lari koedakoe itoe didjalan . popodengeta (dengeto — bijten — gigit)
Oetoe , popodengeta apoelaöe toboeöeloe . Oesoe , laat mijn hond het hert bijten . Oesoe ! kasih gigit andjingkoe pada roesa. popotoewota (toewoto — binnengaan — masoek ). Pijo ! popotoewota kalatili bojito ode toetoepa. Oppasser , breng dien gestrafte in de gevangenis.
Opas, kasih masoeq orang hoekoeman itoe ka pendjara . popoloewala (mai) (loewalo — er uit buiten komen – kaloear). Pijo ! popoloewalamaï kalatili ejingodtijë modoehehē dalalo. Oppasser, laat dien gestrafte van zooeven naar buiten om den weg schoon te maken . Opas, kasih kaloewar orang hoekoeman tadi pada mentjoetjikan djalan .
30
popotopoewa (topoe — hasardspelen — main djoedji). Nāna ! dila popotopoewa walaöema wali jali bojito .
Mama, laat uw jongste kind daar niet dobbelen . Mama , djangan kasih maindjoedi anakmoe, jang bongsoe itoe. popowinggila (winggila — wegjagen — oesir).
Pijo ! popowinggila mai tā hipoöewola todepoelaöe. Oppasser, jaag de menschen , welke in mijn keuken twisten , weg .
Opas, oesirkan orang berbantah di dapoerkoe.
popotoelade (toeladoe — schrijven — toelis). Wonoe tohilandto goeloe, popotoelade lo mao toda poetali walaö watija boti. . .
Zoo de onderwijzer wil, schrijf dan ook eens in het schrijfboek van mijn kind hier. Kalau goeroe soeka , toeliskan djoega didafter anak saja ini. popodetohe (detohoe – opladen — moeat). Koeli, popodetohe jingondtijē damahoe to hoetoengoe. Koeli, stapel vandaag mijn gom in het pakhuis op. Koeli , moewatkan ini hari damarkoe digoedang. popobalata (balato — rollen , doen liggen — goeling).
Isihaka ! popobalata tatohoelola bojito ; dilā popohoeloä, alihoe dila mohoeli majango matolijo .
Isihaka, laat dien zieke liggen , laat hem niet opzitten , opdat (zijn oogen niet zullen draaien ), hij niet duizelig worde. Isihaka , kasih goeling orang sakit itoe , djangan kasih doedoek , sopaja djangan djadi poesing matanja. 2 . Het voorvoegsel popo , ge-
2 . Kata sifat boleh djoega di
plaatst voor sommige bijvoegelijke boeboeh awalan popo dan artinja
naamwoorden , geeft de gebiedende „kasih . wijs van het werkwoord aan , dat
van dat bijvoegelijke naamwoord is afgeleid .
31
odelo :
bijv. :
oemp.:
popohajaä (hajaö — lang — pandjang). Taöedaä ! popohajaä odetilajo belemoe. Kamponghoofd , verleng uw huis naar het noorden (in noordelijke
richting). Kapala kampong, kasih pandjang kaoetara roemahmoe. popolimboeä (limboeö — verkort — ringkas). Oetoemani, popolimboeä loïjamoe, alihoe dila motātālawa. Oesman , verkort uw gesprek , opdat er niets verkeerds gezegd wordt. Oesman , ringkaskan bitjaramoe , sopaja djangan djadi tersalah . popoboelawahe — (boelawahoe - dwars — lintang). Male ! dila popoboelawahe to dalalo wolihi tilalimoe olango bojito.
Male ! ge moet den balk , dien gij gisteren gekocht hebt , niet dwars. over den weg leggen . Male ! djangan kasih melintang didjalan tijang , jang engkau beli kalamarin .
popolanggata — (langgato — hoog — tinggi). Midoe ! dila popolanggata batanga tota ngopohija , alihoe jiö dila. mowali ojingowa lota woe.
Midoe , stel je niet boven andere menschen , opdat zij niet boos op •
u zullen zijn .
Midoe, djangan tinggikan dirimoe daripada lain orang , sopaja engkau djangan dimarahi orang. popolotola — (lotolo —- sterk — koewat).
Woē ëjãoë, popolotola lo m ai batangaoë botija , alihoe māmoöwali mopéhoemā oëālo lo walaoë. O God , sterke mij, opdat ik weer eten kan gaan zoeken voor .
mijn kind. Ja , Allah , koewatkanlah dirikoe ini, sopaja soedah boleh pada
mentjahari makanan anakoe. popolaita — (laito — gelijk een vlam
— njala ).
Koki, popolaita toeloe to depoela .
Kok , maak vuur in de keuken aan. Koki, kasih menjala api didapoer. ·
32
popolaminga — (lamingo — ver — djaoeh ),
Oetoe , popolaminga maö oemohoetode to bele botija , alihoe dila mowali ngongoto . Oesoe, verwijder alles , wat stinkt uit dit huis , opdat er geen ziekte ontstaat.
Desoe, djaoehkanlah , jang ada berbaoe boesoek di roemah ini, sopaja djangan mengadakan penjakit. VII. ilo.
1. Het voorvoegsel ilo bij
1 . Adapoen awalan ilo dalam
werkwoorden geeft het verleden kata ' bekerdja itoe sama halnja deelwoord aan. dengan mter , dalam bahasa Ma lajoe. odelo :
bijv.:
saoempama :
ilowaöepa (waoepo — vatten — tangkap). Wadala lolahi ilowaoepa li pijo . Een paard op hol werd door een oppasser gegrepen.
Koeda lari tertangkap oleh opas. ilopateja (pateja — slaan — poekoel). Walaï imamoe , ilopateja lowātija lohoetija .
Het kind van den Imam (geestelijke ) is door mij met een rotan geslagen.
Anak Imam terpoekoel oleh saja dengan rotan.
iloboelota (boeloto — leenen — pindjam ). Doji libāba iloboelota lināna , pilotali lijo ätetela Het geld van vader, geleend door mijn moeder , gebruikte zij om een soort aardappelen te koopen .
Wang papa, terpindjam oleh iboe saja , dipakeinja membeli katela. ilopaïja (païja — werpen — lempar).
Boji hēmonga bindte toïlengi li baba , ilopaïja lijo lototoboeö . Terwijl het varken aan het mais eten was in den tuin van mijn
vader , werd het getroffen door hem met een lans. Babi, jang ada memakan miloe dikebon bapa saja , terkena olehnja dengan toembak.
33
ilodedeä (dedeä — trekken , sleepen — hela ). Hoetijandto to delomo ajoe , ilodedeä lotawolo wāteja ode toko mai.
Uw rotan in het bosch wordt door mijn lieden naar de toko ge sleept. Rotan toean didalam hoetan, terhela oleh orang saja ka toko. ilolapoeta (lapoeta — lastig , ondeugend — nakal). Walaöndto hē molihoe, ilolapoeta lowaliï goeloe .
Uw kind werd onder het baden lastig gevallen door het kind van den onderwijzer.
Anak toewan , jang ada mandi, ternakal oleh anaknja goeroe . ilohoeäjade (hoeäjade — werpen , storten — boewang). Taloehē toewa-toewangā togindti, ilohoeäjade li baboe to depoela. Het water in de waterkruik werd door de meid in de keuken weg gegooid . Ajer terisi digendi, terboewang oleh baboe didapoer. ilotahoewa (tahoe – opbergen — simpan ).
Male ! ilotahoewamoe to öe tonoe doji lohiöemai toölemoe ölango ? Male , waar is het geld door U opgeborgen , dat ik U gisteren ge geven heb ?
Male , tersimpan olehmoe dimana wang , jang koeberikan padamoe kalamarin ?
ilotalija (tali — koopen — beli). Aida ! omoömoloe ilotalijamoe maloeā boti ? Aida ! wanneer is deze kip door U gekocht?
Aida, waktoe mana terbeli olehmoe ajam ini? 2 . Het voorvoegsel ilo bij som 2 . Maka awalan ilo pada be mige zelfstandige naamwoorden berapa kata ' nama menoendjoek ,
heeft de beteekenis van reeds ver- bahoea barang orang soedah men krijgen , reeds aanleggen enz. , dapat apa' atawa soedah djadi
zooals uit de onderstaande voor- kapoenjaän sendiri, saperti dite rangkan dibawah ini. beelden zal blijken.
34
odelo :
bijv. :
saoempama :
ilo bele botoe (bele botoe – steenen huis — roemah batoe ). Tijamo lowatija ilobele batoe ngowali to Hoelondtalo . Mijn vader heeft één steenen huis te Gorontalo gebouwd. .
Papa saja soedah menaroh saboewah roemah batoe di Gorontalo . ilo bele wawohoe (bele wawohoe - bamboehuis — roemah boeloeh). Ti boepoe ilo bele wawohoe doelowale.
Grootvader heeft 2 bamboehuisjes opgericht. Tete saja soedah menaroh roemah boeloeh doewa boewah. ilo bele doepi (bele doepi — houten huis — roemah papan ). Tinene ilo bele doepi towoelo wale .
Grootmoeder heeft drie houten huizen gebouwd. Nene saja soedah menaroh roemah papan tiga boewah.
ilo patali (patali — marktloods — pasarloods). De mai mata Marsaoleh titibawa Oeno van Gobel , wawoe bolo
Limoetoe ilopatali mopijohoe. Ten tijde Oeno van Gobel Marsaoleh van Tibawa is, heeft Limbotto eerst een mooie marktloods gekregen. Pada masa Marsaoleh Tibawa Oeno van Gobel, baharoe Limbotto
mendapat pasar jang baik .
ilowadala (wadala — paard — koeda). Taji Moeta bo ilowadala bilango doeloewo.
Si Moesa heeft slechts in zijn bezit 2 merries. Si Moesa tjoema menaroh ·koeda betina doewa ekor. ilo kadela — (kadela — stoel — krossi atau kadera). Ti goeloe bo ilokadela wawoe medja , wahoe dila ölamali.
De onderwijzer heeft slechts stoelen en tafels in gebruik , doch geen kasten . . Goeroe tjoema menaroh kadera dan medja , dan tiada berlamari.
iloilēngi — (ilēngi — tuiu — kebon). Tāöedaä lo Pone iloïlēngi lopatodoe towawoe to hoeidoe.
Het dorpshoofd van Pone heeft een suikerriettuin in het gebergte aangelegd. Kapala kampong Poneada menaroh kebon teboe seboewah di goenoeng.
35
3 . Het voorvoegsel ilo bij de 3. Maka kata sifat, jang me bijvoegelijke naamwoorden , die noendjoek warna, boleh di boe een kleur aangeven , beteekent, boehi awalan ilo dan itoe artinja
dat iets reeds met die kleur is soeda di .. . . kan. geverfd .
odelo :
bijv .:
saoempama :
ilolalahe — (lalahoe - geel -- koening).
Apota mopoeti bojito , ilolalahe lowātija lo alawahoe. Dit witte garen is door mij met koenjit (een kleurstof) geel geverfd . Benang, jang poetih itoe, soedah dikoeningkan oleh saja dengan koenjit. · ilowitoma — (witomo — zwart — hitam ).
Wolihi lo bele bojito ilowitoma lo telé. De stijlen van dat huis zijn met teer zwart geverfd . Tijang roemah itoe soedah di hitamkan dengan tēr.
ilowidoewa — (widoe — groen — hidjo).
Boö li Amina ilowidoewa to katoemba. Het baadje van Amina is met kasoemba groen geverfd . Badjoe Amina soedah dihidjokan dengan kasoemba.
ilowelama — (mēla — rood — merah). Leto lowatija ilowelama lokatoemba mela olango. Mijn zakdoek is gisteren met roode katoemba gekleurd .
Sapo tangan (lenso) saja soedah di merahkan dengan katoemba merah kalamarin . VIII. lo .
1. Het voorvoegsel lo vormt
1. Adapoen awalan lo pada
bij werkwoorden den onvolmaakt kata ' bekerdja itoe menoendjoek , verleden tijd .
odelo : :
bahoewa perkerdjaän itoe soedah dilakoekan .
bijvoorbeeld :
saoempama:
lotali (tali — koopen — beli). Soepoe ! lotali wolo wiö (jiö ) olango topatali ?
Soepoe, wat kocht gij gisteren op de markt ? Soepoel membeli apa engkau kalamarin dipasar?
36
lopotali (potali — verkoopen — djoewal). Adamoe, lopotali lolo jiö malo towoe lohoeji topatali lo Dehoe walolo ? Adam , wat verkocht gij nu al drie dagen op demarkt Defoewalolo ?
Adam , mendjoewal apa engkau soedah tiga hari di pasar Dehoe walolo ?
lopoähoe (poähoe - bevelen — soeroeh ). Timboēï lopoähoe oli bāba mota lotali oeponoela to boelalo. Boki. (voorname vrouw ) gelastte mijn vader om
visch aan het
meer te gaan koopen. Boki menjoeroeh bapa saja pergi membeli ikan ditasik. . lomate (pate — dooden — boenoeh).
Tãoëdaä lomate apoela bijongo mohelo doelowo to kamboengoe lijo. . Het dorpshoofd doodde twee dolle honden in zijn kampong. Kapala kampong memboenoeh andjing gila doewa ekor di kam pongnja.
lomaï (paï — wegwerpen — lempar). Tāoekekēingo lomaï ajile ligoeloe to bihoe boetaijo .
De kinderen gooiden de manggavruchten van den onderwijzer aan den kant van de rivier weg.
Anaks melempar boewah mangganja goeroe dipinggir ajer soengai. lolonggalo (longgalo – omverwerpen — rombak).
Oloboe li bapoe lolonggalā bala lihatibi. De kerbau van mijn grootvader maakte de pager 'van den dorps
geestelijke stuk. Kerbau tete saja merombak pagarnja kasisi. lobos
loboelotā (boeloto — leenen — pindjam ). Watija loboelotā doji ngokowali toöli landto .
Ik leende één kwartje bij uw moeder. Saja memindjam wang satoe tali pada mama toean. us
lolihoe (lihoe — baden — mandi). Woewatoö wātija lolihoe totaloe mopatoe diloe -diloe modoepadaä.
Mijn stiefkind baadde van ochtend vroeg bij de warme bron . Anak tiri saja soedah mandi di ajer panas pagir sekali.
37
lõlāö (lāö — loopen — berdjalan ). Pohõētata lihatibi lolaö ode oewanengo toenoehoe olango wawoe
dila opati.
De neef van den dorpsgeestelijke ging eergisteren naar Kwandang zonder pas. Soedara sapoepoe dari kasisi soedah pergi ka Kwandang kalamarin dehoeloe dan tiada berpas.
· lomilohe (milohoe — zien — melihat). Ohoeji ami lomilohē padongge to kamboengoe lo Ajoemela . Gisteren avond zagen wij ronggeng (dansen) in kampong Kajoemerah . Tadi malam kami melihat ronggeng dikampong Kajoemerah.
2 . Het voorvoegsel lo geplaatst
2 . Kalau kata nama mendapat
voor zelfstandige naamwoorden awalan 10, maka kata itoe men vormt den onvolmaakt verleden djadilah kata bekerdja jang me
tijd van de daarvan afgeleide nentoekan werkwoorden .
bahoewa pekerdjaän
itoe soedah laloe.
bijvoorbeeld : saoempana : lomēngi (mēngi (ilēngi)) (ilēngi — tuin — kebon).
odelo :
Totāwoenoe dilēhe lēja woetatoe mohoehoela lomēngi tohoeïdoe.
In het vorige jaar had mijn oudste broeder een tuin in het gebergte. Pada tahoen laloe soedarakoe jang toewa , berkebon digoenoeng . logoeloe (goeloe -- onderwijzer — goeroe ). Taji Dawoeda logoeloe oepotaölijo maloeö toölai Moetijala tokam boengoe lo Hoenggaloewa. Si Daoed leerde de kunst om kippen te stelen bij Moetiala in kampong Hoengkaloewa .
Si Daoed bergoeroe ilmoe mentjoeri ajam pada Moetijala dikampong Hoengkaloewa.
lohoeni (hoeni — bijwijf — goendik ). Otoetoe jiö , ilodoengoheoë lohoeni tawalaï Mina to kamboengoe lo Datahoe ? Is het waar, ik heb gehoord , dat gij buiten echt leefdet met het meisje Mina in kampong Datahoe ? Benarkah , akoe dengar engkau bergoendik pada anaknja Mina dikam pong · Datahoe ?
38
lobala (bala — omheining — pagar). Olāngo waoë lobala ilēngioe tohoeïdoe.
Gisteren omheinde ik mijn tuin in het gebergte. Kalamarin akoe memagari kebonkoe di goenoeng.
lotohe (tohe — lamp — lampoe). Ohoeji waoë bo lotohe lodamahoe , sababoelijo waoë dila odoji potali : winoelo hoeta , mijalo winoelo bongo , mijalo winoelo bindtalo .
Gisterenavond maakte ik maar een lamp van hars , want ik had geen geld om petroleum , of klapperolie of djarakolie te koopen. Tadi malam akoe berlampoe damar sadja , sebab akoe tiada berwang akan beli minjak tanah atau minjak kelapa atau minjak djarak. 3. Het voorvoegsel lo geplaatst
3 . Maka kata nama pekakas
voor namen van werktuigen en dan beberapa daripada nama ba sommige andere woorden betee. rang , djika mendapat awalan lo , kent ons voorzetsel „met .. maka itoe menoendjoek bahoewa pekakas atau barang itoe dipakei pada melakoekan pekerdjaän. odelo :
bijv . :
saoempama:
lobitoeö (bitoeo — kris — keris). Taji late bojito biletoeijo lobitoeö to ombongo.
Die doode is met een kris in de buik gestoken . Orang , jang mati itoe, ditikam dengan keris diperoet. lopito (pito — mes — piso). Doengo lambi bojito ililitijo lopito li jongoti. Die pisangblaren werden door den jongen met een mes in reepen gesneden .
Daoen pisang itoe diïris dengan pisau oleh djongos. lotoemala (toemala — zwaard — pedang). Oloboe laji Ali pilondto-dtijo lotoemala . De kerbau van Ali werd door hem geslacht met een zwaard (grootmes). Kerbau si Ali dipotonguja dengan pedang.
lopindtalo — (pindtalo — touw — gomoetoe). Beleoë bilohoeti pani lopindtalo . Mijn huis werd door den aannemer met gomoetoe gebonden. Roemahkoe diïkat oleh toekang dengan tali gomoetoe.
39 loboelingo — (boelingo — bijl — kapak atau temakau).
Ajoe podtiā toilēngioë mabilotaijo loboelingo.
Het brandhout in mijn tuin werd gehakt met een bijl. Kajoe api dikebonkoe soedah dibelah dengan kapak. lohoetija — (hoetija — rotan — rotan).
Apoela bijongā bojito wiloembadelijo lohoetijo . Die dolle hond werd met een rotan geslagen . Andjing gila itoe dipoekoel dengan rotan.
lodoedeto — (doedeto — naald — djaroem . Oätaji Ali mata -matango matiloboeijo (tiloenggiijo) lodoedeto olanga
mohoe mohoelonoe.
De opgezwollen voet van Ali is gisteren middag met een naald doorgeprikt. Kaki Ali , jang bengkok , soedah ditjoetjoek dengan djaroem kala
marin tengah hari. lotoenggade — (toenggoedoe — stok — tongkat). Jilongola walaoë mawiloembademoe lotoenggade toloenggongo ?
Waarom hebt gij mijn kind met een stok op het hoofd geslagen ? -Apa sebab , anakkoe soedah dipoekoel olehmoe dengan tongkat di kapala ? lobotoe — (botoe — steen — batoe). Olango tooë watija tihoetihoelā tohoeloede, debolo oema pilaïmaji lotawoe lobotoe.
Gisteren , toen ik op de brug stond , werd ik plotseling door iemand met een steen geworpen.
Kalamarin , tatkala saja berdiri didjambatan , tiba ' dilempar orang dengan batoe.
lomangiti — (mangiti — inkt — tinta). Wadala lolawātija hoeli- hoeli topadengo matiloeladtijo lomangiti li doeloetoeli. Mijn paarden , die op de vlakte losliepen , zijn door den schrijver
met inkt opgeschreven . Koeda saja terlepas dipadang soedah ditoelis dengan tinta oleh djoeroetoelis.
40
IX . lolo. 1 . Het voorvoegsel lolo bij
1. Kalau kata pekerdjaän dapat.
een werkwoord beteekent, dat de awalan lolo maka itoe menoen handeling zich dikwijls herhaalt. djoek bahoewasoewatoe pekerdjaän
soedah laloe dan djadi beroelangs (djalan selaloe). odelo :
bijv. : saoempama: lolotaöwa — (taöwa — stelen — mentjoeri). Tooë watija dònggo lai kikingo, wambaö lolotaöwa. Toen ik nog jong was , ging ik altijd stelen .
Samantara saja masih (lagi) ketjil, selaloe mentjoeri'.
lolowiloema — (wiloema — drinken — minoem ). Jilongola tijamamoe wambaö lolawiloema bohito toboengo lowaölo ? Waarom drinkt uw vader altijd weer sagoweer bij den arenboom ? Apa sebab papamoe tjoema selaloe minoem toewak di pohon seho (aren) ? lolotoeboewa — (toeboewa — koken — masak).
Tikoki wambaö lolotoeboewa ila olāngo.
De keukenmeid kookte gisteren maar altijd door rijst. Koki tjoema selaloe masak nasi kalamarin .
loloāla — (āla — eten — makan ). Olango watija wambaö loloāla hoengo laäjoe .
Gisteren heb ik maar aldoor vruchten gegeten . Kalamarin saja tjoema salaloe makané boewahs an.
lololaöwa — (laöwa — wandelen — berdjalan). Woe walaoë ! jilongola jiö boti wambaö lololaöwalo wawoe dila toetoe mohoeto moloeladoe ?
Hé, mijn kind , waarom loopt ge maar aldoor op straat, en wilt gij heelemaal niet schrijven ? He, anakoe , apa sebab engkau ini tjoema selaloe berdjalan dan tiada sekalis mahoe menoelis.
41
lolojitehe — (jitehe — spelen — main ). Tai Igilita , ilendtela lijamolijo , sebaboelijo tijo wambaö lolojitohé, tooë tilolalijomaö ode patali. Igris kreeg een uitbrander van zijn vader , omdat hij altijd op de markt bleef spelen . Si Igiris, dimarahi bapanja sebabnja dia tjoema selaloe bermain samantara ditinggalkannja di pasar. lolotoelade — (toelade — schrijven — toelis). Ohoeji tidoeloetoeli , wambaö lolotoelade dapoetali lohatili.
Gisterenavond schreef de Inlandsche schrijver altijd maar door aan de belastingcohieren. Tadi malam djoeroetoelis tjoema selaloe menoelis daftar hasil.
loloboelota — (boelota — leenen — pindjam ). Ali ! jilongola jiö boti wambaö loloboelota wadala lowalaoë? Ali, waarom leent gij maar altijd het paard van mijn zoon ?
Ali, apa sebab engkau ini tjoema selaloe memindjam koeda anakoe? lolotoeloehe — (toeloehe — slapen — tidoer). Loloija tai Moeta towalaijo talolaï: jilongola jiö boti bowambaö
lolotoeloehe ; dila hoelindta maö modoedehē bindte toïlēngi. Moesa sprak tot zijn zoon : waarom slaapt ge maar altijd zonder de mais aanplant te gaan schoonmaken. Maka kata Si Moesa pada anaknja laki', apa sebab engkau ini tjoema selaloe tidoers, tiada soedah pergi mentjoetji miloe dikebon.
loloìija — (iïja — lachen — tertawa). Tā doelahoe , jilongola jio boti bowambaö loloiïja totaloe lotādādāta . Meisje , waarom lacht gij maar altijd in het bijzijn van de menschen.
Perampoean moeda, apa sebab engkau ini tjoema selaloe tertawa' dihadapan orang banjak. 2 . Het voorvoegsel lolo treft 2 . Maka katas nama barang men nooit bij zelfstandige naam - tiada bijasa diboeboeh awalan lolo . woorden aan . Bij sommige bij- Maka kata sifatmenoendjoek warna
voegelijke naamwoorden van hoe- boleh djoega diboeboeh awalan danigheid vormt dit voorvoegsel het afgeleide werkwoord met de beteekenis van een herhaling der handeling.
lolo , inaka awalan lolo dalam kata ini sama djoega artinja dengan awalan lolo dalam kata bekerdja . (selaloe).
42
odelo : bijv. : saoempama : Ti Malijama wambaö lolowidoewa boö tohoelalo poewata . Mariam kleurde haar baadje altijd maar groen in de vastenmaand. Mariam tjoema selaloe menghidjoekan badjoenja pada boelan poewasa .
Olango ti Maimoena wambaö lolowitoma kambaja lilolijo .
;
erven van va Gisteren was Maimoena maar steeds aan het zwart verven het n
was
bna
garen van haar moeder. Kalamarin Maimoena tjoema selaloe menghitamkan benang iboenja . Ti nana laji Ali wambaö lolowelama tonoelahoe lohoewali liboe
|
lajindtiti lại.
De moeder van Ali verfde maar altijd door rood de versierselen in de kamer van den bruidegom . Mama si Ali tjoema selaloe memerahkan perhiasan dikamar pe
nganten laki .
Tijom boeli Aïta wambaö lololalahe boö lota monika. De grootmoeder van Aisa verfde altijd geel de kleêren voor de bruidsparen . Nene Aisa tjoema selaloe mengoeningkan badjoe dari orang hendaq kawin .
1 . ngo. 1 . Het voorvoegsel ngo ge-
1. Adapan awalan ngo boleh
plaatst voor met po samengestelde diboeboeh pada katas bekerdja , werkwoorden , heeft de beteekenis
jang soedah mendapat awalan po ,
van juist genoeg om te . . . . .
artinja sekali tjoekoep pada. . . . .
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
tali — potali — ngopotali.
Tai Moete bo odoji ngopotali oïalo to doelahe botija . Si Moesa heeft slechts geld juist genoeg om eten te koopen voor den dag van heden . Si Moesa tjoema berwang , sekali tjoekoep pada membeli makanan ini hari.
toeboe — potoeboe — ngopotoeboe. Toeboeloïla bojito bo ngopotoeboe to doelahe botije.
43
Die kruiderijen zijn slechts genoeg om van daag van te koken.
Rempah ' itoe tjoema sekali tjoekoep pada memasak ini hari. lihoe — polihoe — ngopolihoe. Taloehe bojito bo ngopolihoe luwalaoë. Dat water is slechts juist genoeg om te baden voor mijn kind . Ajer itoe tjoema sekali tjoekoep dimandikan oleh anakoe.
2 . Het voorvoegsel ngo wordt
2 . Awalan ngo boleh djoega
ook gebruikt bij sommige zelf- diboeboeh di moeka kata nama standige naamwoorden , en geeft dengan artinja banjaknja , saperti
dan aan een hoeveelheid , zooals terseboet dibawah ini. hieronder zal blijken .
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama:
ngowadala — een paarden vracht — barang apa termoeat pada saekor koeda.
ngomedja — een tafel vol
„ terletak penoeh diatas satoe medja .
ngoboelotoe — een laadprauw vol ngotoko — een winkel vol , ngobolinggo — een aarden vaas vol ,
.
, termoeat dalam satoe prahoe . terisi penoeh dalam satoe toko. terisi penoeh dalam satoe tempajan.
loija hilimboeä — korte zinnen — kata pendek. Olango watija leï depita ojile ngowadala ode olibaba. Gisteren gelastte ik een paardenvracht mangga's aan vader te brengen . Kalamarin
saja
soeroeh
hantar mangga
moeatan
saëkor koeda
kapada bapa .
Tobele lijalaäpoeloe ohoengolaäjoe ngomedja . In het huis van den walaäpoeloe (onderdistrictshoofd ) was een tafel vol vruchten. Diroemah toean Walaäpoeloeh ada boewah’an satoe medja . Topātali majito oöeponoela ngoboelotoe. Op de pasar was één prauw met visch . Di pasar ada ikan moeatan saboewah prahoe.
To Hoelondtalo majito otopi ngotoko. Te Gorontalo is een toko vol met genever.
Di Gorontalo ada sopi satoe toko.
44
To watija majito hoela wa ngobolinggo.
Ik heb een tempajan met goud . Pada saja ada emas penoeh satoe tempajan . 3 . Het voorvoegsel ngo wordt
3 . Awalan ngo boleh djoega
soms ook geplaatst voor bijvoe- diboeboeh dimoeka kata gelijke naamwoorden , en geeft dengan artinja oekoeran.
sifat
dan een maat aan .
ngohajao ngotanggalo ngolanggato
over de geheele lengte
sapandjang.
over de breedte
salebar. satinggi.
zoo hoog als
Ngohajaö ilēngi bojito pilomoelowa lijo lo patodoe. Over dien geheelen tuin werd door hem suikerriet geplant. Sapandjang kebon itoe ditanaminja teboe.
Hoewali bojito ngotanggalolomaö lo bele . Die kamer is zoo breed als het huis. ' Bilik itoe salebar dengan roemah.
Bele lai Ali ngolanggato bongo.
Het huis van Ali is zoo hoog als een klapperboom . Roemah si Ali satinggi pohon kelapa. 4 . Het voorvoegsel ngo kan
4 . Kata ' bilangan moelai dari
ook voor telwoorden van af 1000 seriboe boleh djoega diboeboeh geplaatst worden .
awalan ngo. odelo :
ngoliho — 1000. ngolihoe wawoe toewawoe — 1001. ngolihoe wawoe mohetoeto — 1100.
ngolakita – 10000. ngomalijonoe — 1000000. Bongo li nāna ngolihoe lobotoe. De klappers van moeder zijn duizend stuks of Moeder heeft duizend klappers.
Kelapa mama ada seriboe bidji.
45
Ngomalijonoe jito debolilijomaö ngolihoe lolihoe. Een millioen beteekent duizend maal duizend. Sejoeta artinja seriboe-riboe. B . De voornaamste voorvoegB . Awalan , jang pertama dan sels zijn hierboven behandeld . salaloe dipakei soedah terseboet In de Gorontaleesche taal kan
diatas ini.
echter aan een woord , voorzien Akan tetapi didalam behasa met een voorvoegsel , nog een Gorontalo adapoen tiap kata , jang ander voorvoegsel toegevoegd soedah mendapat barangawalan , worden , waardoor de beteekenis
boleh lagi diboeboeh awalan lain
dimoekanja sampei artinja sedikit Deze samengestelde voorvoegsels berobah .
eenigszins verandert.
zullen wij in 5 groepen verdee-
Maka awalan , jang dimikian boleh kita bedakan atas lima ba
len 0 . a .:
hagian , ia-itoe : I (8).
mamo — mamai — mapo — malo -- maö — mapopo — mailo — mango .
II (4 ) mopo — moö — mololo — mongo .
III (5 ). maimo — maipo — maiö — mailo – mailolo .
IV (2). loö –
lololo .
v (8) mamaimo — mamaimopo — mamaiilo — mamaipo — mamaiö –
mamaipopo — mamailo — mamailolo . Ι
Nº 11. mamo. . 1 . Het voorvoegsel mamo bijl . Adapoen awalan mamo, werkwoorden geeft aan , dat de jang diboeboeh dimoeka kata handeling reeds zal afloopen. bekerdja , itoe menoendjoek ba hoewa pekerdjaän itoe soedah hen dak dilakoekan .
46 odelo : : māmohama māmotaö māmolaö māmomake māmotoeö mamoloeloeto
bijv .: reeds zullen nemen
saoempama :
soedah hendak ambil.
1
stelen
mentjoeri.
" 1
loopen gebruiken
berdjalan .
braken wrijven sterven
moentah . tergosok.
mamodelo mamodtoetoe
brengen
membawa.
ophouden
berhenti.
mamongakoe mamolihoe
bekennen baden zingen
mengakoe.
mamomate
mamolohidoe mamodetohoe
1
mamotoetoe mamodaha
ll
opladen bevallen be
"
waken
"
2.Het voorvoegselmamo wordt
berpakei. mati.
mandi. menjanji. bermoeat. beranak. mendjaga.
2. Kata nama tiada biasa di
nooit geplaatst voor zelfstandige boeboeh awalan mamo, maka naamwoorden , wel voor sommige beberapa diantara kata sifat bo
bijvoegelijke naamwoorden , en be- . lehlah diboeboeh awalan mamo, teekent dan reeds. dengan artinja soedah . odelo :
mamolalahoe mamēla (mamomela ) mamotilango
mamodtiölomo mamoloeöjo
bijv . reeds geel 1 I I l
rood helder donker zwak
saoempama :
soedah koening . merah . terang.
gelap. 1
lemah .
N° 12 . mamai.
1. Indien het voorvoegsel ma1. Djikalau kata bekerdja da mai voor werkwoorden staat, dan patawalan mamai, itoe menoen beteekent dit , dat de handeling djoek bahoea pekerdjaän itoe akan
bijna zal afloopen of reeds zal datang dilakoekan atau soedah afloopen.
datang dilakoekan .
odelo :
bijv . :
saoempama :
māmaidetohoelo
bijna (zullen zijn ) opgeladen
mānaidtiletohoe
reeds
māmaipohoetoewolo bijna mamaipilohoetoe māmaitoeladoelo māmaitiloeladoe māmaimotoeloehoe māmailotoeloehoe
1
,
akan datang dimoeatkan.
opgeladen
soedah datang dimoeatkan .
gemaakt
akan datang diboeatkan.
reeds ! gemaakt bijna geschreven geschreven reeds zullen gaan slapen reeds gaan slapen
2 . Indien het voorvoegsel ma-
soedah datang diboeatkan . akan datang ditoelis. soedah datang ditoelis. akan datang tidoer.
soedah datang tidoer.
2 . Kalau awalan mamai di
mai geplaatst wordt voor eige- boeboeh dimoeka kata nama tem namen van steden (plaatsnamen ),
pat, maka itoe menoendjoek , ba
dan beteekent het , dat de zee- of hoea orang dalam pelajaran atau landreiziger reeds gekomen is bij perdjalanan telah ada atau tiba pada tempat, jang dikatakan.
de genoemde plaats.
odelo :
saoempama :
bijv .:
inamai Limoetoe oetija
dit is reeds Limbotto
mamai Hoelondtalo oetija mamai Attinggola oetija 11 mamai Dehoewalolo oetija
!
mamai Talauate oetija
1
soedah Limbotto ini.
Gorontalo Attinggola 1
(de passer )Defoewalolo 1 . Ternate ,
Gorontalo , Attinggola , Dehoewalolo , Ternate ,
Nº 13. mapo. 1 . Indien werkwoorden het voor-
l . Kalau kata bekerdja dapat
voegsel mapo bij zich hebben , awalan mapo , maka itoe menoen dan beteekent het, dat iets van djoek bahoewa barang apa ' soedah
nut zal zijn om de handeling van hendak dipergoenakan pada mela het werkwoord te verrichten . koekau pekerdjaän itoe. odelo :
mapotoeboe mapodaha
bijvoorbeeld : saoempama : alles wat gebruikt wordt bij het koken . barang apa' soedah hendaq dipakei pada memasak. alles wat gebruikt wordt bij het bewaken. barang apa ' soedah hendaq dipakei pada mendjaga.
mapomaï
alles wat gebruikt wordt bij het werpen.
barang apa’ soedah henday dipakei pada melempar.
48
alles , wat verkocht zal worden .
mapotali
barang apa' soedah hendaq didjoewal.
alles, wat gebruikt wordt bij het baden .
mapolihoe
barang apa dipakei pada mandi. 2 . Het voorvoegsel mapo, ge-
2 . Kalau kata nama diboeboeh
plaatst voor zelfstandige naam - awalan mapo, maka itoe me woorden geeft aan de materialen , noendjoek bahoehabarang itoeakan
benoodigd voor het werk. Zelf- dipakei pada melakoekan peker standige naamwoorden van dieren, djaän itoe. Maka kata nama
vogels en meubilair o.a. tafel , sebagai binatang , boeroeng , pe stoel, kast enz. kunnen nooit dit kakas roemah iaïtoe medja , ka
voorvoegsel bij zich hebben .
dera , lamari dll tiada boleh dapat awalan mapo .
odelo : māpodingingo
bijvoorbeeld : saoempama : alles wat noodig is voor het maken van omwanding. barang apa akan dipakei pada dinding . māpodato garen of naald om te naaien . benang atau djaroem , jang dipakei boewatmendjahit. māpohoendtingo schaar om iets te knippen. goenting akan dipakei pada menggoentingkan apa'. māpohalahadti zaag om iets te zagen. gergadji akan dipakei pada menggergadjikan apa '. māpolidoe lepel om iets te scheppen . sendoq akan dipakei pada meujendoq apa '. 3 . In dezelfde beteekenis kunnen bijvoegelijke naamwoorden van
kleur
dit voorvoegsel bij
3 . Demikian djoega pada katas sifat tentang warna. Maka katar sifat tentang oe
zich hebben . koeran tiada boleh dapat awalan Bijvoegelijke naamwoorden van mapo. maat kunnen zich hebben .
mapohidoe mapolalahoe
nooit mapo voor
alles benoodigd voor groenverven . barang apa' , jang akan dipakei pada mengidjokan. alles benoodigd voor geelverven .
barang apa ’, jang akan dipakei padamengoenikan.
49
mapohelamo
alles benoodigd voor roodverven .
barang apa-, jang akan dipakei pada memerahkan. alles benoodigd voor zwartverven. barang apa', jang akan dipakei pada menghitamkan .
mapohitomo
Nº 14 . Malo.
1 . Het voorvoegsel malo bij
1. Kalau kata bekerdja dapat
werkwoorden geplaatst , geeft den awalan malo, maka itoe menoen volmaakt verleden tijd aan.
djoek , bahoea pekerdjaän itoe soe dah dilakoekan.
bijv. : reeds gekocht 1 gegeven bewaakt
odelo :
malotali malojilohi malodtilala malojilihoewa
1
malodtilelo
" gebracht I verkocht I verbannen
malopilotali malotilapi malobilohoeto
"
saoempama :
soedah dibeli.
1 diberikan. "I didjagaï. dimasak. dibawa. I didjoewal.
gekookt
" diboewang.
geketend of verloofd
" opgegeten
maloïla
diikatatau ketoenangan .
dimakan .
2 . Het voorvoegsel malo vóór 2 . Kalau kata nama tempat di plaatsnamen heeft dezelfde betee - boeboeh awalan malo , maka
kenis als het voorvoegsel „man. artinja sama djoega dengan kata , jang diboeboeh awalan „ma . odelo :
bijv .
saoempama:
malo Limoetoe = ma Limoetoe – dicht bij Limbotto – hampir Limbotto .
3. Indien bijvoegelijke naam woorden het voorvoegsel malo bij zich hebben , dan geeft het aan, dat het betrekkelijk zelfstandig naamwoord reeds in den toestand
3 . Kalau kata sifat mendapat awalan malo , maka itoe menoen djoek bahoewa barang jang dika takan itoe , soedah menjaroepai sebagai jang tertoendjoek oleh
is gekomen van het bijvoegelijk kata sifat itoe . naamwoord .
50
odelo :
bijv.: saoempama: reeds rijp (van vruchten ) soedah matang (dikatakan dari boewah). half rijp » , 1 mangkal(dikatakan , " ). malomobango 1 helder, morgen terang . malam . . malohveji donker , avond maloloetoe malolowohoe
malomodtilomo u donker, duister
gelap. koeroes.
malomohata
mager
malomohoelānoe ,
middag bijna donker
1
malololāngo malotohoelolo
ziek
1
tengah hari. hampir malam .
sakit.
No 15 awalan ma ö .
1 . Het voorvoegsel mao voorl . Adapoen awalan maö pada
werkwoorden geeft aan , dat de kata ' bekerdja sama artinja dengan handeling reeds kan worden ge- soedah boleh di. . . . , maka soekoe daan , de lettergreep mamoet dan mā mesti ditindis .
lang worden uitgesproken .
odelo : māötalija
bijv. reeds kunnen gekocht
māöwaoepa
worden soedah boleh dibeli.
gevat vastgehouden bewaakt
māödtihoema l
māödahama
saoempama :
v
māöboöela māötoeboewa 1
1 ditangkap. , dipēgang.
gestrikt
1 didjagar. " didjerat.
gekookt
dimasak .
2 . Wordt maü , geplaatst voor 2 . Kalau awalan maö dalam werkwoorden , kort uitgesproken , kata' bekerdja itoe artinja soeroeh , dan beteekent het gelast worden om te . . . .
maka kata maö itoe diseboetkan
sadja dengan lekas , tiada oesah ditindis pada soekoe ma.
odelo :
bijv.:
saoempama :
maötoeboewa gelast worden om te koken
maütalija
1
disoeroeh pergi masak.
koopen enz.
enz .
3 . Het voorvoegsel ma o ge-
beli. dll.
3. Kalau kata nama dapat awa
plaatst voor zelfstandige naam - lan maö , maka itoemenoendjoek woorden beteekent reeds in het kepoenjaän (mem poenjaï). bezit zijn van . . . .
51
odelo : māöwadala reeds in het bezit zijn van (een) paard soedah mempoenjaž koeda . kebon . „ . tuin , , , , , , tafel medja .
māöïlēngi māömeda māötapewo māödoepi
hoed
,
plank
;
visch , zout water
māötolo
māöwatingos māötaloehoe māöhiinba
tjapeo (topi).
" ,
1
schaap
,
papan . ikan .
garam . ajer.
domba.
11
| No 16 m a pop 0. Elk woord kan het voorvoegsel Segala djenis perkataan boleh mapopo voor zich krijgen , doch mendapat awalan mapopo, akan nooit zonder achtervoegsel , in de tetapi dibelakang perkataän itoe beteekenis
van
reeds zal door haroes diboeboeh barang achiran
. . . . . . . worden .
dengan artinja soedah hendaq di.. .
odelo :
bijv .
saoempana :
mapopotalijaoë reeds zal doormij verkocht worden soedah hendaq koedjoewal. ” kaudjoewal. mapopotalijamoe mapopotoewotooë mij binnengebracht , koemasoekan . 1 koetinggikan. mapopolanggatooë . " " mij opgehoogd , mapopolanggatomoe i U 1 kautinggikaii. " hem , 1 ditiuggikaunja. mapopolanggatolijo N° 17 māïlo.
2° Het voorvoegsoel māïlo l• Kata ' bekerdja mendapat bij werkwoorden , geeft ook den awalan māïlo , itoemenoendjoek volmaakt verleden tijd aan .
bahoewa pekerdjaän soedah dila koekan .
odelo :
māïlodahawa māïlopoboewa
bijv . hebben kunnen opvatten 1
māïlodetohe
1
verbranden opladen
2° Bij zelfstandige en bijvoege-
saoempana :
soedah dapat ditangkap. i
1
dibakar. dimoewat.
20 Dalam kata lain maka awa
lijke naamwoorden heeft het voor- lan māïlo itoe artinja , mem voegsel māïlo de beteekenis van
in het bezit zijn van .
poenjaï.
māïlowadala
reeds in het bezit zijn van een paard
māïlobele
"
"
"
māïloöloboe mailowalaö
māïloliajao
1 reeds de lengte hebben
soedah mem poenjaï koeda. roemah.
" huis 1 kerbau
!
r kind
,
kerbo. anaq . pandjang.
Nº 18 māngā.
Segala perkataän , jang biasa Alle woorden , welke het voorvoegsel ngo bij zich mogen boleh diboeboeh awalan ngo , hebben ,kunnen ook worden samen - boleh djoega dapat awalan „mā gesteld met het voorvoegsel mā ngā. ngo. odelo : : bijvoorbeeld : saoempama : māngõpotali reeds voldoende genoeg om te koopen .
soedah tjoekoep sekali pada membeli. māngÕpotoeboe
reeds voldoende genoeg om te kooken .
soedah tjoekoep sekali pada memasak. māngõwadala
māngoboelotoe
reeds voldoende vracht voor een paard . soedah tjoekoep moeatan satoe koeda. reeds voldoende lading voor een prauw .
soedah tjoekoep moeatan satoe perahoe . māngolihoe
de duizend reeds vol soedah tjoekoep sariboe.
māngolo
reeds hoeveel ? reeds een jaar reeds een maand
soedah satoe tahoen . soedah satoe hoelan .
reeds een dag
soedah satoe hari.
māngātawoenoe
māngāhoela māugõpodtoemaäti reeds een week māngāhoeji
soedah berapa?
soedah satoe minggo .
II.
No 19 mopo. Het voorvoegsel mopo treffen Adapoen awalan in opo pada wij uitsluitend aan bij werkwoor- kata bekerdja dan kata - sifat itoe ,
den en bijvoegelijke naamwoorden , artinja kasih , beri, boeat. Maka in de beteekenis van geven , laten , kata
nama tiada biasa dapat
maken. Zelfstandige naamwoorden awalan mopo . kunnen dit voorvoegsel niet bij zich hebben :
53
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
laten baden laten klagen
mopolihoe
mopodtoelohoe mopohajao
langer maken
mopolahi
laten wegjagen
ada beri mandi. 1 kasih mengadoe . I berpandjang
helder maken schuld laten maken , crediet geven , , mopojingo kwaad maken , vertoornen mopotoetoewawoe . gelijk maken laten hangen mopodtajango moponika trouwen » scheiden mopoboeboeäjo mopotilango mopoboeli
,
mengoesir. terang. hoetang.
1
marah .
beri samakan.
kasih gantoeng. I
doen opstaan , laten bouwen
mopotihoelo
kawin .
tjerei. berdiri.
Nº 20 moö. 1. Het voorvoegsel moö voorl
werkwoorden
en
. Adapoen awalan moö pada
bijvoegelijke katas bekerdja dan pada kata ' sifat
naamwoorden van kleur beteekent tentang warna , artinja sama de ngan rakan dapatı .
om te kunnen . . . . .
odelo : mnoötoeboe
bijv . : om te kunnen koken
moödaha
Wan waken
moöbohoelor ,
werpen
moölalahoe
saoempama :
akan dapat memasak. mendjaga. melempar . I
geel verven
, u
moöjidoe moöwelamo
groen verven rood verven
mengoenikan .
» mengidjokan . memerahkan .
2. Het voorvoegsel moö voor 2. Awalan moö pada katas zelfstandige naamwoorden en andere nama dan kata sifat lain artinja bijvoegelijke naamwoorden betee - „ dapat mengadakan.” kent „ kunnen doen zijn .” moödoji moöbindte
voor geld kunnen zorgen " mais !
moölingohoe dik kunnen maken
moöhata
mager "
moöngongoto ziek
,
dapat mengadakan wang. djagoeng. gemoek. koeroes. sakit .
54
N° 21 mololo. Het voorvoegsel mololo tref. Maka awalan mololo sadja fen wij alleen aan bij werkwoor - diboeboeh pada kata bekerdja dan den en bijvoegelijke naamwoorden
pada kata ' sifat tentang warna ,
van kleur , ongeveer in dezelfde dan artinja hampir tiada berbeda
beteekenis als lolo. odelo :
mololotoeboewa
dengan awalan lolo.
bijvoorbeeld : altijd door koken
mololojitohe
" spelen
molololihoewa mololodetohe mololoboetahe
1 baden "I opladen !
mololojindtoewa
saoempama:
selaloe memasaks. I
mandis.
schieten
bermoeat . berpasangs.
vragen
bertanja '.
bergoeroes. mengoenikan.
molologoeloewa
I
onderwijzen
molololalahe mololowidoewa
1
geel verven
1 1
groen verven rood verven
mololowelama
main '.
menghidjokan . memerahkan .
N° 22 mongo. Het voorvoegsel mongo treftMaka awalan mongo tjoema men alleen aan bij woorden , die boleh dipakei pada kata toeroenan
bloed - of aanverwantschap te bangsa manoesia. dan artinja ban kennen geven , en wel om het jaknja lebih dari satoe. meervoud aan te duiden .
odelo : mongowomboe mongo walao
mongoöedoelaä mongotijomboe mongopoöewama
bijvoorbeeld : kleinkinderen
kinderen ouders grootouders
saoempama :
tjoetjoe'. anak '. orang toewa (iboe bapa). tete .
mongopoöela
ooms tantes
mongopanggola mongodoelahoe
meisjes
perampoean' moeda.
mongobohoelotawoe
jongens
lakis moeda.
orang' toewa
paman '. bibi'. de oudsten , de hoofden .
55
III.
Nº 23 maimo.
Het voorvoegsel maimo komt alleen voor bij werkwoorden , bijvoegelijke naamwoorden van kleur, en bij sommige zelfstandige naam woorden in de beteekenis van
Adapoen awalan maimo pada kata ' bekerdja dan kata sifat tentang warna dan pada beberapa katas nama, itoe sama artinja
dengan rakan datang" .
n zullen komen .
bijvoorbeeld :
odelo :
maimotali zullen komen maimodougge » " maimolagaji maimohidoes maimotikola maimopatali maimogaledja ,
saoempama :
(om te) koopen akan datang membeli. ronggeng spelen ! berouggeng. dansen menari. groenverven mengidjokan . , masoek sekola . school gaan berpasar. markten " masoek garedja . kerkgaan
N° 24 maipo.
Het voorvoegsel maipo komt Kata bekerdja dan kata sifat alleen voor bij werkwoorden , bij- tentang warna dan beberapa katas voegelijke naamwoorden van kleur nama dapat awalan maipo, itoe en bij sommige zelfstandige naam - menoendjoek bahoewa pekerdjaän
woorden , en beteekent,dat de han- itoe disoeroeh akan dilakoekan . deling op last moet geschieden . odelo :
bijv . :
saoempama :
Kom d.w .z. : maipotali
(gelast worden om te gaan) koopen 1
maipodaha
1
1 koken 1 baden » pandeling worden
maipotoeboe maipolihoe maipoboeli
maipohidoe
1
mandi!
beroetang !
sembahjang !
,
de koran leeren
1
1
klagen
mengadji ! mengadoe !
1
1
groenverven
menghidjokan !
maipongadi 1
mendjaga ! memasak !
bidden
maipotabija maipodtoelohoe
(disoeroeh ) datang membeli !
waken
56
maipohitomo
maipolalahoe maipotikola
maipopatali
(gelast worden om te gaan ) zwartverven (disoeroeh datang)menghitamkan ! geelverven mengoenikan ! I naar school masoek sekola ! naar de markt » berpasar ! I re
maipogaledja
1
naar de kerk
✓
masoek garedja !
N° 25 maiö .
1. Het voorvoegsel maiö bij werkwoorden
en
1. Awalan maiö pada kata
bijvoegelijke bekerdja dan kata sifat tentang
naamwoorden van kleur geeft aan, warna menoendjoek bahoea pe dat de handeling toevallig is kerdjaän soedah djadi tiadadengan geschied . sangkanja . odelo : saoempama: bijv.: maiöboelota ter leen gekregen dapat terpindjam . maiötoeboewa maiötalija
gekookte
maiöboöela maiölalahe
1
termasak.
gestrikt
1
terbeli. terdjerat.
geel geverfd gekregen
,
terkoeningkan.
gekocht kunnen worden
2. Het voorvoegsel maiö bij
2. Awalan maiö pada katas
zelfstandige naamwoorden en an- nama dan kata ' sifat lain , itoe dere bijvoegelijke naamwoorden artinja měnaroh . beteekent: hebben , er op na houden .
bijv .: saoempama : een huis hebben te Limbotto . ada menaroh roemah di Limbotto . maiöwadala doeloewo tēja er hier twee paarden op nahouden . adamenaroh koeda doewa ekor disini. maiöpatali mopijohoe een mooie pasar hebben. ada menaroh pasar, jang baik. maiöhajaö ombihija ilengi bojito die tuin aan deze zijde verlengen . odelo : maiöbele tolimoetoe
ada menaroh pandjang sebelah sini itoe kintal. Nº 26 mailo .
1. Het voorvoegsel mailo bijl . Awalan mailo pada katas werkwoorden geeft aan , dat de bekerdja maka itoe menoendjoek handeling reeds is afgeloopen . bahoewa pekerdjaän soedah dila koekan .
57 bijv .:
odelo : mailolihoe mailolao
saoempama: soedah mandi. reeds gebaad pergi. weggegaan opgestaan bangoen. weggevaren berlajar. . berggeklommen naik goenoeng.
mailobongoe mailobite
mailotaödoe
2 . Het voorvoegsel mailo bij
2 . Kata sifat boleh diboeboeh
bijvoegelijke naamwoorden betee- awalan mailo , dengan artinja
kent, dat het onderwerp of be- soedah djadi .. . . . trekkelijk zelfstandig naamwoord reeds is gekomen in den toestand,
die het bijvoegelijk naamwoord aangeeft. odelo :
mailolanggato
mailopa mailotanggalo mailodelomo mailopanggelo mailohoehoelo mailolingohoe
bijv . :
saoempama :
reeds hoog " laag breed
1
soedah djadi tinggi.
geworden
rendah.
1
lebar.
diep
1
dalam .
ziltig of brak koud
1
asin .
"
dingin .
dik
1
gemoek.
Nº 27 mailolo. Het voorvoegsel mailolo bij Awalan mailolo pada katas werkwoorden , en sommige zelf- nama menoendjoek , bahoea peker
standige naamwoorden , beteekent, djaän itoe soedah datang dila dat de handeling vroeger reeds koekan dengan tiada berhenti.
geschied is , en zich telkens nog herhaalt.
odelo : mailolotoeboewa
bijv. :
mailolodelowa
mailolobilohe mailolowengila (ilengi)
saoempama :
altijd reedskomen koken soedah datangmemasak selaloe . brengen 1
1
✓
u komen werken op het veld
mailolowawola (wawolo) , mailolomamawa (mama) ,
membawa'
zien
weven pinang eten
. melihat
1
berkebon
1 bertenoen' » makan' pinang
,
,
IV . Nº 28 loö. 1. Het voorvoegsel loö bijl . Awalan loö pada kata ' be werkwoorden beteekent kunnen . kerdja artinja dapat. odelo : loötali
bijv . :
saoempama :
dapat beli.
kunnen koopen nemen baden
loöhama
loölihoe loödelo
I
ambil.
I
mandi.
1
bawa. mendjandjikan . lihat. meloekaï.
brengen
loödandtija loöbilohoe
beloven
zien verwonden
loöpali
2 . Evenzoo heeft het dezelfde
2. Demikian djoega pada bebe
beteekenis voor sommige zelfstan - rapa kata nama dan kata ' sifat
dige en bijvoegelijke naamwoorden tentang warna. van kleur.
odelo : bijv. : loölalahoe kunnen geel verven loöwidoe
1
groen
loöhalahadti
u
zagen
saoempama :
dapat mengoenikan. 1 menghidjokan . 1 menggergadjikan . » menarohkan roemah .
!
loöbele
een huis kunnen bouwen
loödoji
geld kunnen beleggen
wang .
loöilēngi loötoko loöwadala
een tuin er op na kunnen houden een winkel , lll 1 een paard , 1
kebon .
3. Voor sommige bijvoegelijke
toko. koeda .
3. Djoega dalam beberapa kata
naamwoorden beteekent het voor- sifatmaka awalan loö itoe artinja voegsel loo „ doen worden l. odelo :
mendjadikan .
bijv .:
saoempama:
mendjadikan kaja
loökaja
rijk doen worden
loöhata
mager
koeroes.
loölingohoe loöoedaä
dik . groot
gemoek. besar.
loölimboeö
kort
pendek .
59
N° 29 lololo. Het voorvoegsel lololo treffen
Awalan
lololo
pada katas
wij uitsluitend aan bij werkwoor- bekerdja dan kata ' sifat tentang
den en bij de bijvoegelijke naam - warna artinja , selaloe ;maka katas woorden van kleur, in de be - nama dan lain djinis kata sifat
teekenis, dat de handeling altijd tiada biasa diboeboeh awalan lololo . door verricht wordt. :
odelo :
bijvoorbeeld : altijd door leenen
:
lololoboelota lololotaöwa lololowoembade lolololalahoe
saoempama :
selaloe memimdjam ?.
1
stelen
mentjoeris.
1
slaan
memoekoel .
geel verven
mengoenikan.
V.
Nº 30 māmaimo.
Het voorvoegsel m a m aimo
Awalan mām aimo diboeboeh
wordt geplaatst voor werkwoorden, dimoeka kata bekerdja dan kata bijvoegelijke naamwoorden van sifat tentang warna dan pada
kleur en voor sommige zelfstandige beberapa kata nama dengan naamwoorden , en geeft den on - artinja hendaq datang. volmaakt tegenwoordigen toeko menden tijd aan . odelo :
māmaimohama māmaimotoeboe māmaimotoeladoe māmaimotoeloehoe
bijvoorbeeld : saoempama : zullen nemen hendaq datang mengambil.
māmaimohelamo mamaimogoeloe
1
koken
memasak.
schrijven slapen
menoelis. tidor.
1
roodverven
1
onderwijzen
"
memerahkan. bergoeroe.
N° 31 māmaimopo.
Het voorvoegsel mamaimopoAwalan mamaimopo diboe treffen wij aan voor werkwoorden , boeh dimoeka kata bekerdja dan en sommige zelfstandige en bij- beberapa katas nama dan sifat
voegelijke naamwoorden ,en drukt dengan artinja soedah hendaq dan den volmaakt tegenwoordigen toekomenden tijd uit.
datang.
60
odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama :
māmaimopotali
zullen verkocht hebben soedah hendaq datang djoewalkan. sem boenikan. , verborgen betoelkan. māmaimopotoehata verbeterd , māmaimopolalahoer geel geverfd , koeningkan . tjeraikan. māmaimopoboeboeäjo » gescheiden , tarohkan dinding māmaimopodtingingo omwand māmaimopotoeö
māmaimopohajaö
verlengd
,
kasih pandjang .
N° 32 māmaiïlo
1. Het voorvoegselmāmaiïlo,
1. Awalan
āmaiïlo diboe
geplaatst bij sommige werkwoor- boeh pada kata bekerdja me den , geeft aan , dat de handeling noendjoek bahoewa pekerdjaän
reeds door het toeval is geschied . soedah dilakoekan diloewar sang kanja . bijvoorbeeld :
odelo :
māmaiïlowaöepa māmaiïlodtoedtoeä māmaiïloboebohe
saoempama :
soedah datang tertangkap. 1 terkedjar.
reeds opgevat geworden achtervolgd , geslagen
terpoekoel.
2. Bij andere werkwoorden 2 . Kata bekerdja lain boleh heeft dit voorvoegsel dezelfde djoega diboeboeh awalan māmai beteekenis , het woord wordt echter
ïlo dan artinja sama, akan tetapi
dan aangevuld met een of ander pada kata ' itoe haroes diboeboeh
achtervoegsel.
barang achiran.
odelo :
māraiïlotoeboewa
bijvoorbeeld :
reeds gekookt geworden
māmaiïlotalija
I
gekocht
māmaižlodahawa
I "
bewaakt geopend
māmaiïlohoeöwa
saoempama:
3. Het voorvoegsel mam alïlo
soedah datang termasak. 1 1
terbeli. terdjagaï. terboeka.
3 . Kata ' nama dan kata sifat
bij zelfstandige en bijvoegelijke mendapat awalan mamaiïlo , naamwoorden beteekent; reeds in itoe menoendjoek : soedah datang het bezit gekomen van . . .. . of mempoenjar atau soedah datang
reeds in den toestand van . . . . mendjadi. gekomen .
61 odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama : reeds in het bezit gekomen van een tafel.
māmaiïlomeda soedah datang mempoenjaï medja . māmaiïlowadala māmaiïlowoewate
māmaïïlohoelawa māmaïïlopale māmaïïlomangiti
māmaiïlohajao
reeds in het bezit gekomen van een paard . soedah datang mempoenjač koeda. reeds in het bezit gekomen van een ijzer. soedah datang mempoenjaï besi. reeds in het bezit gekomen van goud. soedah datang mempoenjaï emas. reeds in het bezit gekomen van rijst. soedah datang mempoenjaï beras. reeds in het bezit gekomen van inkt. soedah datang mempoenjaï tintah.
reeds lang geworden soedah datang mendjadi pandjang.
māmaiïlolanggato māmaiïlo -delomo
1
māmaïïlotinelo
I
hoog diep helder
māmaiïlohoejija
1
nacht
kemalaman .
māmaïïlodoelahe
in
dag
kasiangan.
1
tinggi.
dalam . terang.
N° 33 māmaipo. Het voorvoegsel mām aipoAdapoen awalan māmaipo
treffen wij slechts aan bij werk - pada kata
bekerdja dan pada
woorden en sommige zelfstandige beberapa kata nama menoendjoek
naamwoorden ; het geeft de betee- barangs apa', jang akan dipakei kenis van al het materiaal be- pada melakoekan pekerdjaän itoe.
noodigd om de handeling te ver richten of om het voorwerp te vervaardigen. odelo :
bijv . :
saoempama :
alles wat gebruikt zal worden bij het baden . māmaipolihoe
māmaipotoeboe
barang apa' , jang akan dipakei pada mandi. í (hout, water) alles wat gebruikt zal worden bij het koken . barang apa ', jang akan dipakei pada memasak.
62
de kain of andere kleeren , die gedragen worden . kain atau barang apa' jang akan dipakei. í de zaak , waarover geklaagd wordt. māmaipodtoelohoe de persoon , over wien geklaagd wordt. māmaipomake
I hal (orang) jang akan diädoekan .
kleeren in gebruik bij het bidden . pakeijan , jang akan dipakei pada sembajang.
māmaipotabija
alles benoodigd om te binden . māmaipomohoeto orang atau tali, jang akan dipakeipada mengikat. bamboe benoodigd voor het omheinen .
māraipobala
boeboeh , jang akan dipakei pada memagar . alles (lamp, kaars , damar, flambouwen enz.) benoodigd om te verlichten .
māmaipolinelo
barang apas (lampoe, lilin , damar, obor dll) jang akan dipakei menerangi. N° 34 mām a iö.
1. Het voorvoegsel māmaiö Awalan māmaiö pada katas bij werkwoorden geeft aan , dat bekerdja menoendjoek bahoewa de handeling bijna zal plaats heb - pekerdjaän itoe hampir atau soedah ben , of op het punt is te ge- moelai djadi. schieden .
māmajötala māmaiöāta māmaiöpateja mamaiöbalato
op het puntstaan om een misslag te begaan soedah hendaq boewat kasalahau. op het punt staan moe te worden soedah akan tertjapei. 1
māmaiödtoehenga , „
„
1
te sterven in te storten
soedah akan waktoe kematiau. soedah hendak roeboeh .
„
vermeerderd te worden ,
1
tertambah.
Nº 35 mām aipopo. Dit voorvoegsel treffen wij aan Awalan itoe diboeboeh pada bij werkwoorden en bijvoegelijke kata bekerdja dan kata' sifat naamwoorden in de beteekenis van dengan artinja u nautiakan djadi. .
nzullen worden . odelo :
māmaipopotalijalo
bijv .
saoempama :
, zullen verkocht worden . nanti akan datang didjoewalkan .
63
māmaipopodtoelohoewalo {I
zullen worden de plaats van aanklacht. soedah akan djadi tempat pengadoeän .
i zullen verlengd worden. i hendaq akan dipandjangkan.
māmaipopohajaölo
N° 36 mãmailo. 1. Dit voorvoegsel wordt bij 1 . Awalan itoe diboeboeh pada werkwoorden
en
bijvoegelijke kata
sifat tentang warna dan
naamwoorden van kleur geplaatst artinja soedah, nanti , akan. en geeft dan aan den volmaakt
tegenwoordigen toekomenden tijd . odelo :
bijv .: mamailolihoe zullen hebben gebaad māmailomate gedood hebben
saoempama :
soedah (datang)mandi.
māmailodaha
bewaakt hebben
māmailohidoe
groen geverfd hebben
2 . Het voorvoegsel māmailo bij
1.
memboenoeh . mendjagaï.
menghidjokan .
2 . Awalan māmailo pada
bijvoegelijke naam woorden , drukt kata ' sifat artinja vsoedah djadin . uit, dat het betrekkelijk onder
werp of zelfstandig naamwoord reeds is gekomen in den toestand ,
welke door het bijvoegelijk naam woord wordt aangegeven . odelo : mārnailotanggalo māmailotinelo
bijv . : reeds breed geworden " helder
saoem pama :
soedah djadi lebar. terang.
No 37 m & m ailolo. Dit voorvoegsel komt voor bij Awalan itoe pada kata bekerdja werkwoorden en bijvoegelijke dan kata ' sifat mengendjoek ba naamwoorden , en geeft aan , dat hoewa barang pekerdjaän djadi
de handeling telkens zal plaats bertoeroet . vinden .
64
odelo :
māmailolotoeboewa
bijv .:
saoempama :
telkens zullen koken
soedah datang memasak ' selaloe.
māmailolowiloema
drinkenin
māmailoloāla
eten
minoem makan
māmailoloboehelija
dapper zijn
berani
✓
C . Buiten de 37 reeds behan.
C. Diloewar itoe 37 awalan ,
delde voorvoegsels dienen wij nog melding temaken van 2 bijzondere voorvoegsels ta en ve, welke veelvuldig gebruikt worden .
jang soedah diseboetkan diatas , mesti lagi dikatakan dari 2 awalan, jang berbeda sedikit , dan jang
,
selaloe dipakei ia- ïtoe: ta dan oe.
N° 38 . 1 . ta .
1 . ta .
Het woordje „ ta , is afgeleid van
Maka kata „ ta , itoe soedah
het woord „ tawoe , dat mensch , diringkaskan dari pada kata „ ta beteekent. Het wordt op dezefde woen , jang artinja "orang" . Ada wijze als een voorvoegsel gebruikt. poen kata „ ta, itoe , ditilik djoega
Het voorvoegsel utan wordt wel selakoe awalan , dan kata rtal eens vervangen door " tawoel.
itoe boleh djoega diganti dengan kata „ tawoen .
odelo :
bijv . :
een kleine man , jongen prins ouders
poetera . orang ' toewa.
een man
tālaïdaä tālaïkiki tāöetiti
eeen groote man
tāpanggola
saoempama:
orang lakis. orang lakis besar. orang laki ketjil , anak .
tāolaï
tābohoelotawoe
een jongeling
tāboewa
een vrouw een groote vrouw
1 "
een kleine vrouw , een meisje een jonge vrouw
u perampoean ketjil.
tāboewadaä tāboewaliki tādoelahoe
orang lakis moeda.
moeda .
tālimboe -limboeö een kort mensch
tāhaja -hajaö
een lang mensch
tālimbolimbongo een kort , dik mensch tātilonggalaä
perampoean . perampoean besar.
pendek.
1 tinggi. "
pendek badan besar.
aangenomen - of pleegkind anak piara — anak mengakoe.
65 tāmotao tāmolihoe
iemand , die wil stelen
orang hendaq mentjoeri.
ors
mandi.
baden
:
tāmohindtoe
"
tāloemoewaloe tāmoehoetoe
1 naar buiten wil 1 het doen wil I wil moorden leenen
tāmongamo
tāmoboeloto tāpitoö tāboengolo tāboeboe tāboeheli tāpoenako
bertanja . kaloear. memboewat. mengamok ,
" vragen
" memindjam . boeta.
een blinde
doove
toeli.
I doofstomme 1 held 1 lafaard
bisoe (orang moöe “). berani.
1 penakoet.
tāmohihimboelowa, leugenaar tāhijohijongo iemand , die huilt tāijoijomo glimlacht
"
tāmenge-mengelo
u moeka papan .
"
pendoesta .
menangis.
er dapper uitziet
tersenjoem .
N° 39 oe. 2º. Bij sommige voornaamwoorden en geslachtswoorden van dieren
20. Dalam beberapa kata sifat dan
kata
nama menoendjoek
wordt het woordje oë als voor - bangsa binatang kata noen itoe voegsel gebruikt in de beteekenis
ditilik
van het Maleische rjang " .
artinja njang" .
odelo : öeöedaä öeöeliki : öeöelito
oejidoe oetēlo oebilango oebangge oelaï
selakoe awalan
bijv . :
de grootste de kleinste
de oranje kleurige de groene het vrouwtje , wijfje van vogels 1 1 dieren het mannetje van vogels " " " dieren
oemohata de magere oemolingohoe · dikke
dengan
saoempama:
jang besar.
1 ketjil. oranje . » hidjo . b etina (dipakeipada boeroeng). 1 1 1 binatang). 1 djantan (boeroeng).
"
"
I
koeroes .
" gemoek .
(binatang).
66
D . ACHTER VOEGELS.
D . ACHIRAN . N° 1 oe.
1 . Indien oe achter een werk1. Djikalau oe diboeboeh pada woord geplaatst wordt, dan be- achir kata bekerdja , maka itoe
teekent dit , dat dehandeling van menoendjoek bahoea orang ber het werkwoord door de sprekende kata jang melakoekan pekerdjaän itoe.
persoon is verricht.
Loija hilimboeä .
Korte zinnen :
Katas pendek.
Mādtilelove pale tohoe - , Naar dat vertrek bracht ik de padi.
Soedah dibawa olehkoe padi di bilik itoe. Mādtiletoeöe talalamoe , tahoe-tahoe taölaöe.
Uw broek , die mij in bewaring gegeven werd , is doormij genaaid . Soedah didjahit olehkoe tjelanamoe, jang tersimpan padakoe.
Mādtilengetaoë ojile loetoe bojito . Door mij werd gebeten in dien rijpen mangga.
Soedah digigit olehkoe mangga matang itoe. Mājilihoewaöe öeöedoe walaöemo to boetaijo .
Ik heb de huiduitslag van uw kind aan de rivier gewasschen . Soedah dimandikan olehkoe koedis anakmoe disoengei. Mātiloeboeöe oeponoela todepoela. Door mij werd visch in de keuken gekookt.
Soedah dimasak olehkoe ikan didapoer. Māpilaſöe lobotoe apoela hewoe-hewoengā bojito. Met een steen wierp ik naar dien jankenden hond.
Soedah dileinpar olehkoe dengan batoe andjing meraoeng itoe. Matilinelaöe doji lodehoe todalalā ohoeji. Ik heb met een toorts gezocht naar het geld , dat van avond op den weg viel.
Soedah disoeloehkan olehkoe wang , jang djatoeh didjalan tadimalam .
67
2 . Het achtervoegsel noen bij
2 . Djika oe diboeboeh pada
een zelfstandig naamwoord ver- achir kata nama maka itoe saär vangt het bezittelijk voornaam - tinja dengan achiran „ koen dalam behasa Melajoe . woord , mija . odelo : wadalaoë
bijv. :
saoempama :
mijn paard
koedakoe.
Wadalaoë mailolahi olango ode padengo. Mijn paard is gisteren naar de vlakte weggeloopen.
Koedakoe soedah lari kalamarin kapadang. medjaoë mijn tafel medjakoe. Medjaoë bojito bo oejilohi libāba. Mijn tafel daar alleen werd door mijn vader gegeven. Medjakoe itoe tjoema jang diberi oleh bapakoe. beleöe
mijn huis
roemahkoe.
Beleoë botoe bojito bilangoeöe totāwoenoe botija . Mijn huis van steen daar werd door mij dit jaar gebouwd . Roemahkoe batoe itoe koeperdirikan pada tahoen ini. kadelaöe
mijn stoel
krossikoe (kaderakoe)
Kadelaöe botija tilaliöe loepijā wopato . Mijn stoel hier kocht ik voor vier galden . Krosikoe ini dibeli olehkoe ampat roepiah. mangitiöe mijn inkt tintakoe. Mangitiöe tahoe -tahoe toboeloewa mailohoeäjadoe. Mijn inkt in de koffer is geheel uitgeloopen.
Tintakoe tersimpan dipeti soedah tertoempah. batangaöe
mijn lichaam
toeboehkoe.
Batangaöe dila ēnggila lohoehoelo . Ik voel altijd koorts. Toeboehkoe selaloe demam .
mijn eend itikkoe. Bibiöe mapilaï lotawoe lobotoe tiloenggoelo oejiloboli polipiijo. bibioë
Mijn eend heeft men met steenen gegooid , tot zijn vleugels ver lamd ziju . Itikkoe soedah dilempar orang dengan batoe hingga patah sajapnja.
68
mataöe
mijn oog matakoe. Mataöe dila mowali potoeloehoe sababoelijo mongongota . Ik kan mijn oog niet doen slapen , omdat het pijnlijk is. Matakoe tiada boleh koetidoerkan , sebab ada sakit.
boekoeoë
mijn boek
kitabkoe.
Boekoeöe tahoe -tahoe tohoewali, māila lo öedtoe. Mijn boek , dat opgeborgen was in de kamer , werd door demuizen opgevreten .
Kitabkoe tersimpan dibilik soedah dimakan oleh tikoes. 3 . Bij sommige bijvoegelijke 3 . Diantara katas sifat, jang naamwoorden , die als substantiva boleh dipakei saperti kata nama,
gebruikt worden , kan ook het ach - ada djoega , jang boleh diboeboeh tervoegsel oe geplaatst worden , achiran öe, saperti diterangkan
zooals uit onderstaande voorbeel- dibawah ini. den zal blijken. odelo :
bijv. :
landtingoöe mijn luiheid lingohoeöe , dikte hajaöe hoogte
saoempama : kemalasankoe.
loepoehoeöe boeheliöe
kracht zwakte dapperheid
poenakoöe
lafheid
kegemoekankoe. ketinggiankoe. kerendahankoe. kekoewatankoe. kelemahankoe. keberaniankoe. ketakoetankoe.
kajave
rijkdom
kekajaänkoe.
wopaöe lotoloöe
laagte (nederigheid )
Loija hilimboeä Korte zinnen Landtingoöe botija māmowali moöpolanga Deze mijn luiheid zal de oorzaak worden Kemalasankoe ini akan djadi mengadakan
Katas pendek. ölaöe. van mijn honger. kalaparankoe.
Lingohoeöe botija māmowali tababoe loöe moöpate.
Mijn dikte zal de oorzaak van mijn dood zijn . Kegemoekankoe ini akan djadi sebab pada mengadakan matikoe.
Hajaöe botija lātamaö ngometeli wawoe ngopita . Mijn lengte is ongeveer 1.5 M . Ketinggiankoe kira satoe Meter setengah.
69
Lotoloöe toetoewawoea wolo lotolai Male . Mijn kracht is gelijk aan de kracht van Male. Kekoewatankoe sama djoega dengan kekoewatan Si Male.
Loepoehoeöe mādilalo mowali woenemo lodokoeteli. Miju zwakheid kan niet genezen worden door den dokter. Kelemahankoe soedah tiada boleh dioebati oleh toean doktor. No 2 moe.
1. Het achtervoegsel moe, bijl . Adapoen achiran moe pada
werkwoorden , beteekent, dat de kata bekerdja itoe menoendjoek handeling door den aangesproken bahoewa orang tempat kita ber persoon verricht wordt. kata jang soedah melakoekan pekerdjaän itoe. Maka achiran moe ini sama djoega dengan kata rolehmoeil,
Loija hibimboeä .
Korte gesprekken .
Kata ' pendek .
Tooëtònoe lihoewamoe wadala moe boti ?
Waar hebt gij uw paard hier laten baden ? Dimana engkau mandikan koedamoe ini?
Omoömoloe ilāmoe ilāöe tahoe-tahoe teto ? Wanneer hebt gij mijn rijst , die daar opgeborgen was, opgegeten ? Tempo apa engkau makan nasikoe tersimpan disitoe?
Apoela bijongā bojito , toboeömo lolo ? Waarmede hebt gij dien dollen hond gestoken ? Andjing gila itoe , engkau tikam dengan apa ? Doengo tabaä bojito , ilitomoe lolo , alihoe mowali āloeti ilitalijo ? Waarmede hebt gij die tabaksbladeren gesneden , opdat de reepen fijn worden ?
Daoen tembakau itoe diïriskan olehmoe dengan apa , sopaja djadi aloes irisannja ?
2 . Het achtervoegsel »moe. 2 . Maka achiran "moen pada bij zelfstandige naamwoorden ver- katas nama, sama djoega dengan
vangt het bezittelijk voornaam - achiran „moen dalam behasa me woord ruw .
lajoe.
odelo :
oloboemoe himbamoe batademoe belemoe ilengimoe
bijv . : uw karbo
uw schaap
saoempama :
kerbaumoe. biri‘moe.
uw geit
kambingmoe.
uw huis uw tuin
roemahmoe. kebonmoe.
N° 3 ja. Dit achtervoegsel wordt alleen Maka achiran ja tjoema dipa geplaatst achter sommige werk - kei pada beberapa kata bekerdja , woorden , die op een e of i ein - jang soekoe achir tertoetoep den
digen , en geeft dan een imperatief gan hoeroef e atau i, sama djoega
„ lah , didalam behasa melajoe.
vorm .
odelo :
bijv .: sla ! roei ;
pateja (pate)
biteja (bite) païja (pai)
gooi ! koop !
talija (tali)
saoempama: poekoellah . dajoenglah . lemparlah. belilah .
Dila pateja wadala loendtoe-loendtoe olemoe boti ! Sla het paard niet , dat gij hier berijdt !
Djangan poekoel koeda, jang engkau toenggang ini! Biteja boelotoe bojito alihoe maji doengga itobotija ! Roei die prauw vlug naar ons toe ! Dajoenglah perahoe ini sopaja lekas sampei kita orang ini! Paīja ojile bojito Ali !
.
Werp dien mangga weg, Ali ! Lemparlah mangga itoe, Ali ! Talija wadala bojito , odtito moelalijo ! Koop dat paard , dat zoo goedkoop is ! Belilah koeda itoe, bagitoe poenja moerah ! No 4 wa.
1. Dit achtervoegsel wordt ge1. Maka achiran wa tjoema plaatst achter werkwoorden met boleh diboeboeh pada achirnja andere eindklinkers in dezelfde kata bekerdja dengan soekoe achir beteekenis als ja. lain dengan artinja samaachiran ja .
71 odelo :
dtoetoewa hocöwa taöwa
bijv.: leg neer ! open !
saoem pama : letakkanlah ! boekalah !
steel !
tjoerilah ! .
delowa
breng !
toeboewa
kook !
bawalah ! masaklah !
hamawa
neem !
ambillah !
dahawa poöwa poetoewa
pas op , waak ! breek !
djagalah ! petjahkanlah !
snijd !
potonglah !
Dtoetoewa teja pale delo-delo olemoe boti ! Leg hier de padi, die gij daar brengt , neer !
Letakkanlah disini padi dibawa olehmoe ini! Hoeöwa hoeheboe bojito wonoe malo doelahoe !
Open die deur, wanneer het reeds licht is ! Boekalah pintoe itoe kalau soedah siang ! Ali, taöwa wadala lai Moeta !
Ali, steel het paard van Moesa ! Ali, tjoerilah koeda si Moesa ! Moeta ! delowa mai odtija bindte bojito !
Moesa , breng die mais hierheen ! Moesa , bawalah kamari disini miloe itoe ! Koki, toeboewa mao ila li toeani bojito !
Kokki, kook straks de rijst van dien heer ! Koki, masaklah akan nasi toean itoe ! Ahamadi! hamawa mota ode olemoe wadala bojito , alihoe dila bolo
maji moli toölaöe ! Achmad , breng dat paard naar uw huis, opdathet bij mij niet weg raakt! Achmad , bawalah kapadamoe koeda itoe , sopaja djangan djadi
hilang padakoe! Amina! dahawa mao tāöekikinga bojito , alihoe dila bolo modehoe totoeadoe ! Amina , let op dat kleine kind , opdat het niet van de trap zal vallen !
Amina, djagalah akan anak ketjil itoe , sopaja djangan akan djatoeh di tangga !
72
Wondtali poöwa maö Ali poetita bojito ! Breek dat ei eens, Ali ! Tjoba petjahkanlah, Ali, telor itoe !
Poetoewa maö patodē bojito ! Snijd dat suikerriet ! Potonglah akan teboe itoe ! 2. Bij enkele zelfstandige naam -
2. Diantara kata nama djoega
woorden kan men ook het achter - ada beberapa , jang boleh dapat voegsel „ wa, aantreffen . achiran "war . odelo : toetoewa ! balawa !
bijv .: drink melk
saoempama :
minoemlah soesoe ! pagarkanlah !
toepawa !
maak er een omh omneining om meet het met een tjoepak
tjoepakkanlah !
handtawa !
meet het met een gantang
gantangkanlah !
N° 5 10. 1. Het achtervoegsel » lo» treft
2. Maka achiran olon boleh
men slechts bij sommige werk- diboeboeh sadja pada beberapa
woorden aan ; het drukt ook den kata ' bekerdja dengan artinja imperatiefvorm uit , doch in ster- disoeroeh keras akan melakoekan pekerdjaän itoe.
kere mate . odelo : lahilo ülo
laölo
tihoelolo
bijv.: loop weg , vlucht je zult lachen ga , je moet gaan sta op
saoempama :
larilah. terta walah.
berdjalanlah , pergilah. berdirilah .
N° 6 po 1. Het achtervoegsel po bijl . Maka achiran " po. diboe werkwoorden geeft aan , dat de boeh pada kata ' bekerdja , menoen handeling eerst moet geschieden ; djoek bahoewa pekerdjaän mesti
het stam woord wordt hierbij steeds dilakoekan dehoeloe, maka asal herhaald . kata itoe haroes dioelangkan .
73
boeli-boelipo
eerst op schuld , op rekening terhoetang dehoeloe . pas maar eerst op djaga? tidoer toeloe-toeloehoepo slaap maar eerst wat belis tali-talipo koop maar eerst wat berdiris tihoe-tihoelopo sta eerst op
daha-dahapo po
ali-alipopo toela -toeladoepo
schil maar eerst
koepass
schrijf ,
toeliss doedoeks
hoelo -hoeloöpo
zit
,
bilo -bilohoepo pade-padeöpo dede-dedeöpo
kijk , beploeg " sleep
,
lihats
padjikos helas
2 . Werkwoorden , die het voor-
2. Kata bekerdja , jang soedah
voegsel po bij zich hebben , kun
mendapat awalan po, boleh djoega
nen ook nog het achtervoegsel
diboeboeh achiran po.
po bij zich krijgen . odelo :
potalipo pomakepo
bijvoorbeeld : eerst verkocht worden " gebruikt
pongapo
"
polamelopo
" eten (van vorsten)
potoeboepo pongadtipo
1 1
Loija hilimboeä
eten
saoempama :
didjoewal dehoeloe.
dipakei makan
santap
(dipakei
pada orang dihormati). memasak dehoeloe.
koken uit de koran leeren lezen mengadji Korte zinnen
,
Kata ' pendek.
Bindte to kado bojito potalipo lowatija topatali. De mais in die zak werd eerst door mij op de pasar verkocht.
Miloe dikarong itoe didjoewal dehoeloe oleh saja dipasar. Kajini botija pomakepo lowateja lapatao bolo wohi maji lowateja olandto.
Deze kain werd eerst door mij gedragen , vervolgens gaf ik ze pas aan mijnheer.
Kain ini dipakei doeloe oleh saja , kamoedian baroe saja berikan kapada toean.
74
Ali , pongapo jiö tēja , wawoe bolo polaö. · Ali , eet gij eerst hier, en ga dan heen .
Ali, makan dehoeloe engkau disini, dan kamoedian baroe pergi. Koki! potoeboepo jio , oeälo litoeani wawoe bolo potoeboe oeāloçë.
Kok, kook eerst het eten voor mijnheer , en kook dan pas het eten voor mij.
Koki, memasak dehoeloe engkau makanan toean , dan kamoedian baroe memasak makanankoe. Pongadtipo teja jiö , Ali, wawoe lapatao bolo mota pougadti to bele lilamoe.
Leer gij eerst hier uit de koran lezen , Ali , en ga daarna pas
leeren in het huis van uwe moeder. Mengadji dehoeloe disini engkau Ali , dan sasoedahnja itoe baroe pergi mengadji diroemah iboemoe.
3 . Ook kan het achtervoegsel
3 . Katas nama dan kata sifat
po geplaatst worden achter zelf- boleh djoega diboeboeh achiran standige en bijvoegelijke naam - po , akan tetapi kata ' itoe haroes
woorden , maar dan moeten deze selaloe disertaï kata bekerdja . steeds van een werkwoord ver gezeld gaan .
Loija hilimboeä .
Korte zinnen .
Kata' pendek.
Ali , wadalapo oehamalo , wawoe lapataö bolo bendti. ,
Ali, eerst moet het paard gehaald worden , en vervolgens pas de bendi. Ali , koeda dehoeloe, jang diambil, dan kamoedian beharoe bendi. Aboebakali ! belepo oebongoelolo , wawoe tolapataö leto bolo mopoo piohē bala ločlengi boti.
Aboebakar , ge moet eerst een huis bouwen , en daarna pas den pagar om dezen tuin verfraaien .
Aboebakar , roemah dehoeloe , jang diperdirikan , dan kamoedian daripada itoe baroe perbaiki pagar kebon ini.
Moeta , maloeöpo oedeöpolo , wawoe lapataö bolo modeöpo bibiö. Moesa , eerst moeten de kippen gevangen worden, en daarna pas de eenden .
Moesa , ajam dehoeloe jang ditangkap dan kamoedian baroe me nangkap itiq. (bēbēk )
75
Mina ! boöpo oedetoemolo wawoe lapatao bolo talala . Mina , ge moet eerst het baadje naaien , en vervolgens pas debroek.
Mina, badjo dehoeloe jang didjahitkan dan kemoedian baroe seloear (tjelana).
Koeli, hajaöpo oetoeöedoelo toïlengi bojito , wawoe lapatao bolo tanggala .
Koeli, ge moet dien tuin eerst over de lengte meten , en dan pas over de breedte.
Koeli , pandjang dehoeloe, jang dioekoerkan pada kebon itoe , dan kamoedian baroe lebar . Tā mowewengila ! tanggalopo oebalalo tožlengimoe bojito , wawoe
lapataö bolo hajao. Dorpeling, ge moet eerst in uw tuin daar over debreedte een pager maken , en dan pas over de lengte .
Orang doesoen , lebar dehoeloe jang dipagari pada kebonmoe itoe, dan kamoedian baroe pandjangnja .
Koki! palepo oëtalijolo , wawoe lapatao bolo oeponoelo, Kok , ge moet eerst rijst koopen , en dan pas visch. Koki, padi dehoeloe jang dibeli , dan kamoedian baroe ikan. N° 7 maö.
Het woordje maö wordt bij
Adapoen kata maö boleh djoe
werkwoorden , en bij sommige ga ditilik selakoe achiran pada
zelfstandige
naamwoorden
als kata bekerdja dan beberapa kata
achtervoegsel geplaatst in de be- nama dengan artinja , rakanı . teekenis van het Maleisch vakan ) .
bijvoorbeeld :
odelo :
saoempama :
dahawamaö talijamaö detohemaö
iets bewaken koopen
opladen , iets volladen
moeatkan .
dedeämaö bolijemao
1
sleepen
helakan .
1
verwisselen
djagakan belikan.
toembilimai patejamaö
dooden
gantikan . bakarkan. boenoehkan .
toelademai
laten schrijven
toeliskan .
1 verbranden
76 lalahemaö poetoewamai bitetamaö balawamaö handtawamai
toepawamai katijamaö
iets geel verven
koeningkan .
"
snijden
potongkan .
1
verscheuren
robekkan .
omheinen
pagarkan. gantangkan . tjoepakkan.
iets met een gantang meten " " tjoepak " kati's wegen
1
katikan .
No 8 maji.
maji, artinja
Maka kata
Hetwoordje „maji, beteekent,
„ kom hier ” . Het wordt dikwijls gebruikt bij werkwoorden als achtervoegsel , en beteekent , dat de aangesproken persoon moet komen om de handeling te ver-
kamari . Selaloe diboeboeh salakoe achiran pada kata ' bekerdja , dan menoeudjoek bahoea orang tempat kita berkata mesti datang mela koekan pekerdjaän itoe.
richten .
odelo : dahamaji patijamaji
toeöedemaji
bijv . :
saoempama:
kom hier waken kom hier en sla
djaga kamari.
,
meet
poekoel kamari.
o ekoer kamari.
No 9 mota .
Op dezelfdewijze wordt„mota. Demikian djoega dipakei kata als achtervoegsel gebruikt. De umotan salakoe achiran pada beteekenis is dan , dat de hande- kata bekerdja dengan artinja
ling ergens naar toe moet geschieden .
pekerdjaän mesti dilakoekan ka sanall.
odelo : delawamota toeöedemota
bijv. : breng het daarheen meet daarheen
bawa kasana. oekoer kasana.
toelademota
schrijf daarheen
toelis kasana.
saoempama :
No 10 ndto. Maka kata ndto, artinja toean, Het woord ndto, dat mijn -
heer beteekent, wordt bij som - dipakei djoega salakoe achiran mige zelfstandige naamwoorden pada beberapa katas nama dan en werkwoorden als achtervoegsel kata ' bekerdja . gebruikt.
odelo : tijamandto
tijalaöndto
bijv. : uw vader mijn vader uw moeder mijn moeder uw kind
tijalaöndtoēja watandto watandtoēja
uw dienaar mijn mijnheer
tijamandtoēja tilandto tilandtoēja
patejandto detohendto
mijn kind
uw paard
maloeöndto
"I kip I tuin
boekoendto apoelandto bongondto tapewondto oeälondto
toean poenja bapa.
bapa toeau hamba. toean poenja mama.
mama toean hamba. toean poenja anak. anak toean hamba. toean poenja hamba. hamba poenja toean .
door u (mijnheer) geslagen toean poekoelkan. door u (mijnheer) opgeladen , moewatkan.
wadalandto belendto
ilēngindto
saoempama :
huis
Il boek
» hond
"
koeda toean . roemah ajam
kebon boekoe
klapper hoed
andjing kelapa tjapewo
eten
makanan
, (topitoean).
HOOFDSTUK III.
FATSAL III.
VERSCHILLENDE WOORDSOORTEN .
BERDJINIS ' PERKATAÄN .
A . ojindtā , ook toewawoe één oloewo, doeloewo twee drie totoloe otoloe ,
satoe. doewa .
opato ,
I wopato,
vier
tiga. ampat.
olimo,
u limo
vijf
lima.
zes
anam .
olomo ,
wolomo
opitoe, u pitoe zeven owalo , waloe acht otijo , . , tijo negen opoeloe , » mopoeloe tien
toedjoeh . delapan. serbilan . sa poeloeh .
mopoeloewawoe toewawoe elf
sablas.
mopoeloe wawoedoeloewo twaalf doelopoeloe twintig
doewablas.
doelopoeloewawoe wopato vier en twintig
towoelopoeloe wopatopoeloe
limolopoeloe wolomopoeloe
doewapoeloeh . doewapoeloeh ampat.
dertig veertig
tigapoeloeh. ampatpoeloeh .
vijftig
limapoeloeh. anampoeloeh.
pitoelopoeloe
zestig zeventig
waloelopoeloe tijolopoeloe
tachtig
toedjoehpoeloeh. delapanpoeloeh.
negentig honderd
seratoes.
mohetoeto
sembilanpoeloeh .
limolohetoetawawoe doe loewa vijfhonderd en twee lima ratoesdoewa. duizend seriboe. ngolihoe
ngolakita
tienduizend
ngoboetaö ngopalapa
een half een kwart
ngotajadoe oelima
een vijfde
towoelotajadoe loöepitoe drie zevende pēëndta
eenmaal
selaksa. setengah .
saperain pat. saperlima. tigapertoedjoeh . satoekali.
79
poöloewo
doewakali.
tweemaal
totoloe pooloewo 3 X 2 oebohoelijo de eerste
tigakali doewa.
oeöloewolijo
de tweede
ocütoloelijo oeopatijo oeöpitolijo
de derde
jang kadoewa. jang katiga. jang kaämpat.
jang pertama.
de vierde de zevende
jang katoedjoeh .
watija (watotija ] ik
saja , hamba , patik . watija watandto ik (nederig) jang , diperhamba. waöe ik (hoog) akoe — kita . jiö gij engkau. tiö hij ia . ito wijlieden kita orang. waöe ami {i wij (behalve de aangesproken persoon ) kami. timongoli gijlieden kamoe. marika itoe . timongolio zijlieden ito
itoēja
toean . U , mijnheer U (zeer beleefd ). toeanhamba.
oe
mijn
moe
uw
koe . moe.
lijo
zijn , haar
nja .
ndto limongoli
ons
kita poenja .
uw (meervoud)
kamoe poenja .
limongolia
hun
marika itoe poenja , atau nja .
tita
wie
siapa ?
wolo
wat
apa ?
tonoe
welke
mana ?
oetija oejito
deze die gindsch
ini.
oejitomota teja teta
hier daar
itoe. disana .
disini. disana .
457440
E. li door oleh . Het woordje li wordt alleen Adapoen kata li itoe biasa geplaatst voor vrouwennamen en tjoema diboeboeh dimoeka kata voor titels , in de beteekenis van nama orang perampoean , atau · » door , doch
altijd moet een
werkwoord vooraf gaan .
dimoeka katas gelaran (pangkat)
dan itoe menoendjoek bahoea ialah jang melakoekan pekerdjaän itoe,
akan tetapi dimoeka kata itoe 'haroes diboeboeh kata bekerdja . odelo :
bijv . :
ilā li Amina
tiloeboe li Aita pilate li Miöe tilali li woeleja
saoempama :
gegeten door Amina gekookt door Aisa
dimakan oleh Amina. dimasak oleh Aisa . diboenoeh oleh Miöe.
gedood door Miöe gekocht doorden Marsaoleh dibeli oleh Marsaöleh .
dhilihoema li wala - gegrepen door den wala - dipegang oleh wala äpoelo äpoeloe äpoeloe .
door
lai
„ Lain wordt op dezelfde wijze
oleh Adapoen kata lai sama halnja
gebezigd als li, doch komtalleen
dengan kata li , akan tetapi kata
voor mannennamen .
lai tjoema diboeboeh dimoeka kata nama laki'.
odelo : dtilaha lai Moeta ilaloepa lai Ali
bijv .: bewaakt door Moesa n agezet door Ali
dtilengeta lai Detoe gebeten door Detoe
saoempama: didjaga oleh Moesa . , diboeroe oleh Ali.
digigit oleh Detoe.
piloboe lai Malein brand gestoken door Male dibakar oleh Male .
to Limoetoe
te , bij te Limbotto
to Hoelondtalo
te Gorontalo
to
.
di, pada .
tobele
te huis
di Limbotto. di Gorontalo . diroemah.
totikola
op school
disekola .
toali
bij de put
diparigi.
tolamali tohoeloede towatija
in de kast
dilemari. didjambatan.
op de brug bij mij
pada saja .
81 toölaöe
bij mij
toölemoe toölijo toölandto
bij U
toölimongoli toölimongolijo
bij Ulieden
pada akoe , kita. padamoe. padanja . pada toean . pada kamoe.
bij hen
pada marika itoe.
bij zich , bij hem bij U , mijnheer
londto
dari.
van
londto watija
van mij
londto oliland to
van uwe moeder
dari iboe toean .
londto Oewanengo
van Kwandang
dari Kwandang.
ode ode Batawi
naar
ode bele
naar Batavia naar huis
ode patali
naar de markt
dari saja .
ka. ka Batawi.
karoemah.
kapasar.
wolai met
woli
dengan .
wolo
tinana woli baba
moeder met vader
olobo woli tapi kerbo met koe ilēngi woli pangimba tuin en sawah wa woe.
mama dengan bapa . kerbau dengan sapi. kebon dengan sawah . dan.
en
toetoewawoe
tegelijk met
toenggoelo todelomo
tot
sampei.
in uit
didalam . kaloear .
boven boven op
atas.
van boven onder
dari atas. bawah .
loemoewalo titato tolitato
londto titato tiba wa totiba wa
tohoengio totaloe toboeleme )
samadengan.
diatas.
onder op
dibawah .
in het midden
ditengah.
vóór
dimoeka.
achter
dibelakang
op zij
diseblah .
towoeleja tongotoewali
6
82
F.
omoloewa ?
omoömoloe?
wanneer (in 't verschiet) ? apabila ? 1 (in 't verleden)? tempo apa ?
wololo ?
indien ? hoe ?
tooetonoe?
waar?
dimana ?
ode oetonbe?
waarheen ? waarom ?
kamana ?
wonoe ?
jilongola ?
londto oetonoe? Waar van daan ?
apa sebab ? darimana ?
ngolo ? wonoedengolo
hoeveel? eenige
berapa ?
dadata
veel
ngopēë
weinig
banjak. sedikit.
beberapa.
laba
meer
lebih.
labolaboto
het meest
koekoelangi
minder
wonggowonggoö het minst
terlebih banjak. koerang. terkoerang banjak.
moaämi
alle
samoewa.
dijaloewo
geen
tiada apa'. sadja sedikit.
wambao ngopēë enkele H . odtija odtito
zooals dit
bagini.
zooals dat
bagitoe. e.
dila peěndta maö nooit nog niet
tiada pernah.
oödtito
zoo
belom . demikian.
deöejitojito
dwz. , 0 . a .
ia - itoe.
dipo
I.
djikalau ? bagaimana ?
otoetoe
voorwaar
soenggoeh !
tandtoe tiloehata
zeker
tentoe.
juist
betoel.
potaha
misschien
barangkali .
dila neen
tidak .
dè (tot een mindere) /
oö (tot een mindere) joe (tot zijn gelijke)
ia .
éjaöe (tot zijn meerdere) dila
neen
boekan.
wambao bo
slechts
sadja . tetapi.
maar
J.
wimbidoe
bijna
boölo
echter
lapato daädaälijo
reeds nu en dan
soedah.
doedoelo olojihi
dicht bij
dekat.
links rechts ver af
kiri .
rondom Noord
koeliling.
salatani
Zuid
selatan
timoeloe bala
Oost
timoer.
West
barat.
nu
sekarang. sabentar.
olowala
lamingo
palipalito oetala
K . botija dè moelolo
tooëdipo éjindtije olango
hampir. akan tetapi.
terkadang'.
kanan . djaoeh . oetara .
straks
vóór (van tijd)
tempo dehoeloe . sabelom nja .
zoo even gisteren
kamarin .
vroeger
tadi.
kamarin dehoeloe.
toenoehoe olango eergisteren jindtijé
ini hari.
lomboe
vandaag morgen
ngonoe
overmorgen
loesa .
ngohoeji
iederen dag
tijap hari.
tawoenoe
tonggadoe
jaar moesson
moesim .
hoelalo
maand
boelan .
De Gorontaleesche namen voor
besoeq .
tahoen .
Nama boelan serani dan boelan
onze maanden en voor de Ma- Islam didalam behasa Gorontalo hamedaansche maanden laat ik hieronder volgen .
Janoewali Peboeloewali Mali Apoelili
diseboetkan dibawah ini.
Mohalomoe. Sapali. Labiöeloeäwoewali. Labiöeloeähili.
84 Méï
Dimadiliäwoewali. Dimadiliähili.
Joeni
Joeli
Lidjiboe. Taäbani
Agoesitoesi Sèpoetembeli Akoeto beli
Lamalani, Poewasa. Tawoewali
Nopembeli Desembeli
Doeloekaïda. Hadji.
doeminggoe doelahoe djamoe ngopita loörasi hoeji molalijonoe
week dag
minggo
uur
djam .
half uur
setengah djam .
doemodoepo
's morgens 6 — 8 uur pagi hari.
hari.
malam . nacht 's morgens 5 uurhampir sijang .
obibitiloäpoela
8 — 10 uur v. m .
mahoelonoe
12 u. 's middags
selapar andjing. tengah hari.
tilala ilingo
1 u . n. m .
matahari miring.
loöele
lolango
2 – 3 u . 'smiddags matahari koerang panas. 5 u . n. m . soré.
helimālo
6 – 8 u. 's avonds dari poekoel 6 sampei poekoel 8 malam .
lapato helimolo 8 – 11 u. 'savonds dari poekoel 8 sampei poekoel 11 malam .
modehoewolohoeji middernacht lapato modehoe- 1 – 3 u . 's nachts
tengah malam .
dari poekoel 1 sampei poekoel 3 malam .
wolohoeji
membidoe
doe- 3 — 5 u. 's nachts
dari poekoel 3 sampei poekoel
lahoe doelahoe ahadti Zondag isinini (itinini) Maandag
hari Minggo atau hari Ahad .
5 malam (hampir sijang).
selāta (telāta)
Dinsdag
alabaä
Woensdag
1
senen .
1
tselatza .
rebo atau hari Arboa.
hamisi (hamiti) Donderdag dtoemaäti Vrijdag
chemis. djoemaät.
" sahoetoe (tahoetoe) Zaterdag 1 saptoe. wakoetoe toeboe tijd van morgengebed . loholi I middaggebed. atali
1
1
namiddaggebed .
85
wakoetoe mahaliboe all ita
ngoindta lomato
tijd van avondgebed.
In
nachtgebed. sakedjap mata. sapandjang hari.
ilo- ilolanga ilo- ilonoewa
een oogwenk den geheelen dag den geheelen nacht
ngoboetaö doelahoe ngoboetaö hoeji
den halven dag den halven nacht
stengah sijang. stengah malam .
ngopojilitoe lomana
zoolang als het sirih pruimen duurt zoolang als het rijst
sa pemakan sirih .
ngopojilitoe loñla
sapandjang malam .
sapemasak nasi.
koken duurt. M . Het woordje rtin is gelijk Adapoen kata tin itoe tjoema aan het Maleische wsi", doch wordt boleh diboeboeh dimoeka kata
alleen geplaatst voor vrouwen- nama perampoean atau kata' ge namen en hooggeplaatste personen . laran pangkat. Het woordje rta in wordt in Maka kata rtain
demikian
dezelfde beteekenis alleen voor artinja , akan tetapi boleh diboe boeh dimoeka kata nama lakis mannen-namen geplaatst.
sadja . odelo :
bijvoorbeeld :
saoempama:
ti Aita
Aisa
ti Malija ti Titi
Maria Siti
ti woelēja
Marsaoleh
toean Marsaoleh .
ti jalaäpoeloe
Walaäpoeloe
ti pētoeloe
Assistent-Resident
tai Mela . tai Adamoe
Mela Adam
" Walaäpoeloe . » Assisten-Residen . Si Mela. » Adam .
tai Salidi
Saridin
-- - -
Si Aisa . Maria . » Siti.
Saridin .
>$0 $
ERRATA.
Op blz. 20 regel 5 van boven staat herdjakan moet zijn kerdjakan .
„ „ 20 , 7 ,
1
djaoh
» djaoeh.
Uitgave van MARTINUS NIJHOFF , Den Haag.
L . C . WESTENENK .
ATJEHSCHE
TOLK .
LIJST der meest voorkomende woorden en enkele samenspraken . kl. 8vo . 48 blz . In linnen band . . . . f 1.— .
WE
SA
14
5
.