De stem van Makassar over staat en federatie

  • 0 0 0
  • Like this paper and download? You can publish your own PDF file online for free in a few minutes! Sign Up
File loading please wait...
Citation preview

Stanford University Libraries

3 6105 120 766 303 East Indonesia .

Ministerie van Voorlichting .

De stem van Makassar over staat en federatie .

STANFORD LIBRARIES

3 J976 9 194 3

ZAVAVAVAV

VA

AVAVA

VAVAVVAA AVAVAVAVAVUNR

JE SUIS CE QUIAETE CEQUI EST ET CEENCORE QUI SERA ETNULMORTELNA LEVE LEVOILE QUI ME COUVRE

S YAYAY RARY AVAYA OLIB V E R O MANF THE HOOVER WAR,

AND PEACE

GIFT OF Levij JAVAVAVAVAVAVAVAVA

AVAVAVAL

STANFORD LIBRARIE S

E

STEM VAN

MAKASSAR

OVER

STAAT

EN

FEDERATIE

G NOAN NEKADA TANONG

MAVD

hift ofJ. W. Levij 10-4-49

De

stem

van

Makassar

over

STAAT

EN

FEDERATIE

Keuze

uit de

VRIJDAGAVOND-COMMENTAREN

van het

van Voorlichting van Media as, Ministerie van fast Sudorisi Oost-Indonesië

KEMEND PENERANGAN NEGARA INDONES . MVOL VOORLICHTING OOST

THE MOOVER LIBRARY

Lyp , Drukkerij Makassar. N.V."

19763 1741 E13

178749

INLEIDING

In Juli 1948 opende het Ministerie van Voorlichting van OostIndonesië voor de Westerse uitzending van Studio Makassar zijn serie wekelijkse Vrijdagavend-Commentaren". Op dat tijdstip had in onze Staat het proces van interne organisatie en innerlijke consolidering zich reeds in aanzienlijke mate voltrokken ; een nationale politiek van eigen Oost-Indonesisch karakter was enkele maanden tevoren, met het optreden van het eerste Kabinet-Ide Anak Agung Gde Agung, tot welbewuste doorbraak gekomen en haar resultaten begonnen zich duidelijk af te tekenen, zowel in het staatkundig leven der Negara zelf, als in haar verhouding tot het omringende Indonesië. Op de grondslag van die doelbewuste politiek begon zich toen reeds Oost-Indonesie's initiatief met betrekking tot de nieuwe rechts orde in Indonesië te ontwikkelen. De commentaren-reeks, aanvankelijk alleen begonnen met de bedoeling, om vooral ook in de Nederlandse bevolkingsgroep in Oost-Indonesië ruimer inzicht en zuiverder begrip te wekken voor de vraagstukken, met het leven der Negara Indonesia Timur samenhangend, en voor de beginselen en inzichten , waardoor de Regering haar gedragslijn liet bepalen, is onder de invloed dier omstandigheden weldra daarnaast uitgegroeid tot nog iets méér dan dat. Naarmate in de loop der maanden klemmender duidelijk werd, hoe nauw lot en toekomst der Negara verweven zijn met de problemen van de opbouw der vrije en souvereine V.S.I., van welke zij cen deelstaat wil zijn, vonden in deze ,,Vrijdagavond-Commentaren" de ontwikkelingen in het federale vlak, en de gedragslijn, door de Regering te Makassar daar tegenover aangenomen, een duidelijke afspiegeling. De ontwikkelings-lijn der samenwerking van de federale deelgebieden , via de Bandung-resolutie en de Haagse October-overeenstemming voerend tot het denkbeeld van de Federale Interim-Regering ; doorbroken door de teleurstellingen van Kaliurang en de stap van 19 December 1948 ; daarna echter, mede op Oost-Indonesisch initiatief, welbewust doorgetrokken naar de idee der versnelde overdracht van de souvereiniteit, volgden deze commentaren op de voet. Als zodanig bieden zij in hun regelmatige opeenvolging het beeld van een stuk consequent 3

en weloverwogen beleid in belangrijke phasen van Indonesië's politieke ontwikkelingsgang . Het gesproken woord vervluchtigt spoedig. Daarom leek het nuttig, uit de sinds Juli van het vorig jaar voor de microfoon ge brachte commentaren, waarin de stem van Makassar ook buiten de eigen Staat veelal met belangstelling werd gehoord , een bloemlezing samen te stellen, welke hierbij de lezer wordt aangeboden. Ter wille van de overzichtelijkheid zijn de behandelde onderwer pen in enkele hoofd-groepen gerangschikt, terwijl, waar dit wenselijk bleek, de opgenomen citaten door een korte verbindende tekst werden geplaatst in onderling verband en tegen de achtergrond der feiten, waarop zij betrekking hebben. Moge deze uitgave ertoe bijdragen, het juiste licht te doen vallen op de wijze, waarop de Regering van Oost-Indonesië totnutoe ernaar heeft gestreefd, haar verantwoordelijkheid jegens de Staat en jegens het groeiende vrije en souvereine Indonesië tot uitdrukking te brengen.

Makassar, Mei 1949

Over

DE

FEDERALE

ONTWIKKELING

23 Juli 1948 : Het overzicht van de op 20 Juli 1948 gesloten zitting van het Voorlopig Vertegenwoordigend Lichaam bood de commentator gelegenheid , de volgende schets te geven van karakter en doelstellingen der algemeen- Indonesische politiek van de Regering : Bij monde van de Minister-President heeft de Regering duidelijk gemaakt, dat zij in haar streven en in haar doelstelling even Indonesisch-nationalistisch is georiënteerd, als de leidende figuren in welk gebied van Indonesië ook. De onverkorte autonomie van de Staat Oost-Indonesië en de onverkorte souvereiniteit van de Verenigde Staten van Indonesië zijn het doel, waarnaar zij koers houdt. De Regering van Oost-Indonesië houdt daarbij vast aan de datum 1 Januari 1949, niet in de zin van „ richtdatum ". maar als het tijdstip, waarop de souvereiniteit van Indonesie feitelijk en tastbaar moet kunnen worden. Maar de Regering schermt riet met deze beginselen als schone leuzen. Integendeel zij is er terdege van doordrongen, dat, indien men deze beginselen huldigt, er iets gedáán moet worden, zelfs heel véél gedaan moet worden, om ze inderdaad reëel in practijk te kunnen brengen. Dat is ook de reden, dat men te Makassar met bezorgdheid waarneemt, hoe op Java de besprekingen zich tussen Kaliurang en Batavia voortslepen zonder aanwijsbare vooruitgang met betrekking tot de hoofdpunten der controverse tussen de Republiek en Nederland. Bezorgdheid, omdat hieruit het gevaar zou kunnen ontstaan, dat het tot stand komen van een werkelijk Federaal-Indonesisch organisme, dat op 1 Januari 1949 de totnutoe door Nederland gedragen souvereine rechten en verantwoordelijkneden zou kunnen overnemen, nodeloos zou worden vertraagd. Daarom heeft de Regering van Oost-Indonesië dan ook het initiatief genomen tot het bijeenroepen van de conferentie voor federaal overleg te Bandung, bestaande uit vertegenwoordigers van alle buiten-republikeinse gebieden, die deel zullen uitmaken van de toekom5

stige Federatie. Hier heeft men zich tezamen beraden over de vorm, waarin de nog bestaande moeilijkheden tot oplossing konden worden gebracht, en over de wijze, waarop óók voor 't geval de ontwikkelingen ten opzichte van de Republiek nog niet zover gevorderd zouden zijn, dat de Regering te Djokja actief en constructief aandeel in de Federatie zou kunnen nemen, toch een tastbaar federaal apparaat tot stand kan worden gebracht, dat de souvereiniteit voor geheel Indonesië kan dragen. Na in het kort de conclusies van de bekende „ Bandung. resolutie" te hebben gememoreerd, vervolgde de commentator : De Regering van Oost-Indonesië heeft haar koers met vaste hand uitgezet de Federatie moet een realiteit worden, zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 Januari 1949 ; daarnaast zal dan de verbondenheid tussen deze Federatie en Nederland, als het vrijwillig samengaan van twee gelijkwaardige, souvereine gebieden, in de Nederlands-Indonesische Unie tot stand moeten worden gebracht. Want ook in dit opzicht heeft de Regering te Makassar duidelijke taal gesproken : de Unie is ook voor haar deel van de staatkundige conceptie, die Indonesië en het Koninkrijk in een harmonische symbiose van belangen en historisch gegroeide relaties zal verenigen, mits deze Unie niet het karakter drage van een van bovenaf geconstrueerde en gedirigeerde ,,super-staat", doch van een organisme, welks inhoud en functie door de samenstellende souvereine delen wordt bepaald. Dit alles is ook voor de Nederlanders in deze landen van grote betekenis. Het houdt in, dat zij zich vertrouwd moeten maken met de gedachte, dat zij niet meer allereerst als dragers van gezag en verantwoordelijkheid hier zullen zijn, daar deze over de gehele linie in Indonesische handen en op Indonesische schouders zullen worden gelegd. Maar het houdt zeker niet in, dat 1 Januari 1949 de datum zal worden van ,,de grote uittocht " van het Nederlandse element, zoals sommige défaitisten het zien en enkele heethoofden door de Regering krachtig te keer gegaan het propageren. Het betekent, dat er voor vele Nederlanders hier te lande tal van gelegenheden open blijven, om uit de schat van hun administratieve en technische kennis en ervaring mede deel te hebben aan de opbouw van de Indonesische landen in hun nieuwe gedaante. Het wil zeggen, dat de Nederlanders ook in Oost-Indonesië zich moeten doordringen van het besef, dat zij, door náást en tezamen met de Indonesiërs dit 6

land tot bloei en welvaart te brengen, een schone en ook naar Indonesisch oordeel onmisbare bijdrage kunnen leveren aan te toekomst dezer landen. Het betekent ten slotte, dat de Nederlander in deze Negara geplaatst wordt voor een vraag, waarop hij zelf het antwoord geven moet of hij eerlijk naar vermogen wil medewerken, om de belofte, in 1942 door H. M. de Koningin der Nederlanden aan deze gewesten gedaan, tot volle verwezenlijking te brengen. En bij de beantwoording van deze vraag zal de Nederlander in Oost -Indonesië dan kunnen bedenken, dat het een belofte geldt van Háár, aan Wie óók de volksvertegenwoordiging van deze Staat bij Haar regerings-jubileum eenstemmig eerbiedige hulde en erkentelijkheid heeft betuigd. 6 Augustus 1948 : In een beschouwing van de op 15 Juli aangenomen resolutie der Bijeenkomst voor Federaal Overleg te Bandung zet de commentator uiteen, dat men deze uitspraak niet mag beschouwen als een soort „ keerpunt” in het Indonesische nationale streven. Hij verbindt daaraan dan de volgende beschouwingen : Wie de ontwikkeling van zaken in deze landen met enige aandacht heeft gevolgd, en enigszins oplettend heeft geluisterd naar de uitspraken, in de loop der laatste maanden van verschillende Indonesische zijden gedaan, moest er zich reeds lang van bewust zijn, dat de Indonesisch-nationalistische drang naar verwezenlijking van het vrijheids-ideaal ook buiten het gebied van de Republiek in sterke mate werkzaam was..... Tussen deze gebieden en de Republiek bestaat géén verschil van overtuiging en van einddoel, voor wat betreft het streven naar een vrij Indonesië. Sterk echter trad in de gewesten, welke men sinds Juli 1946 wel onder de aanduiding ,,Malino-gebieden" pleegde samen te vatten, het inzicht op de voorgrond, dat de verwezenlijking van het nationale ideaal gezocht moest worden langs de weg der evolutie en in een geleidelijke, zij 't ook zo snel mogelijke, ontwikkeling. Tegenover de in sommige kringen blijkende aandrang, om met revolutionaire middelen te pogen, het gestelde doel met één slag te verwezenlijken, heeft de Regering van Oost-Indonesië (en hebben andere deelgebieden mèt haar) steeds de diepe overtuiging en het onwankelbare vertrouwen gesteld, dat het onjuist èn onnodig zou zijn, om de weg van het redelijk overleg prijs te geven. Oost-Indone-

7

sië achtte het in geen enkel opzicht verantwoord, deze landen ten prooi te doen vallen aan de onberekenbare gevolgen van een politiek van ,,directie actie", die onvermijdelijk chaos en ontreddering teweeg moest brengen. Juist ter wille van het nationale ideaal van een politiek en economisch hechte eenheid van Indonesië, in federatief verband als een sterke souvereine staat in de internationale samenleving

tid ve

al On

tredend, heeft de Regering te Makassar steeds vastgehouden aan de hier geschetste koers, doordrongen als zij was van het gevaar, dat de staatkundig-economische kracht van de toekomstige Federatie zou kunnen bedreigen, indien de nationaal-Indonesische belangen tot speelbal zouden worden van groepen en elementen, die elders helaas het ontplooien van waarlijk constructieve krachten bleken te belemmeren.

bevolkingsgroepen van Indonesië in dezelfde stuwkracht aanwezig is, en dat de eindvorm, welke men zich voor dit streven voor ogen houdt, dezelfde is buiten zowel als in het gebied van de Republiek : een vrije en souvereine Indonesische Federatie, binnen de kortst ......... mogelijke tijd.………………… Er is nu eenmaal in de bewust-denkende wereld van Indonesië geen ,,bevriend" en geen vijandig" nationalisme. Er bestaat een nationalistische beweging, een nationaal streven ,,tout court" , dat óveral dezelfde kern heeft, die elke nationale bewustwording altijd en overal in de historie heeft gekenmerkt. Ook het Indonesische na8

De zi he ne W

80 le fe Va de

23 S E L

aa ve ve ki

b SE 2. 7 3 S S 4 8 5

Wellicht is het niet geheel onbegrijpelijk, dat deze bezadigdheid van methode en deze rustige toon bij sommige oppervlakkige waarnemers ten oprechte de indruk deden ontstaan, alsof de nationalistische gedachte niet overal in Indonesië even sterk tot levende werkelijkheid was geworden. Men kon, als men de gesprekken beluisterde in die Nederlandse kringen, die de ontwikkeling van het Indonesische probleem min of meer van buitenaf volgden, somtijds de neiging ontmoeten, om een onderscheid te construeren tussen een soort ,,bevriend" nationalisme (,,bevriend" dan, met Nederlandse ogen en van een bepaald Nederlands standpunt uit bezien) , en een ,,vijandig" , d.w.z. anti-Nederlands gericht, radicalisme. Dit fictieve onderscheid is echter niet anders dan een legende......... Uit het bestaan van die legende moet, dunkt one óók grotendeels de verrassing worden verklaard, waarmede hier en daar de resolutie van Bandung is ontvangen. Immers, één ding heeft deze resolutie thans wel héél duidelijk in het licht gesteld dat het streven naar vrijheid en onafhankelijkheid bij àlle bewust politiek-denkende

na m

ge Va Sta

la

eig ke We

tot

var

tionalisme streeft, gelijk overal elders, naar compleetheid, naar onverkorte zelf- verwerkelijking en onbelemmerde ontplooiing. Het is in die kern van zijn wezen onverbiddelijk en intransigent, al wil dit geenszins zeggen, dat het niet in staat en bereid zou zijn , om het ,,suaviter in modo" met het ,,fortiter in re" te verenigen. Verschillende tekenen en uitlatingen in onverdacht-Indonesische kring doen blijken, dat juist in de laatste tijd in het Indonesische nationalisme een gezonde zelfcritiek en een zin voor het practischmogelijke zich baan breken. In kringen der bewust-denkende Indonesische nationalisten blijkt met toenemende duidelijkheid , dat zij zich zeker niet blind willen staren op de uiterlijke glans alléén van het begrip ,,onafhankelijkheid” , doch dat zij meer en meer en in toenemend aantal doodrongen worden van het besef der grote verantwoordelijkheden en van de zware plichten, die de eenmaal verworven souvereiniteit aan Indonesië als staat in de internationale samenleving, en aan de deelstaten als schragende delen van het geheel der federatieve V.S.I. , zal opleggen. Ook dit besef brengt de resolutie van Bandung tot uitdrukking : hier hebben de verantwoordelijke leiders der toekomstige deelstaten getracht, tot aan de grens van het practisch-bereikbare, tastbare vorm te geven aan een apparatuur, aan een uitvoerend bewind en een voorlopige mede-wetgevende volks vertegenwoordiging, waardoor reeds op 1 Januari a.s. aan een souvereine Indonesische Federatie werkelijke inhoud en zichtbare werking kan worden gegeven......... Evenals het een dwaling is, te spelen met de gedachte aan een ,,bevriend" nationalisme, even duidelijk dient daarnaast ie worden gesteld, dat voor degenen van niet-Indonesische landaard de boeman van een z.g. ,,vijandig" nationalisme niet mag en niet behoeft te bestaan. Indien de Nederlander in deze landen bereid is , loyaal een eerlijk de gerechtvaardigdheid te erkennen van het Indonesische verlangen, om baas te zijn en zelf verantwoordelijkheid te dragen in eigen Indonesisch huis, dan zullen Nederlandse ervaring, Nederlandse kennis en wetenschap, in deze gewesten welkom zijn, en dan zal het weefsel der verbondenheden, die het Nederlandse en het Indonesische volk in een symbiose van samenvloeiende belangen tezamen houden, niet te loor gaan in de nieuwe staatkundige structuren, die thans tot ontplooiing zullen komen. De vorige week heeft voor deze microfoon de Minister-President van Oost-Indonesië het woord tot u gericht. Hij verklaarde, spre9

kend over de resolutie van Bandung, het ontstaan daarvan uit het streven, om ,,die grotere zekerheid, waaraan bij alle lagen der bevolking zo dringend behoefte bestaat, te bevorderen en tot grondslag te maken van een toekomst die wij allen, Indonesiër en Nederlander, Chinees en Arabier, met vertrouwen tegemoet kunnen zien”. 2. Exc . Ide Anak Agung Gde Agung legde er de nadruk op, dat men aan Indonesische zijde niets liever wenst dan hartelijke samenwerking, mits dit een vrijwillige samenwerking van gelijkwaardige partners zal kunnen zijn. ,,Het is in vrijheid , dat gevraagd zal moeten worden ora hulp en bijstand", aldus de Minister-President. ,,Zij zullen dan váák en van harte worden gevraagd, om even vaak en van harte te worden verleend".......... Deze woorden betekenen, dat de gedachte aan een „ vijandige". anti-Nederlandse inslag van het Indonesisch -nationalistische streven slechts voedsel vindt in het brein van jemand, die bevreesd is voor zijn eigen schaduw. Doch de Nederlander, die bereid is en in staat, om in vrijwillige samenwerking naast de Indonesiër deel te nemen aan de opbouw en de ontwikkeling van dit land......... zal waardering en voldoening kunnen vinden in de door hem verrichte taak, en zal door zijn werkzaamheid ertoe kunnen bijdragen, dat Indonesië en Nederland tezamen genoemd zullen blijven in de historische ontwikkeling der naties.

27 Augustus 1948 : De uitspraak der eerste B.F.O.- vergadering leidde tot een voorlopig ovelreg met de Nederl. Regering te Den Haag, als resultaat waarvan deze een voor-untwerp van wet inzake een Fed. Interim-Regering voor Indonesië opstelde. Bij de behandeling van dit voor-ontwerp door de Federale Conferentie te Bandung bleken daartegen echter nog verschillende bezwaren te bestaan en men vond daar het ontwerp ,,niet aanvaardbaar”. -- De Oost-Indonesische commentator bleek echter toch van mening, dat men deze conclusie niet al te tragisch moest opvatten en zag de mogelijkheid open om tot een bruikbaar resultaat te komen. Zeker zou het onjuist zijn, om de eerste reactie van de BandungConferentie, die het wetsontwerp in de tegenwoordige vorm ,,niet aanvaardbaar" noemde , op te vatten, alsof men daarmede tevens het 10

nut van verder overleg zou willen betwijfelen. Die reactic immers moeten wij vooral ook zien tegen de achtergrond van de stemming, die deze conferentie heeft beheerst. Met spoed werden de deelnemers naar Bandung opgeroepen, en slechts ruim één week scheidde verschillende conferentie-gangers van ' t ogenblik, waarop zij ter bijwoning van de jubileumfeesten en de kroningsplechtigheid naar Nederland moesten afreizen. Toch had men waarschijnlijk gaarne in die korte spanne tijds tot een definitief oordeel willen komen omtrent het onderwerp, opdat dan immers ook in Nederland te voorbereidingen voor het instellen der Indonesische Interim- Regering snel voortgang zouden kunnen hebben. In die atmosfeer van gejaagdheid en hoge druk kwam het voor-ontwerp ter tafel - een ontwerp, dat, zoals ook van Nederlandse zijde werd erkend, wel enigszins de sporen toonde van de snelheid , waarmede men in Den Haag daaraan had gewerkt . -, en de eerste indruk daarvan was teleurstellend. Teleurstellend, omdat bij eerste kennismaking duidelijk werd dat men hierop maar niet zó ineens volmondig ,,ja" kon zeggen, maar dat er toch weer zou moeten worden overlegd en gepraat ; misschien niet zo heel lang, maar toch langer, dan men vóór ' t vertrek van verschillende afgevaardigden naar Nederland kon doen. Ziet men de eerste reactie van Bandung in dit licht, dan mag men wel aannemen, dat de wat scherp klinkende formulering daarvan haar grond vindt méér in die algemene stemming, dan in het feit, dat men de bezwaren, die men heeft, als onoplosbaar of onoverkomenlijk gevoelt. Wij geloven dan ook. dat indien het mogelijk zal blijken, om tijdens het verblijf van verschillende Indonesische figuren in Nederland het overleg daar voort te zetten — óók het overleg in eigen Indonesische kring —, daaruit wel iets goeds zal kunnen voorkomen. Een communiqué van de Nederlandse Regering, dat ecrgisteren werd gepubliceerd, heeft doen blijken, dat men zich ook in Den Haag ,,de verst gaande toepassing van de te Bandung aangenomen resolutie" voor ogen stelt, en wij menen, dat op die basis een verdere gedachtenwisseling tussen Nederlandse en Indonesische leiders het vraagstuk vem de structuur der Indonesische Federale Interim-Regering tot bevredigende resultaten zal kunnen voeren,

8 October 1948 : Een tweede periode van overleg in Nederland volgde in September- October 1948 ; hier werd tussen de Indonesische federalisten, de Nederlandse Regering, vertegen11

woordigers der V.F.R .te Batavia en en de zg. ,,Negen Mannen" uit Nederlandse parlementaire kring een basis van overeenstemming bereikt inzake de te vormen F.I.R. voor Indonesië. Op het moment van uitspreken van dit commentaar was de Oost-Indonesische delegatie nog niet te Makassar teruggekeerd en waren dus alle détails van hetgeen bereikt was nog niet bekend. Toch kon de commentator een toon van hoopvolle verwachting aanslaan, waarin echter ook een zekere ernstige drang tot doortasten zich mengde. De laatste berichten omtrent het in Den Haag gevoerde overleg inzake de structuur van een Indonesische F.I.R. hebben een nogal gunstige klank. Ook al maken de jongste persberichten nog melding van enkele punten, waaromtrent nader zal moeten worden overlegd het beheer der defensie-middelen en de status van Nieuw-Guinea zijn wel de voornaamste —, toch is overeenstemming in een zeer nabij verschiet........

Snelheid bij de verdere afwikkeling der nog hangende vragen achtte de commentator dringend gewenst : Want als er één conclusie is, die men met de meeste beslistheid uit de recente ontwikkelingen op Java mag trekken, dan is dat wel deze dat het thans méér dan ooit zaak is, om doortastende voortgang te maken met de concretisering van een onverdacht Indonesische regeringsvorm voor de federatieve structuur. De communistische troebelen in het gebied van de Republiek hebben, voor Indonesië zelf zowel als voor de buitenwereld, een schril licht geworpen op de mogelijkheid, dat het nationalistische ideaal in de greep zou kunnen geraken van krachten en elementen, die allerminst het belang en het welzijn van Indonesië voor ogen hebben, en die niets liever zouden willen, dan het Indonesische vrijheidsstreven misbruiken ten dienste van hun cynische totalitaire doelstellingen in de wereldpolitiek. Onder deze omstandigheden kan het niet anders, of de mede-verantwoordelijkheid voor het lot van gehéél Indonesië, welke meer en meer in de deelgebieden der toekomstige Federatie tot ontwikkeling is gekomen en die o.a. te Bandung zeer bewust werd gevoeld , moet thans dringend de noodzakelijkheid beseffen van een apparatuur, door midDe wordel waarvan zij zich in de practijk zal kunnen uitdrukken steling tussen de Regering te Djokjakarta en de door de communistische agent Muso aangestookte rebellen is niet uitsluitend een pro-

12

bleem van ,,zijn of niet-zijn" voor de Regering-Hatta ; zij is evenmin een verstoring van rechtsorde, belangrijk alleen voor de Republiek en Nederland. Zij betekent een alarm-signaal voor alle weldenkende en eerlijk nationaal -gezinde Indonesiërs , en wordt als zodanig in alle deelgebieden van de toekomstige Federatie gevoeld. Méér dan ooit zullen de nationalisten buiten de Republiek, die streven naar de verwezenlijking hunner doelstellingen met de middelen van politiek overleg, door deze gebeurtenissen gesterkt zijn in de overtuiging, dat de onzekerheid en geslingerdheid, waarin de controverse tussen Djokja en Den Haag totnutoe de situatie heeft gehouden, zo spoedig mogelijk dienen te worden weggenomen. En eenstemmig is het gevoelen in de deelgebieden, dat dit het beste zal kunnen worden bereikt, door de mogelijkheid te scheppen, om die aspecten van de controverse, die liggen in het vlak van de toekomstige Indonesische Federatie, zoveel mogelijk binnen de Indonesische sfeer, in overleg tussen allen , die bij de komende Federatie betrokken zijn, tot een oplossing te brengen......... Zoals de zaken thans liggen, kunnen wij te Makassar slechts de hoop uitspreken, dat de te verwachten staatkundige ontwikkelingen in het federale vlak inderdaad ertoe zullen bijdragen, de weg te effenen tot het bereiken van een organische relatie tussen de Republiek en de overige deelgebieden van de toekomstige V.S.I. Want voor het welzijn van gehéél Indonesië is het dringend noodzakelijk dat het, geschraagd door een gevestigde en welbewust gehandhaafde rechtsorde, in eensgezindheid en krachtige onderlinge samenwerking aller deelgenoten, zijn belangen en zijn toekomst zal kunnen bewaken in een internationale omgeving, waarin politieke spanningen zich allengs krachtiger doen gevoelen. Eén der belangrijkste elementen, waardoor dit doel kan worden bevorderd, is het tot stand komen van een bewindsvorm voor Indonesië, die reeds gedurende de periode van overgang en voorbereiding, welke nog aan de verwerving van de volledige souvereiniteit om practische redenen zal voorafgaan, het national-Indonesische karak ter daarvan buiten alle twijfel stelt. Na gewezen te hebben op de zware taak, welke de F.I.R. zal wachten en op de grote ernst van 't voorbereidende werk, in de overgangsperiode te verrichten, besluit de commentator met enkele opmerkingen over de Nederlands -Indonesische Unie :

13

Wij zullen ons ook ditmaal niet verdiepen in de staatsrechtelijke problemen, die zich in verband met dit onderwerp voordoen en ons vooreerst het hoofd niet breken met de onderscheiding tussen een ,,Zware" en een ,,lichte" Unie, die thans in Nederland bij het theoretische debat blijkbaar een rol speelt. Slechts dit zouden wij nogeens in het licht willen stellen : De kracht van de Nederlands-Indonesische Unie zullen wij niet allereerst moeten zoeken in de strakheid van haar codificatie, al zal er natuurlijk een codex moeten zijn ( of liever : ten dele in de practijk moeten groeien ) , die haar werking en haar functies beheerst. Niet echter het statuut of het tractaat, waarop de Unie zal berusten, bepaalt vooral haar wezenlijke betekenis. Die betekenis , dic waarde, voor Indonesië en Nederland beide, zullen gelegen zijn in het feit, dat zij in passende vorm uitdrukking geven aan het beleven der ontmoeting van twee volken, van twee levenssferen, waarin een langdurige practijk van gemeenschappelijke aanraking en omgang waarden op verschillend geestelijk en maatschappelijk terrein heeft ingebracht, die door hen, elk naar eigen aard, maar niettemin gemeenschappelijk, als realiteiten worden doorvoeld. De kracht en de betekenis der Unie zullen worden gevormd door de symbiose van belangen-sferen, waarin Nederland èn Indonesië door de wereld kunnen en krachtens vrije beslissing willen samengaan. Zó zien wij het hier, van de Indonesische zijde , zó zal men het ook in Nederland kunnen begrijpen.

22 October 1948 : De terugkeer der Oost-Indonesische delegatie uit Den Haag op 19 October bevestigde de voorlopige indrukken overeenstemming. omtrent de bereikte De officiële stem van Makassar kon een blijde klank aannemen, want de theoretische oplossing van het probleem scheen gevonden en de instelling der F.I.R. , waarin de aspiraties van Bandung zouden worden gerealiseerd, leok een kwestie van zéér korte tijd. Verleden Dinsdag is de Minister-President met zijn medewerkers, na een afwezigheid van vijf weken, uit Nederland teruggekeerd. Nu is Mandai geen Kemajoran en de thuiskomst van onze premier heeft ook niet geleid tot een huldebetoon, zoals aan Dr. Van Mock bereid is na zijn laatste terugkeer uit Den Haag. Maar een ,,blide incomste" 14

rechtelij en en o ssen e ttheor

nogeen

wij nie 2, al za practi Nie

en, be aarde t feit ront.

lang. vaar.

nge een-

door oor an. in

e ti

is de aankomst van Z. Exc. Anak Agung te Makassar niettemin wel zeer duidelijk geweest : de belangstelling op het vliegveld was vele malen groter, dan die gewoonlijk bij zulke gelegenheden pleegt te zijn. En het waren ook ditmaal niet alleen de hoge autoriteiten en de bovenste laag van ambtelijke figuren, die 19 October de MinisterPresident kwamen begroeten ; talrijk waren ook zij , die in bescheidener positie hun diensten aan het welzijn der Negara wijden , en van particuliere zijde was er eveneens onmiskenbare belangstelling. Men kreeg die achtermiddag op Mandai wel terdege het gevoeld , dat er iets bizonders aan de hand was, en dat Makassar de betekenis besefte van juist deze thuiskomst, na de besprekingen in het lage land aan de Noordzee, die voor de toekomst van deze landen hier van zo uitzonderlijk gewicht waren geweest......... Er kon voldoening en erkentelijkheid zijn in de kring der Indonesiërs ; erkentelijkheid jegens de Oost-Indonesische premier en zijn mede-gedelegeerden uit de deelgebieden, maar erkentelijkheid óók jegens de Regering in Nederland, die voor de opvattingen en gedachtengangen, van Indonesische zijde voorgedragen, een wijs begrip en een geest van eerlijke tegemoetkoming had getoond. Tegemoetkoming, die allerminst geboren was uit een stemming van zwakke toegeeflijkheid , maar die, in ' t volle besef van de zedelijke en staatsrechtelijke verantwoordelijkheid, door de Kroon der Nederlanden totnutoe voor het welzijn óók van Indonesië gedragen, zich ontvankelijk had getoond voor nieuwe gedachten en de moed gevonden had tot het scheppen van nieuwe vormen, waarin, onder gewijzigde wereld -constellatie, Indonesië en Nederland tot beider welzijn in vrijheid zouden kunnen blijven samengaan………… . De bekende resolutie van Bandung, waarin in grote trekken een systeem ontworpen werd voor een Federale Interim-Regering van duidelijk Indonesische signatuur, heeft, zoals de voorzitter der B.F.O. , mr. T. Bahriun, indertijd terecht naar voren heeft gebracht, zeker niet het karakter gedragen van een wettekst, aan welker formulering niet meer zou kunnen worden getornd ... Maar de strekking daarvan en de wezenlijke inhoud van dat stuk vormden toch de uitdrukking van een aantal verlangens , die ten volle zouden moeten worden bevredigd, wilde er inderdaad sprake kunnen zijn van een bewindsvorm, waarin de Indonesische verantwoordelijkheid reeds op korte termijn ondubbelzinnig tot haar recht zou worden gebracht. Wij menen te mogen zeggen, dat de Indonesische gedelegeerden, die thans uit Nederland zijn teruggekeerd, de overtuiging hebben megenomen, dat in deze zin 15

aan de Bandung-resolutie het volle pond gegeven is. En indien datgene, wat thans de Nederlandse Regering als resultaat van het door haar gevoerde overleg heeft neergelegd in een wetsontwerp, inderdaad door het Nederlandse volk zal worden bekrachtigd , dan zal mogen worden gezegd, dat hetgeen voor Indonesië verkregen werd, volledig gelijkwaardig is aan de kerngedachten van de Bandungse conceptie, wellicht zelfs in enkele opzichten daar nog bovenuit gaat.... Is er dus in de federaal georiënteerde Indonesische wereld reden tot blijdschap en tevredenheid, ook van het standpunt van de redelijk denkende en vooruitziende Nederlander zullen, dunkt ons, de resultaten van dit overleg als een basis voor gunstige perspectieven voor Nederland zowel als voor Indonesië kunnen worden begroet. Het Haagse overleg heeft in zekere zin betekend het doorbreken van een impasse, waarin niet slechts de betrekkingen tussen Batavia- Den Haag en Djokja , doch de gehéle verhouding tussen Nederland en Indonesië, óók dus de toekomstige federale deelstaten buiten de Republiek, dreigde te geraken. Doordat in Den Haag de verantwoordelijke figuren van het federaal en constructief gezinde Indonesische nationalisme ditmaal in rechtstreekse gedachtenwisseling konden treden met de representanten van het Nederlandse Opperbestuur ...... is het overleg, dat beklemd dreigde te geraken tussen de zandbanken van wederzijdse ( misschien zelfs méérzijdige ) voorbehouden, met beslistheid naar het open water ener weloverwogen overeenstemming gestuwd. - Het is goed, ons duidelijk voor ogen te stellen, dat datgene , wat thans bereikt werd, uiteindelijk wordt gedragen door de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Regering en, naar wij hopen, zal worden bekrachtigd door de vertegenwoordiging van het Nederlandse volk. Want dit betekent, dat de mogelijkheden , welke voor Indonesië zullen worden geopend , welbewust en in vrije beslissing aan deze landen worden gegeven, omdat óók in Nederland't besef gerijpt is, dat op deze wijze de volken van Indonesië èn de Nederlandse natie tot beider heil in een zich vernieuwende wereld zullen kunnen samengaan. Aan het slot van dit commentaar leidt het bericht inzake het aftreden van Dr. H. J. van Mook als Lt. GouverneurGeneraal tot de volgende beschouwing : De voldoening over het feit, dat Indonesië thans op de drempel staat der laatste phase vóór de volledige souvereiniteit, kan worden getemperd door de gebeurtenissen rondom de figuur van Dr. Van Mook. 16

Ook wij in Oost -Indonesië kunnen er iets wrangs in gevoelen, dat de man, rondom wiens dominerende persoonlijkheid , onuitputtelijke volharding en enorme werkkracht zich de laatste jaren de wordingsgeschiedenis van ' t federale Indonesië heeft geconcentreerd, buiten spel geplaatst wordt vlak voor het ogenblik, waarop het één der beslissendste stadia van zijn ontwikkeling zal intreden. Te meer proeft men die wrange bijsmaak, nu de discussie over dit afscheid de waardigheid van deze hoge ambtsdrager, die in de nood der tijden staatsman werd, niet steeds blijkt te ondersteunen. Naast deze gevoelsoverwegingen ligt echter nog een ander aspect der aangelegenheid. Blijkens de pers-artikelen en de politieke discussie over de persoonswisseling op het Paleis Rijswijk schijnen bepaalde woordvoerders een controverse te willen construeren en aanscherpen tussen de centrale figuur van Dr. Van Mook en diens medewerkers te Batavia, en anderzijds de meest markante vertegenwoordigers der deelgebieden . De Bataviase ,,Nieuwsgier" o.a. deed dit, door de mening te lanceren, dat de Nederlandse Regering ,,hoog spel" speelde, door thans met de deelgebieden tot zaken te komen buiten Batavia om. Men zou kunnen volstaan met hiertegen aan te voeren, dat deze opmerking het feit negeerde, dat tot en met de laatste momenten van het Haagse overleg vertegenwoordigers van Batavia daaraan hebben deelgenomen, terwijl voorts, indien de Nederlandse Regering wellicht gemeend heeft, op enig punt de adviezen van Batavia niet te moeten volgen, dit haar goed recht was als uiteindelijke draagster der hoogste verantwoordelijkheid. Wij zouden echter nog iets meer hierover in het midden willen brengen. De gesignaleerde uitlatingen zijn, méér og dan wegens haar feitelijke onjuistheid, te betreuren, omdat zij een tegenstelling willen suggereren, die niet bestaat en niet zal mogen bestaan : de tegenstelling nl., waarbij de (voorlopige ) federale regering wordt geplaatst naast en wellicht straks tegenover de deelstaten. Wil men werkelijk recht doen aan hetgeen zich de laatste maanden heeft ontwikkeld , en waarvan o.a. het overleg te Bandung in de B.F.O. de exponent geweest is, dan moet men zeer duidelijk beseffen, dat daarin door de vertegen woordigers der deelgebieden vorm is gegeven aan een gevoel van gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid, waarvan Indonesië als gehéél het voorwerp vormt.

Indien het federale Indonesië in de vorm van de V.S.I. geboren wordt, en mede dankzij de door de deelgebieden ontwikkelde gedach17

ten en initiatieven een Indonesische F.I.R. eerlang zal worden ingesteld, dan zal deze F.I.R. méér vertegenwoordigen dan de som der deelstaat-belangen. Deze F.I.R. zal in tastbare vorm uitdrukking moeten geven aan een eigen ideaal : zij zal de verzinnebeelding zijn van de politiek-economische eenheid en ondeelbaarheid van geheel Indonesië; van de beleving van een Indonesische eenheid, die op eigen wijze in de plaats zal kunnen treden van de ,,pax neerlandica"...... De Federatie zal meer kunnen en meer moeten zijn dan de optelsom van partiële belangen: een gehéél, dat méér is dan het totaal der delen. 26 Oct. 1948 : Snel volgen de feiten elkaar thans op: het „ BIO"-wetsontwerp, waarin de F.I.R. omschreven is, gaat ter vertrouwelijke kennisneming naar de Tweede Kamer; de Nederlandse Regering krijgt op de door haar ingediende „Noodwet Indonesië" de goedkeuring van beide Kamers. Minister Sassen zinspeelt in de Tweede Kamer op een spoedig te bereiken overeenstemming met de Republiek ,,over de gehele linie" . De Regering van Oost-Indonesië maakt zich op, om in het Parlement opening van zaken te Hierop voorbereidend, zegt de geven over haar beleid. commentator van Makassar: Zonder op de inhoud dier te verwachten verklaring te zeer vooruit te lopen, menen wij toch wel te mogen zeggen, dat wij de ontvangst, welke deze verklaring in het Parlement kan genieten, met enig vertrouwen tegemoet kunnen zien. Ook al zal het zeer waarschijnlijk voor de Regering nog niet mogelijk zijn, een gedetailleerd overzicht te geven van de inhoud van het ,,BIO" --ontwerp, toch zal haar bij een ,,biografic" van het Haagse overleg armslag genoeg gelaten worden, om de betekenis duidelijk te maken van hetgeen daarin werd bereikt. Daarbij zal dan kunnen blijken, dat de inhoud van de bekende Bandung-resolutie, door de B.F.O. en in het bizonder door de Regering van Oost-Indonesië opgevat als de formulering der minimum-verlangens, aan welker inwilliging vóór 1 Januari 1949 naar Indonesisch oordeel zou moeten worden voldaan, volledig in de resultaten van het overleg met de Nederlandse Regering kon worden verwerkt. De vertegenwoordigers der deelgebieden , die zich te Bandung aan deze resolutie hebben gebonden, kunnen derhalve thans inderdaad verklaren, dat zij voor de volle 18

honderd procent in Den Haag erkenning van hun standpunt hebben kunnen verwerven........ Het is uiteraard denkbaar, dat enkele der meest progressieve woordvoerders in het Parlement het zullen blijken te betreuren, dat de gehele gang der ontwikkeling van het Indonesische probleem het thans practisch onuitvoerbaar doet voorkomen, om met het einde van dit jaar tevens de volledige overdracht der souvereniteit aan Indonesië te bewerkstellingen. Ook deze critici echter zullen, naar wij moSen aannemen, niet doof blijken voor de overweging, dat deze gang van zaken zeker niet allereerst aan de Regering te Makassar mag worden aangewreven, maar dat integendeel van Oost-Indonesische zijde bij voortduring is getracht, om dit proces te bespoedigen en bij te dragen tot het scheppen van een politieke atmosfeer, die actieve en constructieve deelneming van de Republiek aan de federale staatsbouw van Indonesië kan begunstigen. De bizondere betekenis der Haagse resultaten is mede gelegen in het feit, dat over het totstandkomen van deze federale structuur en de verwerving der souvereniteit thans niet meer uitsluitend zal worden beslist in de sfeer tussen Den Haag en Djokja. Immers , de behartiging der Indonesische belangen zal nu kunnen worden gelegd in handen van een onmiskenbaar Indonesische Interim -Regering, met duidelijke zelfstandigheid en ruime handelings - bevoegdheid . De aanvaarding van de Nederlandse Noodwet opent bovendien de gelegenheid, deze zelfstandige Indonesische Interim - Regering reeds aanstonds in ' t leven te roepen. Zij laat ook Den Haag bewegingsvrijheid, om onmiddellijk te reageren op de mogelijkheden, die door ' t bereiken ener overeenstemming met Djokja voor de actieve deelneming van de Republiek in deze interim-periode kunnen worden geopend. Het Indonesische Driemanschap, dat in de overgangs-periode de verantwoordelijkheid voor 't bewind in deze landen zal dragen, zal tot stand komen door de samenwerking van alle federale deelgebieden. Het zal bestaan uit figuren, die door de bevolking dier gebieden, zeker niet in de laatste plaats uit Oost-Indonesië, als háár vertrouwensmannen worden gevoeld en erkend . Tot de taak dier vertrouwensmannen zal mede behoren het doortastend voorbereiden van de overgang der souvereine rechten en verplichtingen op Indonesië. Deze Indonesische leiders zullen dus, in overleg met hun eigen mensen en met Nederland, het tijdstip voor die overgang kunnen bepalen. 19

De phase, die nu staat te beginnen, zal naar wij hopen cok bij de Oost-Indonesische volksvertegenwoordiging waardering kunnen vinden als een noodzakelijk overgangs -tijdperk, waarin het ,,eigen huisrecht" van de Indonesiër ondubbelzinnig wordt erkend. Een phase waarin, mits men de figuren kiest, die een volledig vertrouwen verdienen en verkrijgen, de redelijke aspiraties der Indonesische volken door eigen mensen naar spoedige vervulling kunnen worden geleid. 5 Nov. 1948 : Dit dommentaar behandelt de op 2 November door de Minister-President in het V.V.L. afgelegde regeringsver‐ klaring. De atmosfeer, waardoor deze verklaring, evenals het op 10 Nov. uitgesproken antwoord der Regering, werd beheerst, was nog geheel die van een aan zekerheid grenzende verwachting, dat de instelling der F.I.K. nog in diezelfde maand een feit zou kunnen worden. De schaduw der onzekerheid, die weldra door het hernieuwde Kaliurang- contact zou worden geworpen , was nog niet over het verschiet gevallen. De Regering heeft nogmaals doen uitkomen, dat sinds de instelling van de Staat Oost-Indonesië steeds het primaire beginsel van 't beleid der opeenvolgende Kabinetten is geweest : vervulling van het nationale verlangen naar vrijheid en souvereniteit voor Indonesië. De elementen, welke koers en karakter van dit streven bepaalden, recapituleerde de Minister-President daarbij als volgt : het bewandelen van wettige wegen ; behoud der eenheid van Indonesië, en als waarborg daarvoor de federale staatsbouw. Reeds in de aanvang van zijn toespraak stelde Z. Exc. Anak Agung Gde Agung, dat waarachtige onafhankelijkheid slechts bereikbaar is, indien het Indonesische volk zèlf de constructieve krachten ontplooit, nodig om de verworven zelfstandigheid te dragen en te handhaven. Dit motief, inderdaad wel een der belangrijkste, die in dit verband naar voren konden worden gebracht, keerde in een later gedeelte van de rede in meer uitgewerkte en nadrukkelijke vorm terug. Met beslistheid wees de Regering de onderstelling van de hand, dat de door haar gevolgde politiek gericht zou zijn tegen de Republiek, of althans tot een uitschakeling van de Republiek zou kunnen leiden. ,,De doeleinden van de Regering en van de B.F.O. zijn niet gericht tegen iets of iemand" , aldus Z. Exc. Anak Agung, „ zij zijn positief gericht en zullen positief gericht blijven : nl. vóór de vervul20

ling van de nationale Indonesische idealen, de instelling van de onafhankelijke en souvereine V.S.I." Voor de Regering van Oost-Indonesië en voor alle deelnemers aan het federaal overleg staat bovendien vast, dat dit vrije en souvereine Indonesië het karakter van een rechtsstaat zal moeten dragen,,,waarin een ieder verzekerd zal zijn van de eerbiediging van zijn belangen en rechten."......... Wellicht het belangrijkste element in de gehele conceptie, in Den Haag tot stand gekomen, achtte de Minister-President het beginsel, ,,dat de onafhankelijkheids-verklaring en het bepalen van het tijdstip, waarop deze zal plaats vinden, niet meer een zaak is, die alléén door Dit ànderen dan ons Indonesiërs zelven zal worden vastgesteld" . zal immers een aangelegenheid zijn, waarover de eigen Indonesische F.I.R. een zéér belangrijk en feitelijk beslissend woord zal hebben in te brengen......... ,,Het is onze zaak geworden" , zeide Z. Exc. Anak Agung,,, om het constructief vermogen en de bereidheid te tonen, nodig om de onafhankelijkheid te dragen en te handhaven, met alle lusten èn lasten daaraan verbonden, en in waarachtige zelfstandigheid een waardige plaats in de rij der vrije naties in te nemen" . En hij voegde eraan toe : „Het woord zal aan ons zijn : Wij zullen zèlf moeten tonen, dat onze vrijheidsdrang niet gebaseerd is op holle leuzen, doch op werkelijke bereidheid om een eigen rechtsorde op ons te nemen, die aan de internationale eisen voldoet, en die onze verantwoordelijkheid voor 't welzijn van ons eigen volk van ons vraagt." ...... De Regering van Oost-Indonesië is niet afgeweken van haar ernstige wil om te bevorderen, dat de stichting van de onafhankelijke V.S.I. op 1 Januari 1949 werkelijkheid zou kunnen worden. Maar de premier liet er onmiddelijk op volgen : ,,De datum echter, waarop de onafhankelijkheid van de V.S.I. realiteit zal worden màg niet slechts zijn een streefdatum voor anderen ; kan en màg niet zijn een tijdstip, waarop alleen een losse leuze zich richt, doch moet zijn de datum , waarop een eigen verantwoordelijke nationale regering bereid en in staat is, de souvereiniteit met àlle daaraan verbonden consequenties op zich te nemen.,, En in het gevoel , te staan aan de vooravond van een zo uiterst belangrijk tijdperk in de geschiedenis van het Indonesische volk, herinnerde Z. Exc. Anak Agung aan de woorden van Winston Churchill, die toen de Britse natie voor de strijd om haar bestaan stond, zijn volk in zweet en tranen".

uitzicht

stelde :

,,bloed, 21

,Deze drie", aldus de Minister-President

van

Oost-Indonesië,

,,zijn door het Engelse volk ten offer gebracht en daardoor kon het de overwinning bevechten. Ook zonder de pretentie te hebben, een groot staatsman te zijn, moet ieder die enig inzicht heeft, het Indonesische volk voorspellen, d'at de uiterste inspanning van alle krachten nodig zal zijn in de strijd voor een waarachtig onafhankelijk volksbestaan. De Regering hoopt, dat ons volk bloed en tranen zullen worden bespaard. Zij is er evenwel van doordrongen , dat niet de simpele

Souve

reiniteits -overdracht, als door een toverwoord, vrede, geluk en ongekende welvaart zal brengen . Deze zijn slechts te verwerven door harde, ingespannen arbeid en voortdurende positieve krachtsinpanning."

12 November 1948 : Na het debat over de boven behandelde verklaring en beantwoording door de Regering in tweede termijn op 10 Nov., sprak het Parlement in de avondvergadering van 11 Nov. met algemene stemmen vertrouwen uit in het door de Regering gevoerde politieke beleid . De commentator, die deze beslissing zeer gelukking noemt , stipt ut het Regeringsantwoord van 10 Nov. nog enkele hoofdtrekker aan. De vertrouwens-motie, waaraan alle aanwezige leden gisteravond hun stem gegeven hebben , betekent allereerst, dat ook de Volksverpolitiek de tegenwoordiging zich bewust is van de waarheid , dat en dat vooral kunst is van het mogelijke". Zij betekent voorts , dat de vertegenwoordigers des volks erkenachten wij belangrijk nen, dat de Regering van Oost -Indonesië trouw gebleven is aan haar streven tot verwezenlijking van ' t nationale ideaal . en dat zij , mèt het Kabinet de verantwoordelijkheid voor 't gevoerde beleid aanvaardend, bereid zijn. deze overtuiging en dit vertrouwen in de bredere kringen der bevolking uit te dragen …………..

In het antwoord op de opmerkingen, van parlementaire zijde in eerste termijn gemaakt. heeft de Minister-President nogmaals gelegenheid gevonden , het rolitieke ..Credo" van zijn Kabinet kernachtig te formuleren ......: het ten spoedigste verwezenliiken van een vrij en souverein Indonesië : dus . met andere woorden : het nationale Indonesische ideaal voorop . Het bevorderen en bereiken van dit doel met 22

legale middelen. Eénheid van dat onafhankelijke Indonesië, economisch en politiek, zodat het ,,nieuwe" Indonesië ' t gehele grondgebied van 't vroegere Nederl. Indië zal kunnen omvatten. Een federatieve structuur als beste waarborg voor zelfstandigheid en eenheid van de Indonesische volken. Een staatsbestel op democratische grondslag ; een rechtsstaat, waarin de belangen en rechten van iedereen veilig zijn en geëerbiedigd zullen worden. En ten slotte : samenwerking tussen Indonesië en Nederland op de voet van volkomen gelijkberechtigheid en gelijkwaardigheid. Door deze politieke geloofsbelijdenis op de voorgrond te stellen, en door de volgorde, waarin de verschillende punten daarin waren geplaatst, kon de Regering overtuigend aantonen, hoe de principiële kern van haar beleid, waaromheen de verschillende phasen van haar optreden en gedragingen zich hebben gegroepeerd, onaangetast gebleven is, en via de bepaling van haar standpunt t.a.v. de Voorlopige Federale Regering omstreeks de vorige jaarswisseling, haar gedragslijn in de "1 grote" Bandung-Conferentie en het initiatief tot het bijeenroepen van de Bijeenkomst ) voor F (ederaal ) O (verleg) , in de Haagse besprekingen van September jl. kon uitmonden in de overeennstemming tussen Nederland en de deelgebieden omtrent het ten spoedigste in werking berengen van een Federale Interim -Regering van onverdacht en onbetwistbaar Indonesisch-nationale eignatuur. Het doel , dat men zich te Bandung stelde, werd bereikt, en méér dan dit . In Bandung stelde Z. Exc. Anak Agung namens de Regering van Oost-Indonesië de noodzakelijkheid , dat aan het Indonesische volk zo spoedig mogelijk gelegenheid zou worden gegeven, om ,, op te treden als huiseigenaar, ook al zou het nog niet omiddellijk mogelijk zijn, ook in alle opzichten baas in dat eigen huis te zijn" . Te Bandung belichaamde men in de resolutie de mcde -verantwoordelijkheid der deelgebieden voor het lot van geheel Indonesië en hoopte, door het daar in ruwe omtrek geschetste plan voor een F.I.R. , tevens de oplossing der controverse tussen Nederland en de Republiek te vergemakkelijken. Bandung was mede een poging, om de weg te effenen tot de daarwerkelijke medewerking der Republiek in het kader van het nieuwe, federatief gebouwde Indonesië. Wat in Den Haag bereikt werd, stemde niet alleen met de in Bandung geformuleerde doelstellingen ten volle overeen, maar zou tevens aan Indonesië reeds aanstonds de gelegenheid geven, om tot op zeer grote hoogte ,,baas in eigen huis" te worden, 23

26 November 1948 : Het heldere beeld der F.I.R. vervaagt achter een opkomende nevel van onzekerheid, opgeroepen door ' t vermoeden van accent-verschuiving in de politiek van Den Haag. Minister Stikker reisde naar Kaliurang, weldra gevolgd door de ministeriële delegatie naar Batavia. Aanstaand succes of nieuwe teleurstelling ? Verlaat Den Haag hiermede de ,,October-basis", waarop het zich tezamen met de Indonesische federale deelgebieden had geplaatst ? Deze vragen bepalen de ondertoon van het commentaar van heden, dat

de feiten van de dag beproeft te plaatsen tegen de achtergrond der spanningen in het internationale krachtenveld. Er ligt weer enige gespannen verwachting in de atmosfeer. Zoiets van grote gebeurtenissen , die hun schaduwen vooruit werpen, en onwillekeurig wordt de waarnemer herinnerd aan het treffende woord, dat Shakespeare aan Lady Macbeth in de mond legde : „,I feel

now the future in the instant" . Twee Nederlandse ministers zijn met de Gedelegeerde van de Kroon, de heer Neher, naar Batavia afgereisd ter hervatting van de onderhandelingen met de Republiek...... Berichten van verschillende aard omtrent de vermoedelijke inhoud van hetgeen in de komende ontmoeting ter tafel zal worden gebracht, zijn met grotere of geringere scherpzinnigheid en combinatievermogen het publiek voorgezet...... De Minister -President van Oost-Indonesië is gisteren wederom vertrokken met bestemming Batavia en Bandung. De voornaamste figuren uit de groep van de B.F.O. zullen immers in de komende dagen elkaar ontmoeten om te beraadslagen in verband met de verdere practische verwezenlijking van de dingen, waaromstrent in Den Haag overeenstemming met de Nederlandse Regering werd bereikt, en ongetwijfeld ook om zich voor te bereiden in verband met de verwachte onderhandelingen op Java. Minister Sassen immers heeft bij zijn vertrek uit Nederland uitdrukkelijk verklaard, dat de federalistische deelgebieden buiten de Republiek mede betrokken zullen worden in de besprekingen tussen Den Haag en Djokja ...... althans potenticel - weer Middelerwijl zijn wij in Indonesië een negara rijker geworden ,want de in Bondowoso gehouden conferen tie van afgevaardigden van regentschapsraden en andere rechtsgemeenschappen in Oost-Java heeft zich uitgesproken voor de toekenning van de negara status aan dat gebied. Aan de geoefende waarnemer op die conferentie moest het opval24

len, dat in de daar gevoerde besprekingen de invloed der op til zijnde pourparlers met de Republiek zich deed gevoelen : voor een aantal deelnemers immers bleek de vraag van grote betekenis ( ook al werd zij niet door allen duidelijk uitgesproken) , of dit voortschrijden naar 't negara-ideaal nu juist op dit ogenblik wel helemaal een tactisch meesterstuk mocht heten ...... De achtergrond van dit bonte, in kaleidoscopische wenteling verschietende beeld wordt nog steeds gevormd door gebeurtenissen en ontwikkelingen in geheel Oost-Azië. Gebeurtenissen, die misschien niet alle evenzeer ,,van groot formaat" kunnen worden genoemd, maar die dan toch voor ' t minst zich kenmerken door zodanige hevigheid en krachts-ontlading, dat de weerslag daarvan wordt gevoeld in wijde sferen rondom de centra, waarin zij zich afspelen : in China worstelt een nationale regering verbeten met opdringend communisme ; Malakka is nog steeds een toneel van strijd en onrust ; Burma 's toekomst wordt, ook al ten gevolge van de gevaarlijk gewassen comEn van munistische springvloed , geleidelijk meer tot een probleem. verder verwijderde tonelen dringen de klanken tot ons door van belangencontroversen tussen Rusland en Amerika, die wellicht cenmaal ook Oost- Azië niet onberoerd zullen laten. Wij hebben ons vanavond deze kleine uitweiding veroorloofd , omdat het, dunkt ons, goed is, ons op sommige ogenblikken bewust te binnen te brengen, in hoe sterke mate de dingen, die ons, van OostIndonesisch standpunt uit bezien, thans allereerst belang inboezemen, toch ook weer niet uitsluitend en alleen door die Oost-Indonesische bril kunnen worden bezien, indien we de onderscheiden facetten daarvan zoveel mogelijk tot hún recht willen brengen. Iets van dat besef is ook reeds tot uitdrukking gekomen in het jongste debat in het Parlement over ' t politieke beleid der Regering. De Minister-President heeft toen, in eerste aanleg zowel als bij de tweede termijn, o.a. doen uitkomen, dat de beslissing omtrent de wijze en het tempo waarin de V.S.I. naar volledige souvereiniteit en onafhankelijkheid kunnen worden kevoerd, niet te Makassar alléén zou "" 's Lands Vergaderkunnen worden genomen...... En al is dit in zaal" te Makassar niet met zoveel woorden gezegd, toch zullen Regering zowel als Parlementsleden hierbij wellicht hebben gedacht aan de toekomstige positie van Indonesië in de internationale samenleving . De verleiding is groot, om even een stap terug te doen in de geschiedenis van deze landen, en in herinnering te brengen, hoe tien jaar geleden die internationale positie van Indonesië - toen uit de

25

aard der zaak nog als deel van het Koninkrijk der Nederlanden - door een bevoegd beoordeelaar werd gezien. In 1938 nl. heeft, bij het lustrum van de Landbouw-Hogeschool te Wageningen, Mr. Baron van Asbeck een bizonder college gegeven over de invloed van deze Archipel op de internationale positie van Nederland. Dezer dagen de aantekeningen van dat college weer in handen krijgend , werden wij getroffen door het feit, dat véél van wat deze kenner van de Oost- Aziëpolitiek tien jaar geleden opmerkte , door de ontwikkelingen van het ogenblik een nieuwe actualiteit gekregen heeft. Een kort citaal uit Von Asbeck's college willen wij hier geven : ,,Geografisch -politiek is Nederlands positie in het Oosten uniek". zo zeide hij. ,,Indië ligt als een brug tussen Engeland, Voor- en Achter-Indië en Australië, dwars tussen twee vrij sterk verbonden leden van het Britse Gemenebest. Indië ligt vlak bij het Oost-Aziatische stormcentrum. Singapore, vanwaar men Riouw ziet en Sumatra vermoedt, is het ene zichtbare teken van die ligging van Indië. Het andere teken vinden we in de olie- producerende landstreken , waaruit Japan zulk een hoog percentage van zijn buitenlandse pertoleumvoorziening betrekt. In de Archipel worden drie bundels handelslijnen der wereld saamgeknepen in nauwe doorgangen. Wij allen kunnen beseffen, welk een verantwoordelijkheid op het Koninkrijk rust voor handhaving en beveiliging van de vrede door de verzekering van de ... integriteit van Indië…………… Dit was het beld in 1938; het is , met wijziging van slechts enkele accenten, het beeld van nu. De verbondenheid van 't Britse Gemene-

best is wellicht thans losser geworden ; de betekenis van het „ OostAziatisch stormcentrum" echter doet zich daarentegen feller dan ooit gevoelen. Amerika is, sinds het zich van de Philippijnen terugtrok, geen Aziatische mogendheid meer. Maar er zijn andere belangen en gevaren te over, die de aandacht van Washington gericht kunnen houden op hetgeen er rondom de Pacific, ook in Indonesië, gebeurt. Als men in het hier gegeven citaal ,,Nederland" en ,, het Koninkrijk" vervangt door ,,Indonesië" , wordt met één flits duidelijk, hoe groot de sprong is, die Indonesië met de verwerving der souvereiniteit gaat doen ; hoe veelomvattend de verantwoordelijkheid , welke het daarmede tegenover de internationale gemeenschap der naties op zich neemt. Het kan zijn nut hebben, zich op deze dingen eens uitdrukkelijk en rustig te bezinnen, omdat daarmede , óók van Indonesisch

26

standpunt uit bezien, licht geworpen wordt op de complicerende factoren, die soms het verstand gebieden, de inspraak van een àl te ongedurig hart te temperen. 3 December 1948 :

Dit commentaar gaat in op de besprekingen te Batavia en Kaliurang, waarvan op dat moment de ,,proloog" ten einde is. Een ondertoon, die het voorbehoud weerspiegelt, waarmede in enkele deelgebieden het aanspannen dezer besprekingen werd beoordeeld, valt er met in te miskennen. Hoe groot de betekenis moet worden geacht, die Nederland aan deze besprekingen hecht, bleek reeds uit de samenstelling der ,,zwa re" delegatie. Men kan zich tevens indenken, dat van het standpunt der deelgebieden uit, die samenwerken in de B.F.O. , het besluit van Den Haag, om deze ,,zware" delegatie af te vaardigen, met zeer intense belangstelling is ontvangen ; een belangstelling, die bij sommigen wellicht gepaard kon gaan met een licht vragenderwijs optrekken der wenkbrauwen. Ook in Nederland heeft men klaarblijkelijk de vraag, die bij de federalisten van de B.F.O. door ' t bezoek van minister Stikker aan Kaliurang en het kort daarop gevolgde vertrek der ministeriële delegatie kon opdoemen, aangevoeld, of althans de mogelijkheid dier vragende reactie voorzien. En men heeft getracht, reeds bij voorbaat antwoord op die onuitgesproken vraag te geven. De Nederlandse Regering formuleerde op 19 en 20 November j.l. de uitdrukkelijke verklaring, dat de federalistische deelgebieden buiten de Republiek zeer zeker niet als gevolg van het wederopvatten van ' t overleg tussen Den Haag en Djokja ,, off side" zouden komen te staan, doch dat zij bij dit overleg in de verschillende phasen mede zouden worden betrokken . Tevens viel uit de Nederlandse verklaringen te begrijpen , dat de dingen, waaromtrent in October tussen de federalisten en Den Haag overeenstemming was tot stand gekomen, geenszins door ' t hernieuwde contact met de Republiek zouden worden gedevalueerd . Deze verklaring is ongetwijfeld van nut geweest ; zij was zelfs naar ons oordeel, ter voorkoming van misverstand in de gegeven situatie, weinig minder dan noodzakelijk . Men was het immers in October in Den Haag eens geworden over de wijze, waarop met de meeste spoed zou kunnen worden overgegaan tot het instellen van een Indonesische Federale Interim-Rege ring, aan welke het bewind in alle inwendige aangelegenheden voor

27

Indonesië zou worden opgedragen, en die de wegbereidster zou worden voor de weldra volgende volledige vestiging der onafhankelijkheid en overdracht der souvereiniteit. Bij géén der partijen of figuren, die aan dat Haagse overleg deelnamen, bestond ook maar één ogenblik de bedoeling, om dit Indonesische interim-bewind te organiseren buiten de actieve medewerking van de Republiek ; integendeel hoopte men in de kring der federalisten, dat juist de vorming van zulk een onmiskenbaar Indonesische regering voor Djokja de weg zou effenen, om daadwerkelijk deel te nemen in de opbouw van de federatieve en democratische V.S.I. , die gehéél Indonesië zouden omvatten als een bond van politiek en economisch samenwerkende deelstaten. Zowel in het Parlement als daarbuiten gaf de Regering van Oost-Indonesië, en gaven ook anderen, van deze opvatting blijkt. In zijn jongste radiorede van 24 November jl. heeft Oost-Indonesië's MinisterPresident nogmaals met nadruk uiting gegeven aan de hoop, dat ook de Indonesische broeders in 't gebied der Republiek tot die samenwerking bereid zouden worden gevonden. Die hoop kon toen mede voedsel vinden in de kort tevoren door Drs. Hatta afgelegde officiële verklaringen betreffende de betekenis der federalistische deelgebieden voor het nationale Indonesische ideaal en over de wijze, waarop zich de Republiek haar eigen verhouding tot die deelgebieden en tot het geheel van Indonesië voorstelde. Men mag echter bij de beoordeling van dit alles niet voorbijzien, dat bij de besprekingen in Den Haag voor de federalisten van de B.F.O. als alles-beheersend verlangen op de voorgrond stond het scheppen van de Indonesische F.I.R. Die besprekingen immers waren de lijnrechte voortzetting van het streven, dat geleid had tot de bijeenroeping van de B.F.O. en tot de minimum desiderata, neergelegd in de resolutie van Bandung. Als zodanig vonden zij ook bij de Nederlandse Regering erkenning. Beheersend was de wens - resulterend uit het sterk gegroeide zelfbewustzijn en 't gevoel van medeverantwoordelijkheid voor de toekomst van Indonesië-als-geheel om ten spoedigste een onverdacht en onaantastbaar Indonesisch bewind voor Indonesische zaken tot stand te brengen, tot de uiterste grens, die verenigbaar zou zijn met de in die overgangs -periode nog voortbestaande Nederlandse souvereiniteit. Daarover werd men het in Den Haag eens ; hierbij bleven andere aspecten , welker eminent belang men daarmede overigens geenszins onderschatte, voor het ogenblik op de achtergrond . De federalisten kònden die aspecten geredelijk een moment terzijde laten, gedragen als zij werden door de 28

overtuiging, dat met de instelling van die Indonesische F.I.R. óók verschillende andere problemen gemakkelijker in die nieuwe Indonésische atmosfeer hun oplossing zouden vinden. Bovenal zou, zó zag men het, de snelheid , waarmede dat Indonesische bewind zou worden gecreëerd, voor die gunstige effecten de doorslag geven. Den Haag gaf door het entameren van de bekende Noodwet blijk, tot die noodzakelijke voortvarendheid bereid te zijn. Herinnert men zich dit alles, dan wordt verklaarbaar, hoe na de jongste stappen van de Nederlandse Regering ten opzichte van 't Indonesische probleem hier en daar in federalistische gelederen zich de vraag kon opdringen, of hierdoor niet in zekere mate het accent, dat bij de in Nederland bereikte overeenstemming de hoofdtoon aangaf, werd verschoven. Was na de reis van minister Stikker het formeren van de F.I.R. op kortst mogelijke termijn nog wel het dominerende punt op het programma ? Of streden daarmede thans andere punten om voorrang in de aandacht der Regering te Den Haag ? De leidende figuren onder de federalisten hadden zich intussen thuis op die uitslag der Haagse besprekingen verantwoord en ' t vertrouwen van hun Parlementen in hun beleid verkregen, mede omdat zij zich daarbij konden blijven stellen op de basis der Bandung-resolutie. Men mocht niet verwachten, dat zij het zouden toejuichen , indien het tempo der realisering van deze dingen wellicht weer zou worden vertraagd, of verschuivingen in die basis dreigden op te treden. Vooral hierom is het dus van gewicht, dat Nederland te kennen heeft gegeven, dat óók aan de federalistische deelgebieden buiten de Republiek een actief aandeel in het nieuwe overleg zal worden ingeruimd. Omtrent de vorm , welke die deelneming zal hebben, is nog niets stelligs gezegd. Onze Minister-President heeft in dit verband het woord ,,driehoeks -besprekingen" gebruikt, maar Z. Exc. deed dit nog slechts in louter onderstellend verband. Wij wachten dus vooreerst af, hoe de verdere ontwikkelingen zullen zijn.

15 December 1948 (Extra) : De sombere voorgevoelens, die blijkens ' t vorig commentaar in Makassar's stem doorklonken, vonden helaas bevestiging. De deelneming der federalisten aan het nieuwe overleg was in de practijk tot minimale omvang beperkt gebleven ; een overeenstemming met Djokja bleek niet bereikbaar en de Nederlandse ministers keerden onverrichter zake naar Den Haag terug, wellicht als „ sad29

der and wiser men".

Het scheen nu, dat ook Nederland

trachtte terug te keren tot de October-basis als „ opvangstelling" in een strategische terugtocht. Over de hierdoor ontstane situatie liet de commentator van Makassar zich als volgt uit : Met de Maandag 13 dezer gepubliceerde Nederlandse mededeling is in feite het terrein der handeling, waarvan uiteraard sinas de terugkeer der ministeriële delegatie naar Nederland Den Haag ' t centrum was, wederom naar Indonesië verlegd, en met name naar de samenwerkende deelgebieden, wier vertegenwoordigers zich in de bekende Bandung-resolutie hebben uitgesproken voor ' t onverwijld instellen van een duidelijk Indonesische bewindsvorm, de Federale Interim-Regering. Wij moeten uit het Nederlandse communiqué begrijpen, dat Kaliurang op een mislukking is uitgelopen. Dit feit zal in de deelgebieden buiten de Republiek met teleurstelling worden vastgesteld, al komt die teleurstelling voor hen, die van nabij de ontwikkeling der dingen konden volgen, niet volkomen onverwacht. Na deze Kaliurang -episode , die de bedoeling had, zo mogelijk nog vóór het instellen der F.I.R. tot zodanige resultaten te komen, dat de Republiek in staat zou zijn, van de aanvang af aan die F.I.R. haar daadwerkelijke medewerking te verlenen, wil nu de Nederlandse Regering klaarblijkelijk terug-grijpen op de October-overeenstemming met de federalisten van de ,,Bandung-groepering" en op zeer korte termijn het daarbij in uitzicht gestelde realiseren. Dit betekent, dat dus nu het woord zal moeten zijn aan de deelgebieden, die, in zorgvuldige overweging àller aspecten van de ogenblikkelijke situatie, voor zichzelf en in onderling overleg de vraag zullen moeten beantwoorden of de elementen, op grond waarvan enkele maanden geleden het instellen ener Indonesische F.I.R. noodzakelijk en ………………….. uitvoerbaar werd geacht, ook nu nog in voldoende mate aanwezig zijn. Op dat antwoord kunnen wij uiteraard niet vooruitlopen. Enige aanwijzing, in welke richting de gedachtengang daaromtrent zich in officiële en politieke kringen te Makassar beweegt, kunnen wij wellicht vinden in hetgeen de hier gevestigde Aneta- correspondent daarover gisteren wist te melden. Niet ontkennende , dat de Kaliurang-episode en de uitslag daarvan ,,enkele nieuwe elementen " in de algemene situatie hebben gebracht, kan men volgens dit bericht toch aannemen, dat de Regering zich zal blijven stellen op de basis van 30

haar onlangs in het Parlement afgelegde verklaringen, terwijl er ook voor de Volksvertegenwoordiging geen aanleiding behoeft te worden gezien, om voorshands een ander standpunt in te nemen. Omtrent de ,, nieuwe elementen" in de situatie trad het Aneta-bericht niet nader in détails . Men zou zich, dunkt ons, kunnen voorstellen, dat de zegslieden van Aneta daarbij o.a. kunnen hebben gedacht aan de mogelijkheid , dat, indien kort na het October-overleg te Den Haag de F.I.R. in 't leven ware geroepen, daarbij de houding, welke de Regering te Djokja te dien aanzien kon of wilde aannemen, met minder nadruk zou zijn geaccentueerd, dan nu, als gevolg van het teleurstellende resultaat van Kaliurang, onvermijdelijk ' t geval geworden is. Hierdoor is aan de thans ook door Den Haag voorgestane instelling der F.I.R. helaas een element van controverse gehecht, dat allerminst in de bedoeling heeft gelegen van de federalisten, die in Juli in het overleg van Bandung hun besef van mede-verantwoordelijkheid voor het lot van Indonesië tot uitdrukking hebben gebracht. En zeker is dit element óók vreemd geweest aan toon en strekking van het in September/October gevoerde Haagse overleg, waar de Indonesische federalisten hun conceptie van een nationaal Indonesisch bewind voor de overgangstijd in meer uitgewerkte vorm met de Nederlandse autoriteiten hebben besproken . Vooral in Oost-Indonesië, waar de politiek van de Regering er voortdurend op gericht geweest is, te bevorderen, dat , wanneer het moment van vrijheid en souvereiniteit zou zijn gekomen, de democratische en federalistisch opgebouwde Negara Indonesia Serikat als een hechte eenheid in de wereld zou kunnen binnentreden, moet aan overwegingen van deze aard gewicht worden toegekend. Ook in haar recente verklaringen in het Parlement deed de Regering blijken, dat zij, óók indien onverhoopt de Republiek niet van de aanvang af daadwerkelijk aandeel zou nemen in ' t systeem der F.I.R. , de mogelijkheid ener spoedige toetreding zoveel doenlijk wenste te bevorderen, en in de F.I.R. zeker géén elementen wilde opgenomen zien, die op het bereiken van dit doel belemmerend zouden kunnen werken. Daarmede bleef de Regering consequent de beginselen volgen, welke haar leidden bij haar medewerking aan de Bandung-resolutie .

Na inhoud en strekking van deze resolutie nogeens in herinnering te hebben gebracht, vervolgende de spreker : Men moge wellicht betreuren, dat de Nederlandse Regering heeft 31 1

gemeend, háár contact met de Republiek te moeten doen voorafgaan aan het instellen der F.I.R. , welker totstandkoming daardoor een onvermijdelijke vertraging onderging ; men moge betreuren, dat dit contact geen vrucht heeft afgeworpen. Maar men kan zich tevens realiseren, dat de overwegingen, welke in Bandung konden leiden tot de conceptie van een Indonesisch overgangsbewind, hierdoor toch geenszins in de kern zijn aangetast, en dat de grondslagen der politiek, welke de Regering te Makassar totnutoe heeft voorgestaan, gehandhaafd kunnen blijven. Ook in parlementaire kringen zullen er onder hen, wie de eenheid van Indonesië ter harte gaat en die daarom bizondere prijs stellen op verbetering der betrekkingen met hun nationalistische medeIndonesiërs op Java, ongetwijfeld zijn, die onmiddellijk na de Octoberbesprekingen met gróter geestdrift en méér élan de instelling der F.I.R. zouden hebben begroet, dan waartoe zij zich na Kaliurang gestemd gevoelen. Maar de werkelijkheidszin, waarvan in deze en vorige zittingen het V.V.L. in toenemende mate heeft blijk gegeven, zal ook hier tot de slotsom kunnen voeren, dat, mits op hechte en onmiskenbaar nationale basis geplaatst, ook nu nog deze Federale Interim-Regering kàn worden gezien als een besissende stap op de weg, die voert naar een gehéél Indonesië omvattende, souvereine Negara Indonesia Serikat. Zeer veel, zo niet alles, zal ervan afhangen, of het Indonesische interimbewind zal kunnen worden gedragen door figuren van onaantastbaar Indonesisch-nationale integriteit, in wier handen met volledig vertrouwen de behartiging der waarlijk Indonesische belangen zal kunnen worden gelegd. Wij menen te mogen veronderstellen , dat de representanten der B.F.O. -groepering vóór de terugkeer der Nederlandse delegatie naar Den Haag gelegenheid zullen hebben gevonden, haar op de hoogte te stellen van de basis, waarop en de omstandigheden waaronder zij, indien eventueel onmiddellijke toetreding van de Regering te Djokja niet mogelijk zou blijken , instelling der F.I.R. al dan niet uitvoerbaar achten, alsmede van de grondslagen, waarop zij bereid kunnen zijn, aan zulk een F.I.R. hun medewerking te verlenen...... Op deze basis zal, in nauw overleg met de overige deelgebieden der ,,Bandunggroepering", thans ook de Regering te Makassar haar gedragslijn kunnen bepalen. Zeker zal haar daarbij voor ogen staan, dat de ,,Bandung-groep" haar medewerking slechts met vrucht zal kunnen geven aan een 32

Manufacturedi

F.I.R., die, zowel door de persoonlijke nationale integriteit harer leden, als door de mate, waarin zij met zelfstandige verantwoordelijkheid en ruime handelings-bevoegdheid zal zijn bekleed, in staat zal zijn, zich in de practÿjk het werkelijke gezag te verwerven, nodig om als nationaal -Indonesische Regering de verantwoordelijkheid voor het bewind te aanvaarden en te voeren. Indien men ook aan Nederlandse zijde zich deze dingen ten volle realiseert en bereid is, de consequenties daarvan te aanvaarden, is de mogelijkheid, dat thans een beslissende en vruchtdragende phase in de Indonesiche ontwikkelingen zal kunnen intreden, naar ons oordeel nog niet uitgesloten. 20 December 1948 (Extra) : De roepstem, die in het bovenstaande doorklonk, kwam te laat om nog van invloed te kunnen zijn op de intussen reeds verscherpte verhoudingen tussen Den Haag en Djokja. Zondag 19 December, des morgens 8 uur, werd ook te Makassar algemeen bekend, dat de Nederlandse Regering een tweede „ politiële actie" had gelast. Aan de vooravond dier actie was in Indonesië het Kon. Besluit ,,Bewind Indonesië in Overgangstijd” afgekondigd. De Regering van Oost-Indonesië, door deze ontwikkelingen voor de onmogelijkheid geplaatst, om de door haar in uitzicht gestelde perspectieven wáár te maken, stelde haar mandaat ter beschikking en motiveerde nog dezelfde Zondag haar besluit in een uitvoerig communiqué. Het commentaar, de volgende avond door de woordvoerder van het Ministerie van Voorlichting gegeven , stelde deze ernstige gebeurtenissen nogmaals in het juiste licht. Reeds in dit commentaar echter werd niet alle uitzicht op verdere en vreedzamer toekomstige ontwikkeling afgesloten. De buitengewoon ernstige gebeurtenissen en spectaculaire ontwikkelingen van het laatste etmaal dringen tot commentaar, en het lijkt goed , daarmede niet te talmen, doch zo spoedig mogelijk de gelegenheid aan te grijpen om, als het kan, enige opheldering te brengen in de verwarrende indrukken van het ogenblik. Andermaal is, helaas , een ,,uur nul" aangebroken, en de troepen langs de status-quo-lijn op Java en Sumatra hebben zich in opdracht van de Nederlandse Regering op republikeins gebied in beweging gezet. 33

Men kan bezwaarlijk de ernst van deze ontwikkeling overschatten. De Regering te Den Haag......... moet zich wel zéér diep bewust geweest zijn van de volstrekte onhoudbaarheid der na Kaliurang geschapen situatie alvorens zij de buitengewoon vèrstrekkende consequenties van het nu gegeven opmars-bevel kon aanvaarden. Zij moet hebben begrepen, dat dit nieuwe gewapende optreden onvermijdelijk in de gebieden, die daarbij betrokken zijn, wrange sentimenten zal oproepen, die - - hoe kort de militaire operatie op zichzelf wellicht moge duren - geruime tijd haar nawerking zullen doen gevoelen, en veel, wat totnutoe begeerlijk en bereikbaar leek, vooreerst buiten de mogelijkheid der verwezenlijking zullen stellen. Zij moet er zich rekenschap van hebben gegeven, dat óók elders in Indonesië, waar men buiten de actie blijft en niet rechtstreeks betrokken is bij de controverse tussen Djokja en Den Haag, men zich in zijn saamhorigheidsgevoel van mede-Indonesiër en in gaarne gekoesterde verwachtingen geschokt zal voelen. Zij moet de consequentie hebben aangedurfd van een beslissing, die in buitenlandse kringen geenszins met onverdeelde instemming of welwillend begrip zal worden ontvangen. De Nederlandse Regering moet, als zij ondanks dit alles gemeend heeft, dat alleen deze ene weg nog open bleef......... wel héél diep leven in de overtuiging, dat uiteindelijk de resultaten van dit optreden het uitzicht zullen laten op de verwezenlijking van de toezeggingen, door haar met betrekking tot de vestiging ener vrije en souvereine Indonesische Federatie met zoveel nadruk en bij herhaling gegeven. Die toezegging immers werd thans nogmaals door haar bevestigd door de afkondiging van het besluit ,,Bewind Indonesië in ......... Overgangstijd”…… . De Regering van Oost-Indonesië van haar kant kan slechts diep betreuren, dat de moeilijkheden niet zonder wapengeweld konden worden opgelost . Zij doet dit niet alleen uit de overweging van het grote leed, dat hierdoor onvermijdelijk óók zal worden gebracht over de vele medeIndonesiërs op Java en Sumatra, die niet de minste verantwoordelijkheid dragen voor het ontstaan van de toestanden, welke tot deze actie aanleiding hebben gegeven. Zij grondt haar zienswijze vooral ook op de mening, dat de vervulling der vooruitzichten, die , mede door de activiteit der federalistische nationalisten in de deelgebieden buiten de Republiek in de laatste maanden, zich allengs concreter aftekenden, door deze ontwikkeling van zaken andermaal ernstig werd ver34

traagd. Immers, óók al heeft de Nederlandse Regering intussen door . de afkondiging van de regeling ,,Bewind Indonesië in Overgangstijd" de legale mogelijkheid geschapen, om de door de deeigebieden der Bandung.groepering verlangde F.I.R. metterdaad in te stellen , het moet toch wel voor ieder duidelijk zijn, dat op dit moment, temidden ener van kruitdamp vervulde atmosfeer, zulk een mogelijkheid slechts in theorie aanwezig is. Welke wegen nog open zullen blijken, of opnieuw begaanbaar zouden kunnen worden gemaakt, wanneer die kruitdamp optrekt en de beroering der sentimenten, door de gebeurtenissen van 't ogenblik verwekt, tot rust zal zijn gekomen, valt nu nog zó weinig te overzien, dat het geen zin heeft, zich dienaangaande in beschouwingen te verdiepen. Wel mogen wij reeds nu met zekerheid aannemen, dat, indien in dat latere stadium óók Oost-Indonesië bereid zou blijken, aan een practische uitvoering dier overgangsregeling mede te werken, dit alléén zal kunnen geschieden op de basis ener gegronde verwachting, dat zowel Nederland als alle deelnemende federalistische deelgebieden hierbij voor ogen hebben de overgang naar de volstrekt nieuwe rechtsorde der onafhankelijke en souvereine V.S.I. De reeds te Bandung en later bij het Haagse overleg naar voren gebrachte noodzakelijkheid , dat daartoe reeds in de interim -periode een Indonesisch bewind van onbetwiste zelfstandigheid en ruime handelings-bevoegdheid ten opzichte van inwendige Indonesische zaken zal worden gevestigd, zal ......... daarbij een belangrijke factor moeten vormen.... Wat het Kabinet-Anak Agung heeft genoopt, zijn mandaat ter beschikking van het Staatshoofd te stellen, is enkel en alleen de overweging, dat de gang der ontwikkelingen van de laatste weken waarvan de thans ingezette militaire operaties mede een pijnlijk aspect vormen , in hun onderlinge samenhang bezien, het aan de Regering van Oost-Indonesië tot haar innig leedwezen beletten, te voldoeen aan datgene, wat zij in haar opeenvolgende verklaringen tegenover de Volksvertegenwoordiging in uitzicht had gesteld en op zich had genomen, om naar vermogen wáár te maken. Zich baserende op de October-overeenstemming tussen de vertegenwoordigers der te Bandung samenwerkende federalistische deelgebieden en de Nederlandse Regering, meende men te Makassar op goede gronden te mogen aannemen, dat nog vóór het einde van dit jaar een F.I.R. zou kunnen worden in ' t leven geroepen, waaraan de zelfstandige behartiging aller inwendige Indonesische aangelegenheden zou kunnen worden opgedragen, welk bewind er tevens toe zou

35

kunnen bijdragen, om in deze Indonesische atmosfeer een redelijke en voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing van de nog hangende controversen t.a.v. de Republiek te vinden. Grondslag van de politiek der Regering te Makassar is steeds geweest, datgene te vermijden, wat zou kunnen leiden tot het ontstaan van een situatie, waarin nog bestaande meningsverschillen zodanig zouden worden aangescherpt, dat het bereiken ener redelijke verstandhouding daarover illusoir dreigde te worden gemaakt. Dit streven richtte de Regering, krachtens constructieve gezindheid en eerlijke democratische overtuiging, op het in samenwerkend overleg met Nederland verwezenlijken van een Indonesisch federatief bewind voor deze Archipel. Zij richtte het anderzijds , gedragen door haar besef van Indonesische saamhorigheid en nationalistische idealen, op de verbetering der betrekkingen met de Republiek, welke tot heil van Indonesië-als-geheel zou strekken. Dit streven nu acht de Regering van Oost-Indonesië door de recente ontwikkeling doorkruist. Zij ziet onder de omstandigheden van het ogenblik geen mogelijkheid , om binnen de door haar in uitzicht gestelde termijn te geraken tot het in werking brengen van datgene, waarop haar politieke inspanning onafgebroken is gericht geweest. Zij is van oordeel, dat de feiten haar gebieden te erkennen, dat de basis, waarop het Parlement op 11 November j.l. eenstemmig zijn vertrouwen in het regeringsbeleid heeft uitgesproken, door de nieuw opgetreden elementen zodanig is verschoven, dat de Regering niet zonder meer mag aannemen , dat de door haar in samenwerking met de volksvertegenwoordiging gevoerde politiek in dezelfde lijn kan worden voortgezet . Om deze redenen heeft het Kabinet gemeend, zijn mandaat in handen van de President van Oost -Indonesië te moeten stellen, die inmiddels , in afwachting van nadere beslissingen, dit Kabinet met de behartiging der lopende zaken heeft belast. Wij hebben dus thans een demissionaire Regering. Dit feit op zichzelf doet echter in geen enkel opzicht afbreuk aan de verantwoordelijkheid, welke de Regering met betrekking tot de lopende aangelegenheden en haar verplichtingen t.a.v. het dagelijks beleid nog ........ steeds blijft dragen...... Door het heden gevallen besluit is dus in geen enkel opzicht een bewindloos tijdperk of een ,,gezags -schemering" ontstaan. Integendeel beschouwt ook nu nog de Regering het als haar eerste plicht, al datgene te verrichten, waardoor kan worden voorkomen, 36

dat de dramatische ontwikkelingen , die zich thans elders in de Archipel voltrekken, op het leven in de N.I.T. een weerslag zouden kunnen oefenen, die wijziging zou kunnen brengen in de toestand van veiligheid, orde en volstrekte rechtszekerheid , die in deze Staat steeds heeft geheerst, en die als een der onontbeerlijkste voorwaarden voor een gezonde en harmonische ontwikkeling van het maatschappelijk leven moet worden beschouwd...…………. 31 December 1948 : De kabinetscrisis te Makassar is nog niet opgelost. Bij de jaarswisseling, te middernacht, zullen volgens verklaring van de Nederlandse Regering de militaire operaties op Java eindigen ; op Sumatra enkele dagen later. Er zijn enkele aan de kim opdoemende nieuwe mogelijkheden" in de situatie. De commentator wil daarop niet vooruitlopen, doch herinnert aan hetgeen de President van Oost-Indonesië zeide in zijn officiële rede op de „ Negara-Dag" (24 Dec.) : Bij die gelegenheid zeide Z. Exc. Tj. G. R. Sukawati o.a. ,,Ik wil hier nadrukkelijk waarschuwen tegen de gedachte, dat door de recente gebeurtenissen de kans op de verwerkelijking van het nationale ideaal verkeken zou zijn. Deze gedachte leidt het volk op een dwaalspoor, dat naar de chaos voert......... Wij mogen en wij zullen ons onder de druk der tegenslagen niet afkeren van de weg, die wij zèlf hebben uitgestippeld en waarvan wij de overtuiging hebben, dat hij de juiste zij, die voert naar het ideaal van de onafhankelijkheid en de vrijheid, op een wijze , die in overeenstemming is met onze waardigheid, en met het waarachtige belang van ons land en ons volk". Na dit citaat ging de commentator voort : De Regering van Oost-Indonesië is thans nog demissionair. Dat wil dus zeggen, dat zij geen beslissingen van politieke aard zal nemen en dat o.a. de vraag, in welke vorm en op welke basis Oost-Indonesië eventueel zal kunnen medewerken aan het tot stand brengen ener Federale Interim-Regering, eerst na de oplossing der kabinetscrisis zal kunnen worden beantwoord. Op die beantwoording , die voor de rekenschap zai komen van de mannen, die dàn de leiding van de Staat op zich zullen nemen, kunnen wij niet vooruitlopen. Maar wel mogen wij niet zonder grond de verwachting uitspreken, dat de koers , die door de nieuwe Regering zal worden aangenomen, niet ver zal be37

hoeven af te wijken van de grondgedachte, door Z. Exc. de President in zijn zoëven geciteerde woorden neergelegd, noch van de beginselen, die totnutoe de politiek van Oost-Indonesië ten opzichte van de federale gedachte hebben beheerst. 7 Januari 1949 : Het eerste commentaar in het nieuwe jaar boud de woordvoerder gelegenheid, een iets lichter geluid te doen horen . Een dag tevoren had H. M. Koningin Juliana zich over de Wereldomroep te Hilversum tot de volken over zee gericht. Hierbij herinnerde H. M. aan de bekende rede van 6 December 1942 en aan de radiotoespraak van H. M. Koningin Wilhelmina in Februari 1948,verklarende, hoe sinds het aanvaarden der regering Haar aandacht voortdurend was gericht geweest op de verwezenlijking der vrijheid en souvereiniteit van Indonesië. Het is, dunkt ons , goed en wijs geweest, dat Koningin Juliana juist op dit ogenblik dit woord van ernst en van helder vooruitzicht heeft gesproken . Het was een woord, waaraan juist nu, vooral in de Indonesische wereld, velen behoefte hadden ; waarop misschien onbewust menig nationalistisch Indonesiër heeft gewacht en gehoopt. Want het is niet onverklaarbaar, dat, als weerslag van de gebeurtenissen in de tweede helft van December, in sommige Indonesische kringen bezorgdheid kon ontstaan. Bezorgdheid , die zich behoedzaam -peilend vooral bewogen heeft rondom de vraag, of het Nederland, waarmede men in October van het vorig jaar tot overeenstemming was gekomen omtrent de vorm , waarin reeds aanstonds, gedurende de tijd der voorbereiding van Indonesië's souvereiniteit , een eigen, zelfstandig Indonesisch bewind kon worden gevestigd, wel in alle opzichten hetzelfde Nederland betekende, waarmede na de militaire operaties op Java en Sumatra de uitvoering dier October -overeenstemming ter hand zou worden genomen. Zou men in Den Haag voldoende begrip kunnen vinden voor de nieuwe elementen van psychologische , misschien ook van politieke aard, die de ontwikkeling van zaken sinds October óók voor de federalisten in de deelgebieden buiten de Republiek in de algemene situatie konden hebben gebracht ? Zou inderdaad de deur, die bij 't bereiken der October-overeenstemming wijd open was gelaten voor de Republiek, ook nu nog even bereidwilling open worden gehouden ? Vragen, die bij hen, die ze meenden te moeten stellen, niet behoefden voort te 38

komen uit een gevoel van wantrouwen in de bedoelingen der verantwoordelijke Nederlandse bewindslieden, maar die zich konden hechten aan de gedachte, dat mogelijk ook in het Nederlandse politieke leven de recente ontwikkelingen haar sporen konden hebben nagelaten. Ten opzichte van deze vragen heeft thans de stem van H.M. de Koningin in zuivere toon een helder antwoord gegeven, daarmede in aanzienlijke mate het effect versterkend van de stappen, intussen van Nederlandse zijde ter voorbereiding van de nieuwe rechtsorde in Indonesië gedaan, en van de verklaringen, door zegelieden der Regering te Den Haag reeds eerder gegeven. Hierdoor kon het vertrouwen weer herleven, dat in samenwerking met verantwoordelijk-denkende, constructief gezinde Indonesische figuren, die in eigen kring èn tegenover de buitenwereld borg kunnen staan voor ' t nationale karakter en de degelijke taakvervulling der te vormen Indonesische Federale Regering, Nederland , zonder kortzichting ,,loven en bieden" en zonder behoudzuchtige ,,slagen om de arm" nog steeds bereid is, gestand te doen, wat het aan Indonesië in uitzicht heeft gesteld ...... Aan het bereiken van dit doel zullen ook diegenen in de Nederlandse gemeenschap in Idonesië, die niet onmiddelijk werkzaam betrokken zullen zijn bij de vestiging van dat nieuwe bestel, door hun geest en houding kunnen bijdragen . Wanneer zij zich bereid tonen , het Indonesische streven naar nationale zelf-expressie, waar 't in zuivere vorm, zakelijk en beheerst tot uiting komt, onbevangen tegemoet te treden ; wanneer zij inderdaad , waar op hun ervaring en hun bijstand vrijwillige beroepen zullen worden gedaan, gezind en in staat blijken, daaraan van harte en vrijwillig te beantwoorden, dan zal de sfeer van eerlijke samenwerking en begrijpend wederzijds ontmoeten worden geschapen, waarin de richtlijn, door het koninklijk woord van gisteren gegeven, en de nationale aspiraties , niet slechts in de deelgebieden, maar ongetwijfeld óók bij aanzienlijke bevolkingsdelen op Java en Sumatra bestaande, elkaar in vruchtdragende aanraking kunnen ontmoeten. 14 Jan. 1949:

Op 12 Januari werd het tweede Kabinet-Anak Agung gevormd; het werd dezelfde dag beëdigd en nog des avonds vlogen de premier en drie ministers naar Batavia, om er De de Nederlandse premier Dr. Drees te ontmoeten. commentator schetst de positie van het nieuwe Kabinet jegens de volksvertegenwoordiging, zet uiteen, dat het zijn politiek blijft baseren op het ,,Politiek Manifest" en con-

39

cludeert uit de eenstemmigheid, waarmede werd geadviseerd, om de demissionaire premier wederom met de formatie te belasten, dat diens nationale politiek ook thans nog uitvoerbaar wordt geacht en , .in een nieuwe en in zuiverder atmosfeer gespeelde ronde" mogelijkheden heeft. Hij besluit dan: Hiermede raken wij aan de verwachting, waarmede het optreden van dit nieuwe Kabinet in Oost-Indonesië en daarbuiten wordt begroet. Een vertrouwen , dat zich zeker niet alleen zal kunnen hechten aan beloften en verklaringen, met hoeveel nadruk en van hoe hoog geplaatste zijde ze ook werden of nog zullen worden gegeven. Dat vertrouwen zal gevoed en gesterk moeten worden tot daadwerkelijkheid door tastbare feiten en aanwijsbare verwezenlijkingen , die duidelijker dan welke woorden ook zullen kunnen getuigen voor de goede trouw, waarin constructief-gezinde Indonesiërs en een in alle geledingen loyaal Nederland tezamen de nieuwe rechtsorde zullen tot stand brengen, die Indonesië zal maken tot souvereine, federatieve Staat, vrijwillig met Nederland samengaande in een op gelijkwaardigheid berustend Unie-verband.

21 Jan. 1949: Het nieuwe Kabinet hervatte onmiddellijk, ook in en door middel van de B.F.O. , de op Indonesische samenwerking gerichte politiek van Makassar ter verwezenlijking van de V.S.I. De nawerking der ,,politiële actie" mocht niet leiden tot prijsgeven van 't beginsel, dat die Indonesische samenwerking algemeen zou moeten zijn. Reeds nu hoort men hier en daar gewagen van de betekenis van een ,,Indonesische gesprek". Hiernaar streeft Makassar en deze zienswijze zet zich , rekening houdend met de in dat gezelschap, aanwezige nuanceringen, door in de B.F.O. Op 13 Januari bepaalt dit orgaan zijn standpunt in een resolutie, welker betekenis de woordvoerder van Makassar thans belicht. De samenkomst der delegaties van deelgebied regeringen , bekend als B.F.O. , heeft in de afgelopen dagen wederom getoond, een belangrijke factor te zijn in de politieke ontwikkelingen in Indonesië. En de Oost-Indonesische delegatie , die zoals men weet nog op de dag der kabinetsformatie naar Batavia reisde, heeft onmiddelijk een werkzaam aandeel in deze arbeid genomen en belangrijk initiatief ontwik40

keld : de reeds gepubliceerde resolutie, in de B.F.O. vergadering van 13 dezer eenstemmig aangenomen, was van dat initiatief het resultaat. Zeer beknopt geformuleerd, komen de drie punten van die resolutie hierop neer: vorming van een nationale Federale Regering voor gehéél Indonesië is noodzakelijk , als overgang naar de vrije en souvereine V.S.I.; het ,,BIO" -besluit is voor de vorming van die regering een bruikbaar uitgangspunt ; overleg met prominenke Indonesische figuren uit gebieden, die niet op de voet van art. 5 van het BIObesluit zijn georganiseerd , is nodig...... In hun resolutie van 13 Januari hebben dus de federalisten als gering, die representatief zal kunnen zijn voor geheel Indonesië, óók hun oordeel uitgesproken, dat over de vorming van een nationale repolitieke leiders-figuren uit gebieden, die nu nog niet als ,, deelgebieden" in de zin van ' t BIO-besluit erkend zijn, hun mening te kennen moeten kunnen geven, en dat mede in overleg met hen de personen zullen moeten worden aangewezen, die, als vertrouwenslieden van de Indonesische volken, het „, bewind in overgangstijd" op zich zullen nemen. Onder de categorie dergenen met wie de B.F.O. federalisten het oriënterend overleg tot stand willen zien komen, behoren dus uiteraard óók figuren uit gebieden, die in de phase vóór 19 December vielen onder het feitelijk gezag van de Republiek. Maar het zou niet juist zijn, om het derde punt der B.F.O. -resolutie aldus op te vatten, dat hierin kortweg het opnemen van contact met de Republikeinen bedoeld zou zijn . Er zijn immers ook andere Indonesische groepen en gebieden, die men niet tot de Republiek in haar vorige phase kan rekenen, maar die toch niet kunnen vallen onder de kwalifacatie van art. 5 van het BIO-besluit. Overleg met hen achten de federalisten evenzeer nuttig en nodig. Wij komen dus dichter bij de werkelijkheid , indien wij zeggen, dat de resolutie van 13 Januari de strekking heeft, om ' t probleem van de nationale Indonesische Regering te maken tot onderwerp van een algemeen Indonesisch gesprek. Een gesprek, waarbij de stem van hen, die in een vorige phase in ' t gebied der Republiek ' een toonaangevende rol vervulden als intellectueel en politiek leider, zeker mede dient te worden gehoord. Rakende aan de discussie over de vraag, welke status aan de ,republikeinse prominenten" na de December- actie nog kan worden toegekend, bereidt de commentator thans reeds het standpunt der Oost-Indonesische Regering voor, dat weldra met groter duidelijkheid en in strakker formulering zal worden uitgesproken. 41

De vergadering der B.F.O. heeft zich niet begeven in de vraag, of als gevolg van de December- gebeurtenissen in de juridische positie van bepaalde republikeinse prominente figuren al dan niet wijziging is opgetreden. Maar wel was zij , blijkens de angenomen resolutie, van mening, dat de betekenis van deze politieke leiders als dragers van het nationale streven een voldoende motief moest opleveren, om zo mogelijk ten opzichte van de thans voorbereide staatkundige ontwikkelingen in Indonesië hun oordeel en inzicht te vernemen. Daarbij heeft men er zich uiteraard rekenschap van gegeven, dat zoals de Minister-Fresident van Oost-Indonesië het eergisteren in een interview heeft uitgedrukt, de namen van enige dier prominenten ,,niet kunnen worden losgemaakt van het begrip Republiek". Deze overweging kan , naar wij menen te mogen aannemen, gelden voor alle in de B.F.O. -groepering vertegenwoordigde federalisten. Voor wat de Oost-Indonesische delegatie betreft, voegde Z. Exc. Anak Agung hieraan nog toe, dat figuren als Sukarno en Hattta nog steeds kunnen worden beschouwd als regeringspesonen van de Republiek als staatkundige organisatie , die ais gevolg van de omstandigheden thans het feitelijke bestuurlijke gezag niet kunnen uitoefenen. Welk standpunt de Nederlandse Regering terzake zal innemen, is op dit moment nog niet duidelijk geformuleerd. Wij zullen het vermoedelijk weldra horen, als minister-president Drees weer in zijn vaderland zal zijn aangekomen en gelegenheid zal hebben gehad , omtrent zijn bevindingen aan het Kabinet verslag te doen. Enige aanwijzing omtrent de richting, waarin die Nederlandse opvatting zich zal bewegen, kan men misschien halen uit de verklaring, welke Dr. Drees bij zijn vertrek uit Batavia tegenover de pers heeft afgelegd, en waarin hij de opmerking vlocht, dat niemand de betekenis kan ontkennen , die de Republiek, beoordeeld onafhankelijk van de situatie van het ogenblik, ongetwijfeld heeft voor de oplossing van het Indonesische vraagstuk" . De Nederlandse premier toonde een open oog voor het feit, dat ook nu nog voor talrijke Indonesiërs deze Republiek ,,symbool is van de vrijheidsstrijd” en dat zich ,,in haar rijen velen bevin den, wier medewerking bij de staatkundige opbouw van Indonesië node kan worden gemist" . Wij mogen, zo dunkt ons, aannemen, dat men in Nederland ook in bredere kring dan die der naaste politieke medestanders van Dr. Drees zich rekenschap zal geven van de psychologische betekenis en de allengs traditioneel geworden gevoelswaarde, welke het ,,begrip Republiek" , waarvan Z. Exc. Anak Agung repte, voor het nationalis42

tische streven in deze landen heeft verworven. Dit zijn factoren, die ter bepaling van het politieke klimaat, waarin verdere staatkundige ontwikkelingen zich kunnen voltrekken, zeker mede van betekenis zullen blijken. Rondom de resolutie der B.F.O. en de daarop gevolgde stappen verdienen nog andere aspecten de aandacht, waarvan wij de voornaamte met een enkel woord willen aanroeren. Wij mogen er dan allereerst nogmaals de nadruk op leggen, dat de activiteit van de B.F.O. -groep betekent, dat het vraagstuk der in te stellen Federale Regering van nationale signatuur, die ' t ,,bewind in overgangstijd" voor Indonesië zal vormen, tot onderwerp is ge-

maakt van een zuiver Indonesisch gesprek. Het is van politieke zowel als psychologische betekenis, dat niet de Nederlandse Regering of de delegatie van het Koninkrijk zichzelve hierbij rechtstreeks als partij heeft ingeschakeld, doch dat de kring der Indonesische federalisten hierin de leiding heeft kunnen nemen. De Nederlandse Regering heeft principieel het standpunt ingenomen, dat het probeleem der organisatie van de Federale Regering en de keuze der personen, die met het bewind zullen worden belast, in de eerste plaats een aangelegenheid vormt van Indonesisch belang en dat in onderling Indonesisch overleg voor deze vragen het antwoord dient te worden gevonden . Van dit beginsel uit kon dan ook Dr. Drees het initiatief van de B.F.O. -groep ,,verheugend" noemen en daaromtrent verklaren, dat het ,,geheel in de lijn ligt van onze eigen gedachtengang". In dit opzicht zal men van Indonesisch standpunt uit met voldoening kunnen constateren, dat de lijn der ontwikkeling sinds Juli van 't vorig jaar principieel verder is doorgetrokken en niet, zoals sommigen wellicht vreesden, ten gevolge der December-gebeurtenissen is omgebogen. De actie van de B.F.O. in Juli '48, die leidde tot de opstelling van de ,,Bandung-resolutie", is toen niet door allen, die aan Nederlandse zijde met gezag en waardigheid bekleed waren, met even warme sympathie begroet. Eén der grote Nederlandse dagbladen sprak in die dagen naar aanleiding van deze actie enigszins spijtig van een ,, slippende leiding". In het verdere overleg tussen Indonesische en Nederlandse leidende figuren rijpte echter een zuiverder inzicht in de verhouding tussen Nederlandse verantwoordelijkheid en gerechtvaardigde Indonesische zelfwerkzaamheid....... Geheel in deze lijn laat men thans welbewust de gedachtevorming betreffende inrichting en bezetting van het Indonesische overgangs-bewind zich in de 43

eigen Indonesische sfeer voltrekken. Wat deze overgangstijd op zichzelf betreft , heeft het thans te Batavia tussen de Nederlandse autoriteiten en de federalistische lei ders gevoerde overleg wel overtuigend doen blijken, dat de duur van deze interim-periode allereerst afhankelijk zal zijn van het tempo, waarin de Indonesische Federale Regering zelve erin zal slagen, het apparaat te scheppen en in werking te brengen, nodig om de bevoegdheden en verplichtingen , zonder nadeel voor het algemeen belang, van Nederland te kunnen overnemen. Wij zouden het aldus kunnen formuleren: op grond van de recente besprekingen te Batavia mag wor den aangenomen, dat de duur van de noodzakelijk geachte overgangsperiode niet uitsluitend door politieke overwegingen, doch allereerst door technische factoren zal worden bepaald . 28 Jan. 1949 :

Twee vragen beheersen het aspect : de internationale reactie op de gebeurtenissen in Indonesië en de status, on der welke de republikeinse regeringspersonen zullen kunnen worden ingeschakeld in het nieuwe overleg. Op de hier vermelde datum nam de Veiligheidsraad zijn befaamd geworden resolutie aan, voorgesteld door Cuba, Noorwegen, China en Amerika. Deze beslissing was te Makassar nog niet bekend op het ogenblik, dat de commentator de te Lake Success ter tafel gebrachte resolutie onder de loupe nam . Die resolutie heeft, voor zover op grond van hetgeen omtrent de publieke opinie is bekend geworden, in eerste aanleg weinigen geheel kunnen bevredigen ; niet slechts heeft, zoals wel te verwachten viel, de Nederlandse Regering bezwaren , maar ook uit de kring der republikeinse tegenpartij heeft men stemmen kunnen beluisteren, die erop wezen, dat men zich door deze resolutie niet geholpen achtte. Ten slotte zijn bepaalde elementen daaruit óók voor instanties , die te Lake Success géén partij zijn , aanleiding geworden tot minder waarderende reacties. Met name de passage in de resolutie , volgens welke aan „,'andere delen van Indonesië de gelegenheid kan worden gegeven tot deelneming aan het politieke overleg", is in de hoofdstad van Oost-Indonesië met verwondering vernomen. Van het standpunt der Regering van Oost -Indonesië uit wil men er géén bezwaar tegen maken , indien de Veiligheidsraad of de Verenigde Naties in enige vorm een supervisie menen te moeten uitoefe44

nen ten opzichte van de partijen, die rechtstreeks bij het conflict betrokken zijn. Doch het wordt ànders , indien men zulk een bemoeienis óók zou willen doen gelden voor een gebied als Oost-Indonesië, dat reeds geheel tot autonome staatkundige organisatie is gevormd, een eigen Regering en een eigen volksvertegenwoordiging bezit, en binnen welks territoir reeds meermalen, op verschillend niveau, vrije verkiezingen op democratische grondslag werden gehouden. De Oost-Indonesische Regering acht zichzelve volledig in staat, vrije en democratische stembus-uitspraken te garanderen, en zou het aanvaarden van een controle door buitenstaanders bezwaarlijk met haar positie als zelfstandig verantwoordelijke Regering kunnen overeen brengen. Bovendien geldt te Makassar de overweging, dat OostIndonesië, dat reeds begin 1948 óók door de Regering van de Republiek als autonome staat, toekomstige deelstaat van de souvereine V.S.I. , officieel werd erkend, toch zeker niet meer als een gebied kan worden beschouwd, welks status aan discussie onderhevig kan zijn. Men beschouwt de resolutie dan ook als een bewijs, dat te Lake puppet-state" -idee, dat vroeger wel eens Success blijkbaar het opgeld heeft gedaan, nog niet geheel is overwonnen , hetgeen men te Makassar met enigszins verbaasde teleurstelling constateert. Vervolgens gaat de commentator over op de spoedig te verwachten ontmoeting van de contact- commissie uit de B.F.O. met de republikeinse leiders, in verband waarmede de „status" van deze laatsten weer ter sprake komt : Een aspect, dat voor enige der uitgenodigde persoonlijkheden van gewicht is, is de vraag, in welke status zij het contact met de B.F.O. -commissie zullen kunnen opnemen. Dit is een van de punten, waaromtrent, getuige recente uitlatingen in de pers hier te lande , zich nog geen ,,communis opinio" gevormd heeft. Een radicale opvatting, die overigens in de Indonesische wereld zeer weinig aanhang vindt , wil dienaangaande de redenering volgen, dat als resultaat van de December-ontwikkelingen de Republiek als zodanig heeft opgehouden te bestaan, en dat derhalve aan de figuren , die voordien deel uitmaakten van haar Regering, thans ook geen politieke status meer zou kunnen worden toegekend. Het standpunt, door de Oost -Indonesische delegatie dienaangaande ingenomen, hetwelk door de Regering te Makassar wordt gedekt, heeft voor deze radicale zienswijze weinig waardering, daar de geschetste opvatting naar haar mening in onvoldoende mate rekening

45

houdt met de politieke en psychologische factoren, welke in de Indonesische wereld overwegen. En ook dit is één van de aangelegenheden, waarin, redelijkerwijs geredeneerd, uiteindelijk toch Indonesische zienswijzen zullen moeten praevaleren. In Oost-Indonesië ziet men het aldus, dat figuren als Sukarno, Hatta en anderen, die in de vorige phase van ' t bestaan der Republiek het ,,de facto" bewind over een bepaald gebied konden uitoefenen, door ' t verloop der gebeurtenissen in 1948 de gelegenheid tot het voeren van enig feitelijk gezag hebben verloren, doch dat zij niettemin ook nu nog representatief moeten worden geacht voor hetgeen Z. Exc. Anak Agung dezer dagen in een interview te Batavia genoemd heeft : ,,het begrip Republiek" als staatkundige organisatie. De erkenning van dit feit behoeft overige niet tevens in te sluiten 't vormen van bepaalde vooropgezette meningen omtrent de gedaante, welke dit ,,begrip Republiek" in een nieuwe phase van het federatief georganiseerde Indonesië zal kunnen hebben. Ter verduidelijking van deze opvatting hoorden wij in politieke kringen te Makassar verwijzen naar het voorbeeld van Polen tijdens en na de tweede wereldoorlog. Als gevolg van die oorlog werd aan de Poolse Regering, die naar ' t buitenland moest uitwijken , het feitelijk gezag ontnomen, doch haar leden werden niettemin als representanten van het ,,begrip Polen als zelfstandige staatkundige organisatie" erkend . Ook in dit geval stond daardoor geenszins vast, dat die staatkundige organisatie na het teinde van de oorlog in de vroegere gedaante en met hetzelfde territoir zou kunnen herleven. De gang der geschiedenis heeft ook aangetoond, dat de oorlogs -omstandigheden in de gehele structuur van Europa zodanige ingrijpende verschuivingen heeft veroorzaakt , dat de wijze, waarop aan het ,,begrip Polen" opnieuw staatkundige uitdrukking kon worden gegeven, grondig onder de loupe moest worden genomen, en dat andermaal de vraag moest worden bestudeerd , op welke wijze deze staatkundige structuur in het gehéél van Europa harmonisch kon worden ingevoegd. In onderdelen gaat elke vergelijking mank, en ook hier moeten wij de parallel niet te ver willen doortrekken , maar in haar hoofdzaak is zij ter illustratie van de Oost - Indonesische opvatting over deze aangelegenheid toch zeer goed bruikbaar. Wij zullen hier niet vooruitlopen in beschouwingen, of dit standpunt der Oost Indonesische delegatie aan dat van de B.F.O. als geheel gelijkvorming zal blijken. Er is al eens eerder de aandacht op gevestigd, dat in de B.F.O. -groepering vertegenwoordigers van ver46

schillende deelgebieden samenwerken tot het bevorderen van een gemeenschappelijk doel, nl . de vorming van de vrije en souvereine Republiek der V.S.I., doch dat zij dit doen met behoud van ieders principiële instelling en politieke achtergrond. Ook het belangrijke aandeel, dat Oost-Indonesië totnutoe in de werkzaamheden van de B.F.O. heeft kunnen nemen, kan dus niet zonder meer tot de conclusie voeren, dat een bepaalde te Makassar voorgestane opvatting steeds identiek is aan de zienswijze der B.F.O. -groep als geheel . De Maandag (31 Jan. ) te hervatten B.F.O. -vergadering zal, naar wij mogen aannemen, ook aan ' t hier besproken punt wel de nodige aandacht schenken, en de resultaten daarvan zullen wij dan zeker spoedig vernemen. Het is ook geenszins uitgesloten, dat op grond van de besprekingen, in het Nederlandse Kabinet na terugkeer van Dr. Drees gevoerd, eerlang ook Den Haag van een bepaalde opvatting blijk zal geven. Dit kan ongetwijfeld van belang zijn. Maar men mag daarbij toch vooral niet over ' t hoofd zien, dat de vraag, in welke gedaante en op welke basis het staatkundig begrip Republiek onder de nieuwe phase van de Indonesische Federale Regering zal kunnen worden ingepast, en in verband hiermede de kwestie van de status, die aan bepaalde figuren uit de republikeinse sfeer toekomt, zaken zijn, die allereerst in de Indonesische wereld tot een beslissing zullen moeten worden gebracht...... De Nederlandse Regering heeft in de loop der jongste besprekingen te kennen gegeven, dat zij de vorming van de Federale Regering, haar samenstelling en de oplossing der voorbereidende discussie hierover, in de eerste plaats beschouwd wil zien als een Indonesisch belang. Hierin zal dus vooral van betekenis zijn het overleg van de leiders der deelgebieden van de toekomstige V.S.I., en de manifestatie van de volkswil door middel van de daartoe dienstige methoden zal hierbij een overwegende factor vormen. Wie in tegenstelling hiermede in zaken, welke de structuur van het toekomstige vrije Indonesië en de vorming van het Indonesische overgangs-bewind raken , de verantwoordelijkheid te sterk aan Nederlandse zijde meent te moeten leggen, bepleit daarmede iets anders, dan de federalistische Indonesische leiders uit de gedachtenwisseling met de Nederlandse autoriteiten hebben begrepen.

4 Febr. 1949 : In de B.F.O. -vergadering, van 31 Jan. tot 5 Febr. gehouden, werd het probleem van het contact met de repu47

blikeinse leiders tot verdere oplossing gebracht: in overleg met de Hoge Vertegenwoordiger der Kroon werd de formule gevonden, welke de status dezer republikeinse fi guren omschreef. De Oost-Indonesische commentator, die in verband met deze belangrijke vergadering naar Batavia was gereisd, gaf ditmaal uit Studio Batavia op de jongste ontwikkelingen zijn toelichting: Op grond (van de gevonden formule) heeft de contact-commissie uit de B.F.O. thans aan de republikeinse politici kunnen antwoorden dat in het te voeren overleg hun status kan worden erkend als die van republikeinse regeringspersonen. Laat ons de intussen in de pers gepubliceerde formule een ogenblik nader in beschouwing nemen. Zij brengt tot uitdrukking, dat de Indonesische federalisten, en in overeenstemming met hen ook de Nederlandse Regering, van mening zijn, dat ook de gebeurtenissen van 19 December jl. in beginsel de Republiek als staatkundige organisatie is blijven bestaan, aan welke organisatie echter binnen ' t kader van de op federatieve basis te vormen V.S.I. opnieuw uitdrukking zal moeten worden gegeven. Als representanten van die staatkundige organisatie ziet men op dit ogenblik nog de prominente figuren, die in de vorige phase over een bepaald gebied een „ de facto" gezag konden uitoefenen, welk gezag als gevolg der ontwikkelingen van eind 1948 is komen te vervallen. In de thans gekozen formulering wordt dus niet tevens bij voorbaat een uitspraak gedaan over de staatkundige gedaante, welke die Republiek in de nieuwe phase van Indonesisch federaal bestel zal kunnen aannemen. Integendeel , bij de beslissing dáárover wordt zeer nadrukkelijk de uitspraak van een gegarandeerde vrije volkswil ingeschakeld . Immers, indien men het democratische beginsel van het zelfbeschikkingsrecht erkent, dan is het duidelijk, dat aan de bevolkingen van die gebieden, welker staatkundige positie totnutoe aan discussie onderhevig konden zijn, gelegenheid zal moeten worden gegeven, om in vrijheid en volgens democratische methoden hierover haar mening kenbaar te maken. Zij zèlf zullen tenslotte de vraag moeten beantwoorden, of zij al dan niet van een bepaalde staatkundige organisatie deel willen uitmaken. Zij zèlf ook zullen uiteindelijk een beslissende stem moeten hebben in de vraag, welke vorm die organisatie kan aannemen, en aan welke personen zij de leiding dier staatkundige eenheid willen toevertrouwen. Dit is in het licht van de bekende ,,Bandung-resolutie", die zich immers op de principes van het ,,Ren' ville" -accoord baseerde, een volkomen logisch standpunt. De leiden48

de figuren uit de verschillende Indonesische deelgebieden zullen, steumend op de inzichten, die daaromtrent bij de door ' t vertegenwoordigde bevolkingen leven, een belangrijk aandeel hebben in de oplossing van het probleem, hoe de staatkundige organizatie van het gehéél der federatieve V.S.I. eruit zal zien, en hoe de verschillende deelstaten, op de voet van gelijkwaardigheid, daarin harmonisch kunnen worden ingevoegd. Dat men in de tweede plaats heeft vastgehouden aan het beginsel, dat de te vormen V.S.I. ( op zichzelf dus een Republiek, die het gehéél van Indonesië zal omvatten) zullen bestaan uit gelijkwaardige deelstaten, kan evenmin verrassen. De B.F.O. immers heeft steeds het standpunt ingenomen, dat het basisaccoord van Linggadjati en de ,,Renville" -overeenkomst als uitgangspunt bij het vormen van de V.S.I. en van een federale regering dienen te worden aanvaard. Hierin ligt tevens het beginsel van een uit gelijkwaardige deelgebieden samengestelde federatie opgesloten, een beginsel, dat o.a. ock in het begin van 1948 werd onderschreven door de Regering te Djokja, toen zij haar officiële erkenning van de Staat Oost-Indonesië bekendmaakte. Van Oost-Indonesisch standpunt bezien, trekt de thans door de B.F.O. aanvaarde formule ten opzichte van de prominente republikeinse figuren de belangstelling, omdat de zienswijze, reeds uiteengezet in het persgesprek van onze Minister-Fresident met Aneta op 19 Januari, en sindsdien door de Regering te Makassar tot de hare gemaakt, daarin volledig wordt weerspiegeld. De drie elementen dezer formule: erkenning van republikeinse regeringspersonen ; schepping van de staatkundige gedaante der Republiek en de samenhang der V.S.I., overeenkomstig geordende manifestatie van de volkswil ; handhaving van 't beginsel der gelijkwaardigheid van de samenstellende delen der V.S.I. , stroken geheel en al met de politieke doeleinden, op welke Oost-Indonesië sinds de aanvaarding van het Politiek Manifest" steeds zijn streven heeft gericht, en die reeds gedurende 1948 de verschillende stappen der Oost-Indonesische Regering hebben bepaald. Zo leek het dus op dit ogenblik, alsof men aan de vooravond stond van een contact, dat tot overeenstemming kon voeren . In die overweging paste ook het beroep van Makassar, om bij het overleg de werkelijke belangen der betrokken volken te doen overwegen boven het ,,politieke spel": Bij alle moeilijkheden, die totnutoe veelal een helder uitzicht op de perspectieven hebben verdoezeld en die dikwijls bijverschijneelen 49

wekten, waardoor de zuiverheid der nationale aspiraties werd geschaad, moeten wij toch vooral het doel voor ogen houden, dat voor de eerlijke nationalisten in en buiten de groepering van de B.F.O. één zefde inhoud heeft. Dit doel is en blijft : het verwezenlijken van de nationale onafhankelijkheid van Indonesië-als-geheel ; het vormen, onder eigen Indonesische verantwoordelijkheid, van een vrije en souvereine Republiek, die als Verenigde Staten van Indonesië, opgebouwd als een democratische rechtsstaat van federatieve structuur, het gehele gebied van de Indonesische Archipel zal omvatten. Zij, die hiernaar streven, beögen daarmede niet de staatkundige zelf-expressie ter wille van het politiek succes alléén. De grondgedachte van hun streven zal integendeel moeten zijn : de bevordering van de materiële en geestelijke verheffing der volken, voor wier welzijn zij als intellectuele leiders de verantwoordelijkheid gevoelen. Verheffing van maatschappelijk levenspeil in zijn onderscheiden aspecten ; versterking van economische positie ; ontplooiing van het eigen Indonesische leven, zodat Indonesië als gelijkwaardige tussen de vrije volken zijn plaats zal kunnen bezetten. Dàt zijn de grote dingen, waarom het gaat, en ten opzichte waarvan de politieke activiteit slechts mag worden begrepen als een middel, op de verwezenlijking van dàt doel gericht. De federalisten van de B.F.O. hebben dit aldus begrepen. Als logisch uitvloeisel daarvan richten zij zich thans tot de figuren, die in een vorige phase van het streven naar Indonesië's onafhankelijkheid in bepaalde gebieden exponenten van dat streven werden. Zij willen tezamen met hen, gedragen door hetzelfde ideaal en langs de wegen van welbewust en redelijk overleg, de laatste hand leggen aan de verwezenlijking van dit doel. De tijd dringt, in méér dan één opzicht. De tijd dringt, omdat in de deelgebieden , die onder de gunstige omstandigheden van politieke rust en doelbewuste leiding zich inmiddels op eigen wijze tot zelfstandig leven hebben ontplooid, de drang allengs sterker is geworden, om nu ook de federale overkoepeling van het staatkundige gebouw tot stand te brengen, en naast de autonomie der deelstaten de Souvereiniteit in het federale vlak tot werkelijkhetid te maken. De tijd dringt tevens, omdat in het licht der internationale situatie steeds duidelijker wordt, dat snel en doorta tend handelen geboden is, indien men deze bij uitstek Indonesische zaak op eigen Indonesische wijze en als resultaat van een in vrijheid gevoerd Indonesisch gesprek tot oplossing wil kunnen brengen. In Nederland leeft thans de overtuiging, dat dit Indonesische 50

gesprek een gezonde en levensvatbare oplossing kan brengen voor de nog hangende problemen. Maar er zijn anderen, elders in de wereld, die daarvan minder sterk doordrongen blijken. Het zal aan de nationaal-denkende Indonesiërs zijn, in en buiten de B.F.O., om hun metterdaad te tonen, dat zij zich vergissen.

11 Febr. 1949: Overzien wij, met weglating van een aant: détails, de resultaten van de arbeid, door de B.F.O. tussen 31 Januari en 5 Februar! verricht, alsmede van de ini berband hiermede gelegde contcten, dan springen een paar punten bij uitstek in het oog. Wij kunnen ze als volgt samenvatten : 1c. Er is helderheid gekomen in de vraag omtrent de positie, welke in de situatie van ogenblik aan de Republiek in verband met het gehele Indonesische probleem moet worden toegekend ; 20. De reeds eerder uitgesproken wenselijkheid, om de vorming van de vrije en souvereine V.S.I. van de aanvang af te maken tot onderwerp van een ,,Indonesisch ge prek" , waaraan alle belanghebbenden zouden kunnen deelnemen, is na ' t bezoek aan Bangka binnen de sfeer van het bereikbare gebracht. Wat het eer te dezer punten betreft, hebben wij in ons commentaar van de vorige Vrijdag reeds de voornaamste trekken daarvan besproken. Het standpunt van de Regering van Oost-Indonesië en van haar delegatie in de B.F.9 . verdient enige accentuering. Samenvattend, komt dit standpunt op het volgende neer : Wie op de basis van een gezonde realiteitszin redeneert, moet erkennen, dat ook in de situatie van het ogenblik moet worden uitgegaan van het bestaan der Republiek Indonesia. Die Republiek is, zowel vóór als na de gebeurtenissen van eind 1948, een realiteit, die

zich heeft uitgedrukt in een staatkundige organisatie. De heren Sukarno, Hatta c.s. zijn derhalve te beschouwen als regeringspersonen van die Republiek, hoewel zij als gevolg der ontwikkeling na 19 December hun feitelijk bestuurlijk gezag thans niet kunnen uitoefenen. De gedaante en de begrenzing echter, welke die staatkundige organi . satie zal aannemen bij de totstandkoming van de vrije en souvereine V.S.I., zullen het resultaat moeten zijn van een algemeen Indonesisch gesprek. Belangrijk zal hierbij als factor zijn de opvatting van de vertegenwoordigers der onderscheiden gebieden, die tezamen als deelstaten deze vrije en souvereine Republiek der V.S.I. zullen vormen. Beslissend hierover zal tenslotte moeten zijn de uitspraak van een gegarandeerdvrije, geordende manifestatie van de volkswil. Bij die beslissing zal 51

men zich moeten baseren op het beginsel, dat deze V.S.I. gegrondvest zullen zijn op de pijlers van democratie en federalisme, en derhalve zullen zijn opgebouwd uit gelijkwaardige deelstaten. In aansluiting op hetgeen in het commentaar van 28 Jan. reeds met betrekking tot de houding van Lake Success werd opgemerkt, zeide de woordvoerder van Mukassar thans verder : Persberichten hebben geneld, dat de Nederlandse Regering tot de B.F.O. het verzoek ridhte, van haar gevoelen (omtrent de reolu tie van de Veiligheidsraad ) te doen blijken. Zols men weet, heeft de vergadering der B.F.O. yooreerst geantwoord, dat zij in de gegeven situatie nog niet tot een definitieve formulering meent te moeten komen, nangezien deze aangelegenheid naar haar mening het onderwerp zou dienen te zijn van een overleg in bredere Indonesische kring. Het kan zijn nut hebben, het standpunt, dat de Regering van Oost-Indonesië in verband hiermede inneemt, nogeens duidelijk te for. muleren. De Regering te Makassar is van oordeel, dat een standpunt hieromtrent slechts kan worden bepaald op grond van een diepgaand overleg in algemene Indonesische kring, en rekent het formuleren van een uitspraak op dit ogenblik en zonder dit overleg niet binnen haar competentie. Een dergelijke uitspraak kan naar haar mening slechts worden gegeven als resultaat van een gedachtenwisseling tussen alle toekomstige deelstaten der te vormen V.S.I. Los van inaidentele ontwikkelingen, heeft de Regering van OostIndonesië steeds vastgehouden aan 't beginsel, dat zij , binnen het raam der haar als deelstaat-regering toegekende bevoegdheden, en in het kader te vormen V.S.I., baas wil blijven in eigen huis. Dit standpunt geldt ook nu onverminderd. Als uitvloesel hiervan gevoelt de Regering van Oost-Indonesië generlei behoefte aan het aanvaarden van inmenging door derden, van welke zijde ook, ten opzichte van de aangelegenheden van Oost-Indonesië, waarvan de behartiging haar wettig toekomt. De Regering is van oordeel, dat zij de haar bij wet overgedragen bevoegdheden en verplichtingen volledig op eigen verantwoordelijkheid kan verzorgen. Dit standpunt stemt geheel overeen met de geconsolideerde positie van autonome staat, welke de Negara Indonesia Timur zich in de thans twee jaren van haar bestaan heeft kunnen verwerven. 18 Febr. 1949: De hoop op spoedig vruchtdragend contact ging nog niet onmiddellijk in vervulling. 52

Er bleef onzekerheid omtrent het standpunt inzake de resolutie van de Veiligheidsraad, ten opzichte waarvan men blijkbaar in Nederland en in Indonesië afwachtte, tot de ander het eerste woord zou spreken. De Hoge Vertegenwoordiger der Kroon vertrok voor een bespreking naar Den Haag. In de gehele Nederlandse pers doken berichten op over een ,,plan-Beel”, dat zou strekken tot versnelde overdracht der souvereiniteit aan Indonesië. Maar de Nederlandse Regering liet zich vooralsnog officeal niet uit en ook Batavia bleef krampachtig zwijgen. De verwachting, waarvan wij in ons vorig commentaar melding maakten : dat de komende dagen gelegenheid zouden bieden tot het bereiken van een enigszins breder aangelegd contact tussen de republikeinse regeringspersonen en de daartoe aangewezen commissie uit de B.F.O. , heeft zich nog niet verwezenlijkt........ Toch behoeft het constateren van dit feit vooralsnog geen reden

te zijn tot ontmoediging. Bij de beoordeling der algemene situatie verliezen wij immers geenszing uit het oog, dat in de loop der achter ons liggende maanden elementen van twijfel en terughoudendheid tot ontwikkeling moesten komen, die men nu eenmaal niet altijd even gemakkelijk lostaat en welker vervanging door de voor ' t welslagen van het ,,Indonesisch gesprek" vereiste onbevangenheid begrijpelijkerwijze enige tijd moet vergen. Het streven van de Regering van Oost-Indonesiě blijft niettemin bij voortduring op het totstandbrengen van dit Indonesisch gesprek gericht, omdat zij het beschouwt als de onontbeerlijke grondslag voor het bereiken van een oplossing, die niet alleen kan beantwoorden aan de doelstellingen, welke haar gedragslijn t.o.v. het Indonesische vraagstuk steeds hebben beheerst, doch die inderdaad zal kunnen strekken tot het welzijn van àlle betrokkenen bij de te stichten vrije en souvereine Republiek der V.S.I. Het resultaat van dit overleg zal immers tenslotte van grote invloed zijn op de verdere uitstippeling van de politieke lijn, die Oost-Indonesië zal volgen, een koers, die overigens in de eerste plaats zal uitgaan van een zuiver Oost-Indonesisch standpunt.

Toen de voorbereidingen werden getroffen voor de in Juli 1948 te Bandung gehouden eerste vergadering van de B.F.O., heeft de Regering van Oost-Indonesië een bepaald plan uitgewerkt, dat de strekking had, tot een snelle vestiging te geraken van een zouvereine Regering der V.S.I. , en wel vóór 1 Januari 1949. 53

Dit plan werd toen ter vergadering niet in bespreking gebracht, aangezien men, in de destijds gegeven situatie, de voorkeur meende te moeten geven aan het systeem, dat in grote trekken in de bekende ,,Bandung-resolutie" van 15 Juli werdt geschetst, daarop in de Haag se besprekingen verder werd uitgewerkt, en dat tenslotte zijn neerslag heeft gevonden in het op 18 December jl. afgekondigde BIO- besluit. Dit systeem voorzag, zoals men weet, in het aanstonds vormen van een Indonesisch interimbewind met zelfstandige verantwoordelijkheid in alle intern-Indonesisch aangelegenheden, terwijl de gedurende een overgangsperiode nog bij Nederland berustende souvereiniteit geleidelijk in Indonesische handen zou kunnen overvloeien ......... Na de December-gebeurtenissen van 1948, als gevolg waarvan in de politieke situatie nieuwe elementen en verhoudingen optraden, meende men te Makassar, dat met voordeel kon worden aangeknoopt bij het 6 maanden tevoren niet te verdere uitwerking gebrachte plan. Dit oorspronkelijke plan moest dus in het licht der thans bestaande omstandigheden in beschouwing worden genomen, en als resultaat daarvan kon aan het einde der vorige maand aan de leden der B.F.O. een schets worden aangeboden , waarin de Oort-Indonesische gedachtengang en de idee van een systeem voor versnelde vestiging van een souvereine Regering der te vormen V.S.I. in grote lijnen waren neergelegd . Geheel onafhankelijk hiervan redenerend en volgens een geheel eigen gedachtengang blijkt nu inmiddels óók de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, Dr. Beel , op grond van zijn analyse der na 19 December ontstane situatie, tot de slotsom te zijn gekomen, dat één der voornaamste factoren voor 't bereiken van een oplossing der Indonesische problemen dient te worden gevonden in een zo snel mogelijke overdracht der souvereiniteit aan een voor gehéél Indonesië optredende Regering. Dit ,,plan-Beel" , waarop sinds enige tijd in de pers, zowel in Nederland als in Indonesië, somtijds werd gezinspeeld, werd Woensdag jl. (16 Febr.) voor het eerst in een officiële Nederlandse verklaring, ni. door minister Van Maarseveen in de Tweede Kamer, in grote trekken enthuld. Deze minister voegde daaraan de verklaring toe, dat de Nederlandse Regering in beginsel aan dit plan haar instemming kan geven. De commentator waarschuwt er niettemin

tegen,

het

„plan-Beel" en de Oost-Indonesische conceptie in één adem te citeren, als zouden beide feitelijk identiek zijn. 54

Wij hebben in Makassar eerder de indruk gekregen dat dit zg. ,,plan-Beel" - althans in de vorm, waarin het door de verklaring van minister Van Maarseveen is bekend geworden in meer dan een opzicht een principieel verschil vertoont met de conceptie der vervroegde souvereiniteit, zoals die in het ontwerp van de Oost-Indonesische Regering is uiteengezet

25 Febr. 1949 : Het ,,principiële verschil" , waarop hoger reeds werd gezinspeeld, wordt hier door de commentator nader toegelicht naar aanleiding van de programmatische radiorede, op 22 Febr. uitgesproken door de Minister-President van OostIndonesië. Deze rede wordt in dit commentaar gekenschetst als „een laatste dringend beroep op redelijkheid, onbevangenheid en gezond verstand, naar alle zijden die betrokken zijn bij het Indonesische probleem”. Hierbij treedt dan allereerst op de voorgrond de Oost-Indonesische reactie op de recente verklaringen, door de Nederlandse Regering in de Tweede Kamer afgelegd ......... Volgens deze mededelingen zou de vervroegde overdracht der souvereiniteit tot stand kunnen komen, nadat het statuut van de Nederlands-Indonesische Unie, en de afzonderlijke verdragen, die gesloten moeten worden, zullen zijn vastgesteld. Z. Exc. Anak Agung verheelde ( in zijn rede van 22 Febr. ) niet, dat deze mededelingen bij hem ,,bange twijfel" hadden gewekt,,,of het dan wel inderdaad mogelijk zou zijn, dat de souvereiniteit snel zou kunnen worden overgedragen." En hij ging voort : ,,Bij alle waardering voor de conceptie, welke aan het ,,plan-Beel" ten grondslag ligt, kan de interpretatie van dit plan, welke wij uit de verklaringen van minister Van Maarseveen menen te moeten beluisteren, ons dan ook moeilijk bevredigen." Wat het plan van nationaal-indonesisch standpunt aanvaardbaar en aantrekkelijk maakt, is volgens de Regering van Oost-Indonesië immers juist, dat de overdracht van de souvereiniteit op zeer korte termijn zal kunnen geschieden. ,,De Regering van Oost-Indonesië stemt dan ook met de grondgedachte van de vervroegde souvereiniteits-overdracht gaarne in", aldus de Minister-President,,,doch acht dit alléén aanvaardbaar, wanneer de uitwerking van dit plan inderdaad een snelle overdracht der souvereiniteit waarborgt". De Regering te Makassar acht het daartoe nodig, dat reeds aanstonds de nodige voorzieningen worden getroffen voor die overdracht, op een in de nabije toekomst gelegen tijdstip. 55

Derhalve niet na, doch tegelijkertijd met de arbeid, die moet worden verricht voor de constructie van een nationale federale regering, welke regering zelf het resultaat zal moeten zijn van overleg en overeenstemming tussen de vertegenwoordigers van de gebieden, die straks tezamen de V.S.I. zullen vormen. Volgens de Oost-Indonesische condeptie zou aan deze regering aanstonds de souvereiniteit kunnen wor den overgedragen. Zij treedt dus op als eerste Regering van de onafhankelijke en souvereine V.S.I. Op de dag van haar erkenning als zodanig, dat is dus op die der souvereniteits-overdracht, zal die Regering dan een voorlopig bilateraal verdrag met Nederland kunnen sluiten. In dit bilaterale verdrag zullen, in afwachting van de definitieve regeling der vedragsverhouding tussen Indonesië en Nederland, de noodzakelijke voorzieningen voor de nieuwe rechtsorde op voorlopige en tijdelijke voet moeten worden getroffen. Dit voorlopige verdrag zou dus slechts de beginselen moeten bevatten, die aan de latere definitieve verhouding ten grondslag zullen liggen. Tevens zou het datgene moeten regelen, wat als gevolg van de overdracht der souvereiniteit noodzakelijk is …………….... Op deze wijze zal, aldus Z. Exc. Anak Agung, een waarlijk snelle souvereiniteits-overdracht kunnen worden bereikt, en tevens een herstel van vertrouwen, nodig voor de vorming van een nationale federale regering en in 't algemeen als basis voor de oplossing van het Indonesische vraagstuk. Uit de verklaring van de Minister-President met betrek‐ king tot het internationale aspect van het probleem stipt het commentaar het volgende aan: Voortbouwend op ( de verklaring van Z. Exc. de President van Oost-Indonesië in zijn openingsrede voor het Parlement op 10 Febr. zette thans Z. Exc. Anak Agung uiteen, dat het geen zin heeft om een realiteit, welke door vrijwel de gehele wereld wordt aanvaard, te willen afwijzen. Z. Exc. bracht in herinnering, dat in het beginselprogramma van de Staat Oost-Indonesië als eerste eis vooropgesteld is een waan chtig onafhankelijk, nationaal volksbestaan, op federale en democratische grondslag. Daarnaast is duidelijk verklaard, dat oprechte en deskundige hulp zeer op prijs wordt gesteld. ,,Wanneer het dan ook gaat om oprechte bijstand, die kan bijdragen tot een goede en snelle oplossing van het probleem, dan zou het", aldus do Minister-President,,,dwaasheid zijn om deze bijstand af te wijzen. Evenzeer zou het dwaasheid zijn, om daarbij op te offeren de waarachtige vrijheid van Indonesië in het algemeen, en datgene, wat wij in eigen 56

sfeer aan zelfstandigheid hebben verworven, in het bizonder." De Regering van Oost-Indonesië meent derhalve, dat er géén aanleiding is, om de Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië niet te erkennen. Naar haar oordeel kan er geen bezwaar tegen bestaan, dat deze C.V.N.I. haar medewerking verleent bij de uitvoering van het plan inzake versnelde souvereiniteits-overdracht ; dat zij getuige zal zijn van het totstandkomen van het daartoe nodige voorlopige vedrag, en op hoogte zal worden gehouden van het verloop der verdere bespre kingen tussen de Nederlandse Negering en de vertegenwoordigers .......... der deelgebieden, die de V.S.I. zullen vormen.. Aan het alot van zijn toespraak bracht de Minister-President nogmaals in herinnering, dat de politiek der Regering van OostIndonesië zich steeds baseert op een vast omlijnd programma van beginselen en doelstellingen, waaruit men telkens de kracht heeft kunnen putten om te strijden ,,voor de waarachtige eenheid en onafhankelijkheid van het Indonesisch vaderland": Onmisbare voorwaar de daartoe is de bereidheid, om gezamenlijk te komen tot een positief en constructief plan, en hiervoor is, met terzijdestelling van wantrouwen en vrees , de bereidheid tot gezamenlijk beraad thans méér dan ooit vereist. ,,De Regering van Oost-Indonesië heeft steeds gezocht naar een synthese als onmisbare voorwaarde ter oplossing van het vraagstuk dat ons bezighoudt. Zij wil daarom overleg plegen met allen, die bij dit vraagstuk betrokken zijn, derhalve en zeker niet in de laatste plaats ook met de republikeinse leiders en regeringspersonen". In dit verband stelde Z. Exc. Anak Agung nog in het licht, dat de Regering begrip heeft voor de wens dier figuren naar volledige bewegingsvrijheid en wees erop, dat slechts dàn de besprekingen tussen de Indonesische leiders, in vrijheid gevoerd, tot vruchtdragende resultaten zullen kunnen leiden. Daarom acht de Regering te Makassar het van groot belang, dat de Nederlandse Regering bereid moge worder gevonden, om aan dit verlangen te voldoen.

11 Maart 1949: De afwachtende en weinig opgewekte stemming, die de laatste paar weken te Batavia merkbaar was, verbeterde door de Nederlandse Regeringsverklaring van 26 Febr., waaraan Dr. Beel in een persconferentie te Batavia enige ophelderingen verbond, welke de woordvoerder te Makassar ,,als een organisch daarmede verbonden afronding" meent te mogen beschouwen.

57

In ' t algemeen sprekende, kan men zeggen, dat met een zeker gevoel van opluchting werd geconstateerd, dat er met deze Regeringsverklaring plus mondelinge toelichting door Dr. Beel een duidelijke tekening in de situatie was gekomen, en dat met name op enkele vragen, die uit de wel zéér summiere verklaringen van minister Van Maarseveen in de Tweede Kamer konden rijzen, en naar aanleiding waarvan bijv. de Minister-President van Oost-Indonesië op 22 Februari nog van ,,bange twijfel" had kunnen spreken, thans een opheldering werd gegeven, die inderdaad veel van deze onzekerheid en twijfel kon opheffen. Via haar uitnodiging tot een Ronde Tafel -Conferentie, waar àlle belanghebbenden zich zouden kunnen verenigen, wil de Nederlandse Regering komen tot een spoedige oplossing van het Indonesische probleem. Een oplossing, gebaseerd op in volle vrijheid en op voet van strikte gelijkwaardigheid gehouden overleg. Zij streeft naar een snelle overdracht der souvereiniteit over Indonesië aan een representatieve federale regering van democratische signatuur, en wenst deze overdracht met zo min mogelijk reserves tot stand te brengen. Dit betekent dus, dat men het over bepaalde hoofdbeginselen, die ter verdere uitwerking van de verhouding IndonesiëNederland de grondslag zullen leveren, eens zal moeten worden, alvorens de overdracht kan plaatshebben. Maar het zal daarvoor niet nodig zijn, reeds vooraf een volledige uitwerking van de NederlandsIndonesische Unie gereed te hebben. Het is Nederland's bedoeling, zo zeide Dr. Beel, dat op het moment der souvereiniteits-overdracht de hoofd-beginselen dezer Unie zullen zijn vastgelegd, een omlijning van competenties van de Unie en haar partners, alsmede een globale regeling van de wijze, waarop de beide partners in de Unie organisch zullen samentreffen. Wel wordt in de verklaring van 26 Februari nog gesproken van het instellen ener Federale Interim-Regering voor de periode, voorMaar de Hoge Verteafgaand aan de Indonesische souvereiniteit. genwoordiger maakte het volkomen duidelijk, dat deze formulering door de Nederlandse Regering was gekozen, omdat immers de bekende resolutie van de Veiligheidsraad (van 28 Jan. ) van zulk een interimaat gewag maakt. Het al of niet instellen ener interim-regering is echter voor Den Haag zeker géén „ conditio sine qua non". Zou ter Ronde Tafel -Conferentie blijken, dat de meerderheid der belanghebbenden er de voorkeur aan schenkt, dit interim -tijdvak over te slaan, dan wil de Nederlandse Regering daar tegenover geenszins vasthouden aan een vooropgezette mening........ 58

Ook in andere opzichten stelt men zich in Den Haag op het standpunt, dat de Ronde Tafel-Conferentie in volledige vrijheid haar eigen oordeel zal moeten vormen over de wijze, waarop de nieuwe rechtsorde, die een souverein Indonesië zal scheppen, tot stand moet komen. De Nederlandse Regering stelt zich open voor elk denkbeeld, dat ter conferentie, van welke zijde ook, ter behandeling zal worden aangeboden en is bereid, dit op zijn mérites te onderzoeken. Uiteraard heeft zij zich een eigen voorstelling gevormd over verschillende problemen en ,,working papers" daarover zullen de conferentie worden voorgelegd. Maar dit zal van Nederlandse zijde niet geschieden onder het motto : ,,take it or leave it" .......... De B.F.O. kwam één dag voor Dr. Beel ' s terugkeer te Batavia weer in vergadering bijeen en heeft op de tot haar gerichte uitnodiging tot deelneming aan de Ronde Tafel-Conferentie eenstemming in bevestigende zin geantwoord, zich daarbij stellende ,, op de basis der verklaring van 26 Februari”. In de vergadering, waarin dit besluit genomen werd, heeft de lelder der Oost-Indonesische delegatie in duidelijke bewoordingen omschreven , wat deze basis omvat, en dit standpunt werd ook in 't openbaar geformuleerd in een communiqué, door de Regering van OostIndonesië gelijktijdig te Makassar en te Batavia gepubliceerd. Als interinsieke elementen van bedoelde basis worden naar Oost-Indonesisch inzicht dat overigens niet uitsluitend te Makassar wordt gehuldigd -- aangemerkt : het totstandkomen van het „,Indonesisch gesprek" tussen alle belanghebbenden bij de toekomstige souvereine V.S.I.; in verband daarmede onbeperkte bewegingsvrijheid voor de republikeinse regeringspersonen, omdat immers slechts in vrijheid alle betrokkenen zullen kunnen medewerken aan een waarlijk constructieve oplossing ; het recht van alle deelnemers aan de Haagse conferentie, om daar voorstellen en suggesties aan de orde te stellen ; en ten slotte de deelneming en bijstand van de C.V.N.I. aan de conferentie. Dit laatste punt noemde de Oost-Indonesische verklaring ,,van essentiële betekenis"....... . Deze passage van het communiqué sloot zich geheel aan bij het standpunt, door de Minister -President in zijn radiorede van 22 Februari jl. reeds met betrekking tot de resolutie van de Veiligheidsraad en de positie van de C.V.N.I. ontwikkeld ......... Het is dan ook stellig onjuist, uit de recente officiële uitlatingen der Regering te willen lezen, dat ten opzichte van deze aangelegenheid Oost-Indonesië in enig opzicht „over stag gegaan" zou zijn. De politiek van de Regering te Makassar blijft ook nu, als steeds, gericht 59

op het bereiken van een spoedige en vreedzame oplossing van het Indonesische probleem en op het totstandkomen van de souvereine V.S.I. De weg, waarlangs dit doel bereikbaar is, heeft de MinisterPresident in zijn radiorede van 22 Februari , die de waarde heeft van een officiële verklaring , duidelijk geschetst , en in die toespraak werden de voorwaarden aangegeven, die voor verwezenlijking van deze doelstelling moeten worden vervuld. Die voorwaarden zullen uiteraard slechts te verwezenlijken blijken, indien inderdaad de mogelijkheid gevonden wordt, om alle belanghebbenden bij ' t probleem in constructieve gezindheid en op de basis van een gezonde realiteitszin in een gemeenschappelijk overleg bijeen te brengen. Op de grondslag van deze mogelijkheid heeft de Regering van van Oost-Indonesië haar politieke richtijnen uitgestippeld, die dezer dagen in een besloten avondvergadering van het Parlement met algemene stemmen werden goedgekeurd . Naar de vervulling van die mogelijkheid wil Makassar met alle 'kracht blijven streven. Slechts, indien een op voet van gelijkwaar digheid te voeren overleg van alle betrokkenen onverhoopt niet bereikbaar zou blijken, zou de Regering zich nader over de dàn door haar aan te nemen gedragslijn dienen te beraden.

1 Apr. 1949: De Maart-dagen werden grotendeels beheerst door twee vragen : welke de houding van Lake Success zou zijn t.a.v. het Nederlandse voorstel inzake de Ronde Tafel-Conferentie; of en onder welke voorwaarden de republikeinse Regering zich tot dit overleg zou laten vinden. De eerste vraag vond een antwoord, toen de Veiligheidsraad de Canadese „ruling" aannam en als gevolg daarvan de C.V.N.I. Nederland en de Republiek uitnodigde tot een voor- bespreking in Indonesië. Omtrent de tweede meende de contactcommissie uit de BFO bij haar bezoek aan Bangka duidelijke aanwijzingen te hebben ontvangen. Haar rapport hieromtrent gaf aanleiding tot een resolutie, in een avondvergadering der B.F.O. van 3 Mcart onder de hamer doorgegaan, die echter onderwerp werd van een niet zonder sentiment gevoerde discussie tussen een aantal deelnemers aan die vergadering. De verwarring, dientengevolge gerezen, werd eerst opgehelderd door een duidelijke openbare verklaring van de Voorzitter der B.F.O. op 23 60

Manufactured i

Maart. Deze discussie zou overigens het voorspel blijken van de belangrijker vraag omtrent het wezen van eigen status en functie, voor welke de B.F.O. zich weldra zag geplaatst. Tegen deze achtergrond moeten de hier volgende passages uit het commentaar van deze dag worden gestold. De Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon heeft Zondag 27 Maart, in verband met het door hem aan de Nederlandse Regering uit te brengen advies betreffende de beslissing van de Veiligheidsraad, de voorzitter en de delegatie-leiders van de B.F.O. geraadpleegd, die daartoe voltallig naar Batavia waren opgekomen. Er was, zoals men weet, in de voorafgaande dagen enige openbare discussie ontstaan naar aanleiding van een in de vergadering van 3 Maart jl. door de B.F.O. aangenomen resolutie, doch de twijfel, die als gevolg hiervan wellicht hier en daar omtrent de zienswijze der federalisten had kunnen rijzen, kon intussen worden weggenomen door de heldere en zakelijke uiteenzetting, daaromtrent door de voorzitter der B.F.O. , Sultan Hamid II, in 't openbaar gegeven. Hieruit was gebleken, dat omtrent de hoofd-beginselen, in de veelbesproken resolutie tot uitdrukking gebracht, toch in de B.F.O. -kring wel degelijk overeenstemming bestond, al liepen in enkele opzichten de opvattingen omtrent de modaliteiten ter uitvoering daarvan enigszins uiteen. In beginsel echter, zo was uit ' s voorzitters verklaring gebleken, kon de B.F.O. instemmen met de terugkeer van de republikeinse Regering naar Djokja en naaste omgeving, en voorts bleek zij bereid, de bijstand van de C.V.N.I. ter Ronde Tafel-Conferentie te aanvaarden. Hoewel het omtrent de bespreking ten Paleize van Zondag 27. Maart uitgegeven communiqué dit niet met zoveel woorden constateert, lijkt het toch niet te gewaagd, te onderstellen, dat de delegatieleiders in hun aan de Hoge Vertegenwoordiger gegeven advies van deze hoofd-beginselen niet zullen zijn afgeweken. Een belangrijk aspect, dat wel voor de openbaarheid is gebracht, levert het verzoek van voorzitter en delegatie-leiders aan de Hoge Vertegenwoordiger, om aan de Nederlandse Regering voor te stellen, bij de Veiligheidsraad te bepleiten, dat de B.F.O. bij de thans voorgestelde voor-besprekingen als „partij” kan worden erkend. Bij dit verzoek kon de B.F.O. zich baseren op de tekst der door de Veiligheidsraad aangenomen resolutie van 28 Januari jl., die immers aan de C.V.N.I. de bevoegdheid geeft ,,overleg te plegen met vertegenwoordigers van andere delen van Indonesië dan de Republiek, en vertegen61

woordigers van dergelijke gebieden uit te nodigen, deel te nemen aan de onderhandelingen". Van Oost-Indonesisch standpunt uit bezien, mag men de politieke ontwikkelingen, zoals zij zich totnutoe hebben voltrokken, zeker belangrijk en ook voorlopig niet onbevredigend noemen. Het streven van de B.F.O. , om bij de voorgestelde voor-besprekingen in Indonesië mede ,,als partij " te worden toegelaten, kan......... de volle instemming en steun der Regering te Makassar hebben. Voor zover bij deze voorbesprekingen zal worden gehandeld over de wijze , waarop de thans ook door de Veiligheidsraad aanbevolen terugkeer der republikeinse Regering naar Djokja zou kunnen plaats hebben, kan men dit een aangelegenheid noemen, waarin de B.F.O. niet als direct-belanghebbende een rol heeft te vervullen. Men mag echter aannemen, dat de voor -bespreking niet uitsluitend zal betreffen de in het Canadese voorstel aanbevolen uitvoering der punten 1 en 2 van de resolutie van 28 Januari, doch dat men zich daar tevens zal bezighouden met de voorbereidende gedachtenwisseling over de Ronde Daarmede komt men dus op het terrein van Tafel Conferentie. het algemene overleg, waarbij alle Indonesische groeperingen in geltjke mate betrokken zijn en in de gelegenheid zullen moeten worden gesteld, hun stem te laten horen, om in onderlinge samenwerking hun zienswijzen aan elkander te toetsen en met elkaar in overeenstemming te brengen..... Daarom ziet thans de Regering van Oost-Indonesië in het verzoek der B.F.O. om aan de voor-besprekingen te kunnen deelnemen, een door haar gewaardeerde mogelijkheid, om tot een officiële aanraking tussen de sfeer der B.F.O. en die der republikeinse Regering te geraken en aan het, Indonesisch gesprek” een offcieel karakter te verlenen. In dit verband willen wij er meteen op wijzen, dat diegenen, die aan de Regering van Oost-Indonesië de uitspraak in de mond hebben willen leggen, als zou zij zich reeds bij voorbaat op het standpunt stel . len, dat Indonesië ter Ronde Tafel-Conferentie slechts door één enkele delegatie moet zijn vertegenwoordigd, een volstrekt onjuist begrip van haar politiek hebben getoond. Juist immers eerst in het vrije en algemene overleg door middel van het ,,Indonesische gesprek" zal kunnen blijken, wat in dit opzicht de beste en meest logische werkwijze zal kunnen zijn. De Regering streeft nog steeds naar het totstandbrengen van deze Indonesische gedachtenwisseling ; op de basis der resultaten dáárvan wil zij tot verdere teslissingen omtrent haar gedragslijn komen en zij heeft totnutoe in geen enkel opzicht reeds , 62

aropva ige, wa Oost-Ind envan dachten

enpri anhen Tingen Da belste nedeb 3.F.O bet be nomex

22 A

daarop vooruitlopende, een definitief standpunt ingenomen...... ...... Het enige, wat wij voor ' t ogenblik positief kunnen constateren is, dat de Oost-Indonesische Regering zich ervan overtuigd houdt, dat het vinden van een grondslag door middel van een algemeen-Indonesisch gedachtenwisseling mogelijk moet zijn, omdat immers uiteindelijk er geen principieel verschil bestaat tussen het ideaal en de doelstellingen van hen, die de Republiek vertegenwoordigen, en de leidende politieke ........ kringen in de deelgebieden.... Daarom kan men het te Makassar verheugend achten, dat de doelstellingen, welke men daar heeft nagestreefd en die de Regering mede heeft getracht, tot uitdrukking te brengen door middel van de B.F.O. , óók geacht kunnen worden, de principiële kern te vormen van het besluit, thans op voorstel van Canada door de Veiligheidsraad genomen. 22 April 1949 : Het verzoek, tot de Hoge Vertegenwoordiger der Kroon gericht, alsmede de door deze geopperde suggestie, om de B.F.O. in een publiekrechtelijke status te erkennen, gaf aanleiding tot een belangrijke en principiële discussie in eigen kring. In de Paasweek werd het probleem van „ zijn of niet zijn" voor dit orgaan der samenwerkende deelgebieden op gelukkige wijze in positieve zin opgelost. De voorstellen tot interne reorganisatie, door een studiecommissie uit de B.F.O. na kennisneming van een aantal „working papers" der delegaties aanbevolen, werden door de algemene vergadering van Zaterdag 16 April aanvaard, aan het eind van welke bijeenkomst de voorzitter kon constateren : „Mijne heren, wij zijn nu een partij”. --In het hier geciteerde commentaar tracht de woordvoerder van Makassar dit proces van innerlijke ontwikkeling in een breder en algemeen sociaal-psychologisch verband te beschouwen.

Graaft men wat dieper in de bodem van deze uitwisseling van zienswijzen, dan zou men kunnen zeggen, dat de B.F.O. als zodanig bleek te zijn geraakt in een ,, ontwikkelings-crisis" , die als een natuurlijk en onvermijdelijk gevolg kan worden beschouwd van de gehele gang van zaken in het vlak der federale politiek. De B.F.O. immers heeft aanvankelijk zeker niet het karakter van een ,,partij " gehad, noch heeft zij onmiddellijk de behoefte gevoeld zich in de richting daarvan te emanciperen. Zij trad op als het or-

63

gaan, door middel waarvan de gezamenlijke federalistische deelgebieden hun beginselen en overtuigingen tot uitdrukking konden brengen. Als zodanig lag haar kracht vooral in de eenstemmingheid, waardoor haar optreden naar buiten werd gedragen, en als zodanig betekende haar verschijning in de staatkundige ontwikkelingsgang van Indonesië tevens een doorbraak naar nieuwe vormen, omdat door en in de B.F.O. het rechtstreeks contact gelegd kon worden tussen de zich niet tot de Republiek rekenende gebieden van Indonesië en de Nederlandse Regering. Vóór het optreden der B.F.O. was dit contact, voor deelgebieden individueel, slechts mogelijk geweest door tussenkomst van de Voorlopige Federale Regering te Batavia, die echter, krachtens haar aard en samenstelling, niet ten volle als vertegenwoordigster van Indonesië-buiten-de-Republiek kon gelden. In deze eerste phasen ging het echter allereerst om het scherp stellen van beginselen en grondleggende overtuigingen, ten opzichte waarvan een algemene overeenstemming tussen de deelgenoten in de B.F.O. miet alleen bereikbaar, maar zelfs van doorslaande waarde moest worden geacht. In de verdere loop der ontwikkelingen echter kon het niet anders, of óók de B.F.O. moest allengs verder worden gevoerd naar het terrein van de practische, actief-scheppende en mede-uitvoerende politiek. Zij werd dus geplaatst voor vragen van concrete staatkundige vormgeving en beleidstactiek, ten opzichte waarvan nuanceringen tussen de opvattingen der samenwerkende deelgebieden uiteraard moesten bestaan, en ook zeker tot uitdrukking konden worden gebracht, zonder dat daarvan een aantasting der beginselen, waarop de B.F.O. berustte, het gevolg behoefde te zijn. Men kan ---- en moet zelfs veelal - intransigent zijn t.a.v. beginselen, die aan de bepalende, principiële kern-vragen van wereldbeschouwing en levenschouding raken, en kan daarom tòch tevens erkennen, dat politiek, d.w.z. de uitdrukkingsvorm der menselijke gedragingen in de staakundige ge meenschap ,,,de kunst is van het mogelijke". Men kan dus, anders gezegd, trouw blijven aan beginselen en richtlijnen, die de individuele levenshouding bepalen, en niettemin, als deelgenoot in een gemeenschap, ter oplossing van practische levensvragen streven naar de ..grootste gemene deler" , waarin de intrinsieke elementen der wederzijdse opvattingen elkander kunnen ontmoeten en worden saamgesmolten tot een nieuwe grootheid, waarmede men practisch kan wer ken. De B.F.O. heeft, blijkens het uit die kring naar voren gebrachte verlangen, om bij de besprekingen betreffende het Indonesische probleem ,,partij" te kunnen zijn, zèlf de noodzakelijkheid gevoeld, om ook 64

op het terrein der practisch-scheppende staatkundige werkzaamheid een rol en een organische functie te vervullen ten behoeve van de gebieden, die in haar kring vertegenwoordigd zijn. Als logisch en natuurlijk gevolg werd zij gesteld voor 't probleem, zichzelf zodanig te (re)organiseren, dat zij zou kunnen voldoen aan de eisen, door die activiteit gesteld. Dat is, dunkt ons, de betekenis geweest van de discussie, die wij zoëven als een ,,ontwikkelings-crisis" hebben aangeduid. Men moet dat niet verkeerd begrijpen. Het spraakgebruik ver bindt, niet geheel terecht, met 't begrip ,,crisis" gemakkelijk de bijgedachte aan iets catastrofaals. Nemen wij 't begrip echter in de zuiver biologische zin, dan is daarmee slechts bedoeld een verhevigd ontwikkelings-proces, waardoor een levend organisme bepaalde inwerkingen van buiten tracht de baas te worden, en zichzelf daarbij de eigenschappen en de toerusting verwerft, nodig om zich te kunnen aanpassen bij de nieuwe eisen, voor welke het wordt gesteld. Voor 't ver loop en de uitslag van zulk een ,,ontwikkelings -crisis" is uiteraard de vraag, of het organisme, dat de crisis doormaakt, in beginsel gezond en levenskrachtig is, van bepalende betekenis. Het beeld van de biologische in de staatkundige sector der levensverschijnselen overbrengend, menen wij te mogen zeggen, dat de gedachtenwisseling, waarin de B.F.O. in haar vorige bijeenkomst over de vragen van haar toekomstige functie en de daarmede samenhangende interne hervorming was geraakt, in deze dingen haar diepere achtergrond en haar kern vindt. Als zodanig was het een probleem , dat geenszins specifiek voor de B.F.O. of voor een Indonesische gemeenschap behoeft te worden geacht . Men zou het integendeel vrijwel symptomatisch kunnen noemen voor een bepaald stadium in de staatkundige en politieke ontwikkeling, wáár ook ter wereld wij haar gadeslaan. Juist dezer dagen lazen wij daarover een studie in het verzamelwerk ,,Nederland tussen de Natiën", waarin Mr. W. Verkade o.a. schrijft : ,,Enkeling en gemeenschap, vrijheid en gezag, delen en geheel, dat zijn alle tweeling-woorden, waarin het centrale vraagtsuk van elke staat, van elk volk wordt weergegeven. Zodra men het, primitieve stadium van het stamverband ontgroeid is, dat zijn leden alléén kent als delen van het geheel, maar niet als zelfstandige wezens , wordt het vraagstuk, dat in deze woord-combinaties is gegeven, althans aan de 22 leiding bewust .....

65

Over

NEDERLAND, DE

DE

NEDERLANDERS

REPUBLIEK

EN

INDONESIA

In verband met de ontwikkelingen, waarop de citaten in het voorgaande hoofdstuk betrekking hebben, is tevens van belang de zienswijze, in Oost-Indonesië aangenomen ten opzichte van de beide polen der controverse : aan de ene kant Nederland en de Nederlandse gemeenschap in (Oost)-Indonesië, anderzijds de Republiek Indonesia. Op sommige ogenblikken heeft het standpunt, door OostIndonesië te dien aanzien ingenomen, tot onjuist begrip en misverstand aanleiding gegeven . Wij geven daarom hieronder het voornaamste uit de Vrijdagavond-Commen~ taren, die op Oost-Indonesië's houding in dit opzicht betrekking hebben.

9 Juli 1948 : Dat de Nederlander in Oost-Indonesië, die hier niet uitsluitend ,,om den brode" leeft, maar wien ook de ontwikkeling van datgene, wat hij rondom zich heen ziet gebeuren, ter harte gaat, zijn zorgen heeft, is waarlijk voor de Overheid van deze Staat wel duidelijk, en het is ook voor de wèldenkende en verstandige Indonesiër begrijpelijk genoeg. De Regering weet, dat in deze jonge Indonesische staat in vele opzichten nog wordt gezocht naar de juiste verhoudingen en de vaste normen, die aan de aspecten van 't openbare leven zuivere inhoud en gezonde evenwichtigheid zullen moeten verlenen. En ook al zien wij , van het Oost-Indonesische standpunt uit, de stromingen en ontwikkelingen in deze Staat en in 't geheel van de Indonesische Archipel natuurlijk allereerst in ' t licht van het nationalistische streven naar vrijheid en zelfstandigheid, daarom behoeven wij ons niet blind te houden voor het feit, dat bepaalde trekken van die ontwikkeling bij de niet-Indonesische, speciaal bij de Nederlandse, bevolkingsgroep vragen kunnen doen oprijzen, waaraan soms enige bezorgdheid niet vreemd is.

66

In de kern van die bezorgdheid vinden wij dan bijna steeds de vraag : Hoe zal de toekomst van de Nederlander in deze Indonesische landen eruit zien ? Dan bedoelt men niet allereerst de zakelijke toekomst- mogelijkheden van bepaalde individuele Nederlanders , maar veeleer spitst de vraag zich toe op het probleem, of er voor de Nederlanders als volk onder de nieuwe rechtsorde een regelmatige relatie tot het nieuwe Indonesië zal blijven bestaan. De bezorgdheid, waarmede deze vraag soms wordt gesteld, ontmoeten wij vooral in die Nederlandse kringen, die door arbeid of traditie zich nauw met Indonesië verbonden gevoelen en die de zaak van het Indonesisch nationalisme een goed hart toedragen. Immers, juist zij, die bereid zijn, de7 totnutoe gedragen verantwoordelijkheid en de door hen verrichte taak over te dragen aan een tot rijpheid ontplooit Indonesisch volk, willen daarbij gaarne de waarborg hebben, dat de handen, die hun arbeid overnemen, ook inderdaad daartoe bekwaam, en dat de leiding, die hun plaats bezet, ook waarlijk kundig en ervaren zij ......... Deze dingen, luisteraars, zijn niet alleen voor u een overweging ; zij vergen óók de aandacht van de Regering van Oost-Indonesië, wier politiek en streven er met de kracht der diepe overtuiging op gericht zijn, de ontwikkeling van het Indonesisch nationalisme en de verwezenlijking van onafhankelijke zelfwerkzaamheid in deze Negara volgens gezonde en constructieve beginselen te bevorderen. Dezer dagen nog heeft de Regering in het Parlement bij monde van de MinisterPresident uiteengezet, hoe haar zienswijze in dit opzicht is en van welke grondslagen zij zich in geen geval zal laten afbrengen . Zij maakte daarbij nogmaals duidelijk, dat zij in volle overtuiging vasthoudt aan de spoedige verwezenlijking van de Verenigde Staten van Indonesië op federatieve grondslag, en vastbesloten koers zet naar de spoedige ontplooiing van de Nederlands- indonesische Unie, het organische verband, waarin het nieuwe, federatieve Indonesië en het Ko ninkrijk als souvereine partners in zelf-gekozen, en juist daarom. hechte, samenwerking verbonden zullen zijn. Met grote beslistheid heeft de Regering voorts stelling gekozen tegen extremistische drijverij van welke aard ook, die ,,indruikt tegen de zedelijke orde en de wezenlijke belangen van maatschappij en Staat". En tenslotte heeft de Regering met nadruk uitgesproken, dat zij de verwezenlijking van 't welzijn van Oost-Indonesië wil bereiken in eerlijke samenwerking tussen de bevolkingsgroepen en landaarden in deze Negara. 67

170744

13 Augustus 1948: Naar aanleiding van de eerste regeringsverklaring van het Kabinet-Drees in de Tweede Kamer bespreekt de sommentator de Indonesische paragraaf, welke in die verklaring werd vooropgesteld, en acht daarin voor de verdere ontwikkeling vooral belangrijk...... ...

....... dat de door minister Drees afgelegde verklaring nogeens temeer een bevestiging inhoudt van de bereidwilligheid aan Nederlandɛe zijde, om de beloften en toezeggingen, met betrekking tot een vrij en souverein Indonesië van federale structuur gegeven, ten volle wáár te maken, en dat ook ditmaal van de Regeringstafel in de Twee de Kamer ten volle duidelijk is gemaakt, dat Nederland er in geen enkel opzicht op uit is, on , zoals sommige critici van ' t Nederlandse beleid 't wel eens trachten voor te stellen, langs een achterdeurtje toch nog een stukje van vroegere posities in veiligheid te brengen, of opnieuw binnen te smokkelen. De gedachte hieraan heeft ook de heer Drees met beslistheid afgewezen in hetgeen hij opmerkte met betrekking tot gedaante en functie van de toekomstige Nederlands-Indonesische Unie. Deze Unie, zeide de premier, wil men gelijktijdig met de vorming der V.S.I. tot stand brengen. ,,Als zonder voorbehoud komt vast te kitaan, dat beide delen van deze Unie ten volle gelijkberechtigd zijn, kan de vrees worden weggenomen, dat de staatsrechtelijke figuur ener reële koninklijke Unie met bindend gezag op het veld der competenties harer eigen organen een poging zou betekenen, om Nederlands overwicht in een andere vorm te bestendigen" . Wie de woorden, door de Nederlandse minister-president aan de figuur van de Unie gewijd, nauwkeurig beluistert en afweegt met inachtneming van de over dit vraagstuk allengs ontstane discussie, zal zich de vraag stellen, of hier reeds hetzelfde beeld van de Unie wordt ontworpen, dat, vooral in de laatste maanden, in verschillende Indonesische beschouwingen op de voorgrond is gekomen. Minister Drees kwalificeert de Unie als ,,een staatsrechtelijke figuur". Van Indonesische zijde is ----- ook de Regering van Oost-Indonesië sprak zich in die geest uit -- cen zienswijze naar voren gekomen, die eerder een volkenrechtelijke oplossing zou kunnen worden genoemd : cen Unie, tot stand komend als resultaat van een verdrags-overeenkomst tussen twee gelijkwaardige, zouvereine partijen, die in gemeen overleg de competentie en de werkings-sfeer dezer Unie zullen bepalen, en tezamen de organen ontwerpen, die daarin zullen passen.

68.,

10 September 1948 : Het gouden jubileum van Koningin Wilhelmina en de daarop gevolgde Troonswisseling vonden in het VrijdagavondCommentaar als volgt hun weerslag :

Het kon welhaast niet anders, of het mede-beleven van de gewichtige gebeurtenis der Troonswisseling in Nederland moest zich in het Indonesische gevoelsleven ontwikkelen tegen de achtergrond van de doelstellingen en de allengs scherper omlijnde verwachtingen, die het staatkundig leven van Indonesië in de nabije toekomst zullen bepalen. In de wijze, waarop door toonaangevende Indonesische woordvoerders deze gedachten zijn verwerkt in de hulde, aan de jubilerende en tevens uit het staatkundig leven van haar Koninkrijk scheidende Vorstin gebracht , en in hetgeen zij te zeggen hadden bij de Troonsbestijging van Haar Dochter, zijn verschillende dingen geweest, die ook het hart van de Nederlandse toehoorder aangenaam en zelfs warm zullen hebben beroerd. Indien wij beproeven, een karakteristiek te geven van hetgeen in de officiële toespraken kenmerkend is geweest , dan geloven wij het aldus te mogen zeggen, dat de sprekers getracht hebben, door te dringen tot de kern der gebeurtenissen en verschijnselen, welke in de laatste jaren het leven in Indonesië hebben beheerst ; dat zij poogden, die ontwikkelingen bóven het plan van incidentele feiten en voorvallen uit te heffen, en te speuren naar de hogere zin van hetgeen zich in de jongste geschiedenis van Indonesië en Nederland bezig is te voltrekken , in het sireven, op dat hogere plan te geraken tot een synthese van hetgeen in wezen beider streven be-

Jer

paalt. In het bizonder mag dit gelden voor hetgeen de Minister-Prestdent van deze Staat, Z. Exc. Ide Anak Agung Gde Agung, naar voren bracht in zijn radiorede van 4 dezer, herinnerend aan de woorden, door Koningin Wilhelmina op 3 Februari van dit jaar gericht tot Nederland's bondgenoten uit de wereldoorlog: ,,Wij verlochenen ons verleden niet, noch het grote werk, dat werd verricht. Maar een volk moet de kracht hebben, om een nieuw begin te maken. Wij hebben die kracht. Wat de volken der wereld thari nodig hebben, is een nieuwe samenleving op de grondslag van gelijkheid en wederzijds vertrouwen" . Deze vorstelijke woorden zijn in staat, zo meende de MinisterPresident, cm ons dichter te brengen bij de diepe zin van hetgeen zich tussen Nederland en Indonesië ontwikkelt. En Z. Exc, Anak Agung 69

liet daarop volgen : ,,Het is minder een strijd van volk tegen volk, dan wel een worsteling van beide volken, om de oplossing van het probleem, waarvoor de wereldgeschiedenis en de historische ontmoeting tussen Oost en West hen heeft geplaatst, dat wil zeggen : de eenzijdige machtsverhouding, welke in ' t verleden hun betrekkingen bepaalde, om te zetten in een vorm van vrijwillige verbondenheid op de grondslag van gelijkheid en wederzijds vertrouwen." Zich de vraag stellend, of ooit een vorstin haar volk aan het einde harer regering beter had kunnen eren, dan door zó stellig te getuigen van zijn kracht, om een nieuw begin te maken, liet de Minister-President erop volgen: ,,Met zo 'n volk moet het goed zijn, in vrijwillige verbondenheid zijn weg in de wereldgeschiedenis te vervolgen. Dit volk zal het woord van zijn Koningin gestand doen. "

29 October 1948 : Toen minister Sassen in de Tweede Kamer verklaarde, dat ook met de Republiek op korte termijn een overeenstemming „over de gehele linie" bereikbaar werd geacht, reageerde de woordvoerder van Makassar daarop als volgt : De minister zal zeker de inhoud van zijn mededeling, en de bewoordingen, waarin hij haar heeft gekleed, zorgvuldig hebben overwogen, en men mag dus het vertrouwen koesteren, dat Den Haag goede gronden heeft, om deze klanken van gematigd optimisme te doen horen. In de deelgebieden zijn ongetwijfeld ' s ministers woorden op dit punt met zeer bizondere belangstelling en met blijdschap vernomen. Immers: de Indonesische federalisten van de B.F.O. zijn in hun streven steeds krachtig gestimuleerd door het verlangen, om de federatieve V.S.I. inderdaad te doen worden een hechte economisch-politieke eenheid, die gehéél Indonesië omvat. Bij de besprekingen, in ' t begin van dit jaar in de Gedung Indonesia Serikat te Batavia gehouden, heeft met name de delegatie van Oost-Indonesië er krachtig voor geijverd, dat niet enige beslissing zou worden genomen, waardoor de deelneming van de Regering te Djokjakarta aan het federale streven bij voorbaat zou worden geblokkeerd of belemmerd. En geheel in dezelfde lijn heeft in Juli in de B.F.O. de Oost-Indonesische Minister-President er met nadruk op gewezen, dat men hoopte, door het tot stand brengen van een onmiskenbaar Indonesische Federale Interim-Regering óók de oplossing der vraagstukken, liggende op 't gebied der verhouding van de Republiek tot de overige deelgebieden te kunnen vergemakkelijken. 70

De resolutie van Bandung en het daaruit voortgevloeide overleg tussen de deelgebied-gedelegeerden en de Nederlandse Regering moeten derhalve vooral ook worden gezien in het licht van het verlangen, om een concrete bijdrage te leveren tot het doorbreken van de vicieuse cirkel , waarin de dingen met betrekking tot de Republiek kennelijk waren geraakt. De woorden van minister Sassen, die de hoop kunnen versterken, dat deze verlangens niet ijdel zullen blijken, vinden dus zeker in de deelgebieden aangename weerklank.

5 November 1948 : Met betrekking tot de passage in de op 2 November in het Parlement uitgesproken Regeringsverklaring, handelend over de samenwerking der landaarden, zeide de commen tator : Reeds eerder heeft, zoals men weet, de Regering van Oost-Indonesië het belang van deze samenwerking in het licht gesteld. Samenwerking en bijstand, op voet van gelijkwaardigheid tot stand komend, en ,,van harte en in vrijheid gevraagd, om even van harte en in vrijheid te worden gegeven", gelijk de Minister President het enkele maanden geleden formuleerde. De Nederlanders in deze landen weten op grond hiervan, dat hun kennis, hun specialistische bekwaamheden en hun daadwerkelijke medewerking aan de voltooiing der nieuwe rechtsorde ook in het thans tot wasdom komende Indonesië welkom zullen zijn, mits slechts zij gegeven worden en tot uiting komen op een wijze, die elke gedachte aan vroegere dominerende verhoudingen of bet-weterige bevoogding uitsluit. En de Nederlander, die voor zichzelf de zin en de intrinsieke betekenis tradht na te gaan van hetgeen zich thans in Indonesië bezig is, te voltrekken ; die zich ten volle realiseert, dat de nieuwe vormen en gestalten, welke de toekomst van Indonesië zullen beheersen de vrucht zijn van een overleg, voor welks resultaten óók de Nederlandse Regering en de Nederlandse volksvertegenwoordiging de verantwoordelijkheid zullen aanvaarden, die Nederlander zal zonder gewetensbezwaar en zonder wrange bijsmaak zich kunnen openstellen voor hetgeen van Indonesische zijde ook van hem zal worden gevraagd.

17 December 1948 : Tegen 19 December werd in Oost-Indonesië bezoek verwacht van een republikeinse parlementaire „ vriendschapsmissie". Het zou een tegen-beleefdheid zijn ter beant71

woording van het bezoek, in 1948 door een ,,goodwill -missie" uit het Oost-Indonesische Parlement aan de Republiek gebracht. De critieke ontwikkeling der gebeurtenissen maakte op 't Aan laatste ogenblik overkomst der gasten onmogelijk. dit verwachte bezoek was het commentaar van deze avond gewijd. (Het zwaartepunt van het bezoek moet worden gezocht) in het contact op velerlei gebied, dat kan bijdragen tot het oproepen en zuiveren van de algemene atmosfeer, waarin de Indonesische nationalisten van buiten en in de Republiek elkander kunnen benaderen. Van de groeibodem dus, waaruit', tezamen met andere uitingsvormen, óók politieke inzichten en overtuigingen zich kunnen ontwikkelen. De algemene gesteldheid voor een dergelijk contact is, dunkt ons, niet ongunstig, zoals dit trouwens ook voor het bezoek der Oost-Indonesische missie aan Java het geval geweest is. Toen immer was kort tevoren, gesteund door de drie grote fracties in het Parlement, het (eerste ) Kabinet-Anak Agung tot stand gekomen, waarmede, naar men wel mag zeggen, de nationale politiek in deze Negara een volledige doorbraak had bereikt. Het was een politiek van eigen, Oost-Indonesische signatuur, waarin echter de nationaal- Indonesische idealen en ' t principe der politiek-economische eenheid van een democratisch, vrij en souverein, federatief gevormd Indonesië sterk op de voorgrond traden. Kort daarop was van de zijde der Regering te Djokja de openlijke en officiële erkenning van de N.I.T. gevolgd, en deze feiten bepaalden het politieke klimaat, waarin het goodwillcontact zich kon ontplooien. Ook nu zijn er factoren aan te wijzen, die bevorderlijk kunnen zijn, om zulk een contact goede vruchten te doen afwerpen. De republikeinse Minister-President, Drs. Moh. Hatta, heeft in zijn kort geleden te Djokja uitgesproken radiorede te kennen gegeven, dat het streven van de federalistische deelgebieden buiten de Republiek gezien moet worden als een belangrijk element in de ontwikkelingsgang naar het nationale Indonesische ideaal. Hatta keerde zich tegen de eertijd in zwang zijnde gewoonte, om deze federalistische deelgebieden als ,,marionetten-staten" te bestempelen, en betoogde integendeel met nadruk, hoe in die staten de nationale idee met niet minder overtuiging werd aangehangen, dan in de Republiek. Hij toonde waardering voor de positieve bijdragen, door de federalisten buiten zijn eigen territoir geleverd tot het streven, om de verwezen72

s de Ba

aakte

Tengk deze a

roepe epati

ere men

ara

lijking der souvereine V.S.I. in een voor gehéél Indonesië aanvaardbare vorm tot stand te brengen. Aan de andere kant heeft de Regering van Oost-Indonesië bij de jongste debaten in het Parlement gelegenheid gevonden, om ten duidelijkste te doen blijken, dat haar politiek krachtig gericht blijft op het bereiken ener gehéél Indonesië bestrijkende staatkundig-economi sche eenheid, en dat zij zich in géén geval ertoe zou willen lenen, om een instrument te worden van een streven, dat op een of andere wijze een isolering van de Republiek ten opzichte daarvan zou willen beHet zou de Regering van Oost-Indonesië don werkstelligen........ ook van harte hebben verheugd, indien aan de in te stellen F.I.R. , die Indonesië's onafhankelijkheid tot een realiteit zal moeten maken, van de aanvang af de Republiek haar krachten had kunnen en willen geven. Doch ook waar dit onbereikbaar blijkt zal er, voor zover dit van Mak: ssar afhangt, in het karakter dier F.I.R. zeker niets worden gelegd, dat door Djokja terecht als een belemmering tot toetreding zou kunnen worden aangevoerd. Wij mogen derhalve de verwachting koesteren, dat het bezoek der ,,vriendschaps-mis:ie" zal kunnen beantwoorden aan zijn doel : bevordering van een juist begrip van hetgeen men in beide staten vóór-

staat, en een door eigen aanschouwing gesteund inzicht in hetgeen in beider gebied kon worden opgebouwd.

73

DE

NEGARA

COMMENTARIEERT

ZICHZELF

23 Juli 1948 : De commentator maakt de balans op van de eerste zitting van het Voorlopig Vertegenwoordigend Lichaam in 1948, welke zitting op 20 Juli gesloten werd. Belangrijk is deze zitting vooral geweest in twee opzichten : één aspect daarvan betreft vooral het V.V.L. zèlf ; het andere is allereerst van het standpunt der Regering uit van gewicht. In de eerste plaats dan heeft, dunkt ons , de gang van de debatten blijk gegeven van groei en ontwikkeling der parlementaire practijk in deze Negara. Immerts, wie van de tribunes de verrichtingen van dit Parlement volgt en de vertogen aanhoort, die er worden gehouden, dient zich, om tot een billijke beoordeling te komen, te realiseren, dat velen van hen, die daar op de banken der leden zetelen, nog maar zeer kort kennis hebben gemaakt met de practijk van het „parlementaire bedrijf", en somtijds zelfs nog betrekkelijke nieuwelingen zijn in het politieke leven van onze Staat. Men moet tenslotte alles leren in het leven ; van elke nieuwe bezigheid moet men al doende routine krijgen. Een nieuw instrument, dat men te hanteren krijgt, moet men leren kennen en door 't practisch gebruik ervan het juiste inzicht veroveren in hetgeen men ermee kan doen, alsmede in de dingen, waarvoor het nu juist niet geschikt is. Dit hebben de Parlementsleden als ieder ander ondervonden......... Een enkel lid had daarbij enige steun aan zijn herinneringen uit de tijd van de voormalige Volk raad, maar voor verreweg de meesten was het parlementaire leven nog onontgonnen terrein en daardoor ook, laat het ons maar eerlijk zeggen, een terrein met voetangels en klemmen. Daarbij kwam dan nog, dat de ontwikkeling van de parlementaire practijk in Oost-Indonesië lang niet in alle opzichten in een sfeer van onbewogenheid en rustige bezinning heeft kunnen verlopen. Integendeel : zowel de eerste als de tweede zitting in 1947 werden getekend door voorvallen, deels rechtstreeks deze Negara betreffende , deels samenhangend met de algemene politieke ontwikkelingen in Indonesië, die ten nauwste aan de belangen en idealen van de Indonesische 74

bevolking raakten, en die derhalve tot hevige gemoedsbewegingeл aanleiding konden geven. Niettemin mag worden gezegd, dat bij een vergelijking tussen de sfeer en de tastbare resultaten der parlementaire bijeenkomsten van 't vorig jaar en de eerste zitting van 1948, er ongetwijfeld in vele opzichten een niet onaanzienlijk verschil ten gunste van deze laatste valt waar te nemen. De voorzitter van het Parlement heeft in zijn slotrede een respedtabel aantal agenda- punten kunnen opnoemen, die in deze zitting door de volksvertegenwoordiging zijn afgehandeld. waaronder enige wetsontwerpen, die voor de Negara van grote betekenis zijn. In deze zitting heeft het Parlement, in samenwerking met de Regering, de eerste Staatsbegroting voor Oost-Indonesië kunnen vaststellen, darmede tot afsluiting brengende de periode, waarin men- noodgedwongen overigens ― op budgetair gebied min of meer ,,op de goede gis" heeft moeten leven. Dit is een resultaat, dat, be.. zien uit een oogpunt van gezond staatsbeheer, zonder overdrijving baanbrekend voor het Indonesië van na de wereldoorlog mag worden ........ genoemd..... Wat echter vooral de thans geëindigde zitting aangenaam van haar voorgangsters heeft onderscheiden, is de mate van reële zin en van wil tot vruchtdragende samenwerking, die haar hebben gekenmerkt. Dalt de volksvertegenwoordiging, met behoud van al haar rechten, en opkomende voor haar positie als wetgevend orgaan en controdeur van het uitvoerend bewind, zich niettemin die verstandige en w 'aardige zelfbeperking bij de uitoefening harer functies kan opleggen, die voor ' t behoud der zo nodige continuïteit in ' t beheer van de zaken der Negara onontbeerlijk is, heeft zij in deze zitting ondubbelzinnig getoond. Het Parlement heeft de vorm gevonden, waarin het aan de Regering volledig duidelijk kan maken, in welke opzichten haar beleid near parlementair oordeel aanvulling of wijziging verdient, zonder daarbij uit het oog te verliezen, dat, zeker onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden, het voor elke Regering wel eens onmogelijk kan blijken, voel'stoots aan die verlangens tegemoet te komen, en zonder het erop aan te leggen, om ter wille van een verschil van inzicht, dat niet de kern van het staatsbeleid raakt, de Regering een stok tussen de benen te werpen.

75

Voor de Regering is deze Parlementszitting van belang geweest, omdat zij er de gelegenheid gevonden heeft, in haar schriftelijke en mondelinge verklaringen, zowel in eerste als in tweede termijn, haar politiek beleid ten opzichte van de overheersende problemen van de dag in vaste omlijning en volledig ,,uit de verf" voor de volksvertegenwoordiging af te schilderen. Na deze parlementaire debatten van Juni en Juli behoeft er, in noch buiten Oost-Indonesië, in dat opzicht geen twijfel meer te bestaan.

Ferd aan

3 September 1948 : Reed in de Conferentie te Denpasar, die leidde tot de vorming van de Staat Oost-Indonesië, heeft het begrip ,,daerah" een belangrijke rol gespeeld. Bij die besprekingen werd het woord echter nog vooral gebruik in de zin van ,,landstreek" , een geografisch gebied van groter of kleiner omvang, waarvan de bewoners in sociaal-economisch en cultureel opzicht een vrijwel homogene gemeenschap vormden.........

913 0 ewee die d bere

Het is de kracht geweest van de Regering van Oost-Indonesië, dat zij niet heeft getracht, om door ,,van boven opgelegde" beslissingen in dit opzicht tot snelle resultaten en éclatante successen te geraken. Steeds is het haar streven geweest, het proces van democratisering van het staatsbestel zoveel mogelijk ,,van onder op" tot ontwikkeling en rijping te doen komen. Waar dat nodig was en ge76

gema zich

Deeft Octob

De

wi 2, va Sta

良品

Bij de practische uitwerking......... heeft in het staatsbestel van de N.I.T. de ,,daerah" een functie gekregen, welke men het best zou kunnen karakteriseren als die van een autonome provincie van de Staat. In het algemeen gold hierbij de eis, dat zulke autonome delen niet te gering van omvang of in economisch opzicht te weinig draagkrachtig zouden mogen zijn. Wetgeving, bestuur, sociale zorg en publieke werken, justitie en politie, alsmede voorziening of tegemoetkoming in bepaalde culturele behoeften : dat alles vereist in een op moderne leest geschoeide en democratische gemeenschap een zeker peil van outillering, van organisatie en van personele en materiële voorzieningen, waaraan kleine en financieel weinig draagkrachtige gebieden uiteraard niet kunnen beantwoorden. De ,, daerah" diende dus, wilde zij de haar toegedachte functie naar behoren kunnen vervullen,......... groter van omvang, hoger in rang, moderner toegerust en democratischer georganiseerd te zijn don vele vanouds bestaande zelfbesturende landschappen.

gen oefte haar

wenst werd, heeft zij met adviezen en met daarwerkelijke steun terzijde gestaan, maar bij voortduring is ' t haar streven geweest, om de bevolking van de betrokken landstreken en haar bestuurders zelf, naar eigen inzicht, en zo nauw mogelijk aansluitend bij eigen traditie en behoefte, de vormen te laten vinden, waardoor het haar mogelijk werd, haar functie in de nieuwe staatkundige verhoudingen op de juiste wijze te vervullen......... Die ontwikkelingsgang is niet altijd even gemakkelijk gebleken . Het ,,zoveel hoofden, zoveel zinnen" heeft zich daarbij somtijds laten gelden, en veler ongeduld betreurde wel eens de tijd, die daarmede heenging. Toch is dat géén ,,verloren" tijd geweest. Want juist doordat zo veler mening zich over de vragen, die de nieuwe tijd opwierp, heeft kunnen uitspreken ...... ... heeft men bereikt, dat de nieuwe staatkundige structuur niet slechts voor de ,, happy few" , maar in breder en dieper lagen der bevolking beteke nis heeft gekregen.........

15 October 1948: Bij de aanvang van de tweede zitting van het V.V.L. in 1948, op 16 October geopend. Deze Parlementszitting komt, als we het aldus mogen formuleren,

bijeen in een rustige sfeer temidden van een woelige wereld en een helaas in sommige streken opnieuw zeer woelig geworden Indonesië. Als wij de blik beperken tot onze eigen Negara, mogen we, zo dunkt ons, vastellen, dat er met betrekking tot de politieke verhoudingen in de Staat een bevredigende mate van stabiliteit ontwikkeld is. Donkere politieke wolken hebben zich dan ook thans niet aan de parlementaire hemel vertoond, en de verwachting lijkt gerechtvaardigd, dat de ontmoeting tussen Regering en Volksvertegenwoordiging geen aanleiding zal behoeven te geven tot dramatische effecten . Het Kabinet-Anak Agung is er, sedert zijn optreden in het einde van het vorig jaar, in geslaagd, het vertrouwen te winnen van brede groeperingen in Oost -Indonesië. Al kan ook in deze parlementaire zitting een zeker verschil van inzicht en opvatting tussen de Regering en bepaalde volksvertegenwoordigers met betrekking tot enkele onderwerpen tot uiting komen,......... toch mag wel worden gezegd, dat de beginselen, waarop de Regering zich baseert, en de algemene richtlijnen van beleid, welke zij getrokken heeft, de instemming van 't grote merendeel der Parlemensleden zullen kunnen vinden. Het thans zittende Kabinet heeft van de aanvang af welbewust een koers gevaren, die bij hen, die in den beginne misschien nog zekere 77

bezorgdheid gevoelden, of de Indonesische nationalistische idealen te Makassar wel even veilig waren, als dit elders het geval scheen, onmiskenbaar vertrouwen heeft gewekt. Krachtig heeft het Kabinet gestreefd naar de voltooiing van de interne staatkundige structuur van Oost-Indonesië, en naar 't scheppen van de vormen en de organismen, die de Indonesische bevolking binnen het gebied van de Staat gelegenheid zouden schenken, op verschillende terreinen van 't maatschappelijk leven zich tot zelfwerkzaamheid te ontwikkelen, en zelf de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken te dragen. Overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheid aan Indonesische figuren of colleges heeft, op verEchillend niveau, in de loop van dit jaar meermalen in verschillende streken der Negara kunnen geschieden ; ten opzichte van de voltooiing der daerah-vorming kan de Regering, ook al is in dit opzicht het nieuwe staatkundige bouwwerk nog niet volledig ,,onder de kap", niettemin op tastbare resultaten wijzen, die belangrijk zijn, en die aantonen, hoezeer het haar met de volvoering harer aangekondigde voornemens ernst is gebleven. Ook op breder terrein, betreffende de vorming van de Federatie, die geheel Indonesië zal omvatten, heeft de Regering te Makassar niet stil gezeten. Krachtig gestuwd door haar nationalistische opvattingen en welbewust geleid door de overtuiging, dat vrijheid in eigen leven sfeer met de noodzakelijke politieke en economische eenheid van de Indonesische Archipel kan worden verbonden door 't scheppen van de federatieve structuur voor de vrije en onafhankelijke Negara Indonesia Serikat, heeft de Regering van Oost-Indonesië haar stuwkracht en haar intiatief aangewend, om een spoedige verwezenlijking van dit doel zoveel mogelijk te bevorderen. Ook op dit gebied zal zij , zo mogen wij aannemen, niet met ledige handen voor het Parlement behoeven te treden. 12 November 1948 : De behandeling der zeer belangrijke Regeringsverklaringen over de te verwachten vorming der F.I.R. in de tweede zitting van het Parlement gaf de commentator aanleiding, aan het slot van zijn betoog speciale aandacht te schenken aan de geest, waarin het Parlement zijn taak hierbij had vervuld. Dit praatje mogen wij niet besluiten, zonder een enkel woord te hebben gezegd omtrent de stijl, waarin de parlementaire behandeling van deze uiterst belangrijke aangelegenheid heeft plaat gehad. Dan

78

mogen wij constateren, dat de ontmoeting tussen Regering en Volksvertegenwoordiging niet alleen met goed resultaat, maar ook in een bizonder aangename sfeer verlopen is. Het Parlement heeft in de wijze, waarop het zich van de behandeling der der Regeringverklaring heeft gekweten, een grote mate van zelfbeperking en een gezonde zin voor zakelijkheid en realiteit aan de dag gelegd. Dit kwam reeds tot uiting in het aantal der sprekers, die over de verklaring het woord hebben gevoerd : intern overleg in de verschillende fracties maakte het mogelijk, dat aantal reeds in eerste termijn tot vijf te beperken, terwijl in tweede termijn slechts drie sprekers het woord verlangden. Naast dit uiterlijke feit, als symptoom van een gezonde ontwikkeling der parlementaire practijk niet zonder betekenis, was vooral ook van belang de toon, waarin de verschillende redevoeringen waren gesteld. Hebben we het in vroegere vergaderingen wel eens meegemaakt, dat enkele sprekers zich op de vloedgoef hunner sentimenten lieten meevoeren naar de grillige kusten, waar gewaagdheid van perspectief en stoutheid van verbeelding méér telden dan nuchter oordelende zakelijkheid, ditmaal was dit ongetwijfeld niet het geval. De omstandigheid, dat het onderwerp, dat ter sprake kwam, ten nauwste samenhangt met de politieke ideologie en de diepst gekoesterde verlangens van vrijwel alle afgevaardigden, heeft hun toch niet belet, met nuchter verstand en in loffelijk koele zakelijkheid de mérites der Regeringsverklaring te beoordelen, en hun standpunt ten opzichte daarvan te bepalen in gezonde overweging der beschikbare mogelijkheden. Het parlementaire debat heeft daarbij gewonnen en het belang der bevolking van onze Staat was daardoor ongetwijfel op de beste wijze gediend. Terecht heeft dan ook de Minister-President aan het slot der vergadering, die haar vertrouwen in het kabinetsbeleid had uitgesproken, uit naam der Regering enkele woorden van erkentelijkheid gericht tot het Parlement voor de wijze, waarop het zijn taak bij deze gewichtige zaak heeft opgevat. En het volk van Oost-Indonesië zal uit de loop der debatten de zekerheid kunnen putten, dat zijn vertegenwoordiging zich van die taak niet maar ,,met een Jantje van Leiden heeft afgemaakt", doch dat het vertrouwen, door het Parlement aan 't beleid van de Regering geschonken, op grondige overwegingen en op een stevige overtuiging berust.

79

178749

17 December 1948: In het commentaar, gewijd aan het verwachte bezoek van de republikeinse „,vriendschapsmissie" , analyseerde woordvoerder de positie van de N.I.T. als volgt:

de

Al moge ook de betrekkelijk korte tijd van 't verbijf de gasten geen gelegenheid bieden, verder afgelegen streken onzer Negara te bezoeken, zij zullen toch zeker zó veel kunnen zien en horen, dat zij een sterke indruk mee naar huis zullen kunnen nemen van een Staat, die, onder de gunstige condities van algemene veiligheid, rust en rechtszekerheid, gestadig en vasthoudend, zonder overijling enerzijds, maar toch ook met de spankracht ener weloverwogen voortvarendheid anderzijds , gedurende de twee jaren van zijn bestaan er tot op zeer grote hoogte in geslaagd is, de verantwoordelijkheid en het beheer over 't eigen autonome huis tot een duidelijk voelbare realiteit te maken. De missie zal kunnen constateren, hoe hier in Oost-Indonesië, zonder éclatante tribunesuccessen weliswaar, maar daarom met niet minder doorzettingsvermogen, in snel tempo het eigen apparaat werd opgebouwd en in werking gebracht, dat de bevoegdheden en verplichtingen, tevoren door anderen verzorgd, in Indonesische handen heeft kunnen nemen, en onder eigen Indonesische verantwoordelijkheid doet vervullen...... Onze gasten zullen zeker ook getroffen kunnen worden door de wijze, hoe in dit land, waarin de Zelfbestuurders een zo belangrlijk element vormen, in redelijk overleg een oplossing kon worden gevonden voor de nieuwe verhoudingen van de Zelfbesturen ten opzichte van de democratische orde in de N.I.T. Zij zullen daarbij kunnen constateren, hoe op grond van deze oplossing allengs een harmonische wisselwerking zich ontwikkelt tussen de eisen en verworvenheden van modern-democratisch staatsbestel, en de waarlijk levende elementen van traditionele adatrechtelijke structuur. Zij zullen, tenslotte, niet blind blijven voor hetgeen hier inzake ontwikkeling van het onderwijs, bestrijding van het analphabetis me, economische ontplooiing en sociale verhoudingen werd ter hand genomen. De ,,vriendschaps-missie" zal dan ook, zo dunkt ons, naar Java kunnen medenemen het beeld van een Staat, waar politieke beginselen worden beleden, die evenzeer als in de Republiek zich richten op de volledige vrijwording van Indonesië, en die, gedragen door een sterk besef van eigen kracht en eigen volkskarakter, zich kenmerken door 80

6

een typisch Oost-Indonesisch-nationale signatuur, die tegenover invloeden van welke zijde ook zichzelf wil blijven en zelfstandig eigen koers bepaalt. 24 December 1948 : Geheel dezelfde geest ademde het commentaar ter gelegenheid van de „ Negara-Dag", waaruit de hier volgende passage is gelicht: Niettemin is er toch grond voor een dankbaar erkennen van hetgeen, binnen de grenzen van onze eigen Staat, gedurende de twee jaren van zijn bestaan kon worden bereikt en tot stand gebracht. Misschien zelfs zouden wij, in plaats van dat zoëven gebruikte woord ,,niettemin" nog beter kunnen zeggen : „,juist nu". Juist nu, temidden van de felle en in sommige opzichten verwarrende indrukken van het ogenblik; juist nu, waar de gang der gebeurtenissen zekere verwachtingen, welker vervulling wij de laatste maanden en weken in snel tempo meenden te zien naderen, tijdelijk weer deed terugwijken in een verder gelegen verschiet ; juist nu, bij de wrange teleurstelling, omdat uiteindelijk toch een oplossing van het Indonesische probleem uitsluitend langs de weg van vreedzaam overleg onbereikbaar bleek ; juist nu, temidden van dit alles, kunnen wij sterker dan ooit de behoefte gevoelen, de zoekende blik rust te geven op een vast punt, op een concreet object, waaraan wij ,,hou-vast" hebben, en dat ons een veilige basis kan verschaffen, van waaruit wij , als de omstandigheden daartoe gunstig worden, opnieuw in de toekomst zullen kunnen zien en opnieuw de aanloop zullen kunnen nemen naar het doel, dat wij dan andermaal voor ogen zullen hebben. Wat is natuurlijker en begrijpelijker, dan dat wij dat vaste punt, die veilige basis, trachten te vinden in onze eigen onmiddellijke omgeving, in de levensvormen en levensuitingen, die ons vertrouwd zijn en in welker ontstaan en beweging wij zèlf een werkzaam en verantwoordelijk aandeel hebben ? Wat is natuurlijker dan dat wij ons vertrouwen sterken, onze daadkracht voeden en ons idealisme stalen, door onze aandacht thans allereerst te richten op de dingen van onze eigen Staat, op de vastgetekende contouren van dit Oost-Indonesisch vaderland ? Het kan stemmen tot grote dankbaarheid, dat de twee jaren van autonoom bestaan, waarin de ingezetenen van dit gebied, in eendrachtige samenwerking tussen de verschillende landaarden, die elkander ale gelijkwaardig erkennen en waarderen, in gemeenschappe81

178749

lijke inspanning van onderscheiden volksgroepen, staatkundige en Eociale groeperingen, hebben gearbeid aan opbouw en ontplooiing van Oost-Indonesië, inderdaad konden resulteren in een hecht gehéél, dat ons nu tot betrouwbare basis kan dienen………………………

14 Januari 1949: Op 12 Januari kwam het tweede Kabinet-Anak Agung tot stand. In zijn beschouwing, aan dit nieuwe Kabinet gewijd, zeide de commentator o.a.:

In dit opzicht leven wij in Oost-Indonesië in een phase van gestadige ontplooiing en consolidering van parlementaire en bewinds . practijk, die nog niet geheel is afge:loten, doch waarvan wellicht met deze kabinetsformatie opnieuw een verder punt van ontwikkeling is bereikt. Immers, het democratische systeem der parlementaire verantwoordelijkheid vereist, dat de gedragslijn der Regering en de algemene richtlijnen van haar politiek beleid worden bepaald in overeenstemming met de vertegenwoordiging des volks , zodat dit beleid . als gehéél bezien, de uitdrukking kan zijn van datgene, wat door die maatschappelijke groeperingen, die tot het dragen van staatkundige mede-verantwoordelijkheid in staat zijn, als juist, alls nuttig en noodzakelijk wordt aangevoeld. Een Regering van een democratische staat leeft, indien de politieke verhoudingen in die staat gezond zijn, in hetzelfde politieke klimaat als de meerderheid van de volksvertegenwoordiging. Daarnaast echter mag niet uit het oog worden verloren, dat de Regering als zodanig een eigen werkingssfeer bezit, dat zij in haar uitvoerend bewind en in haar eigenlijke regeertaak eigen verantwoordelijkheid draagt, door welke zij zich moet laten leiden en waardoor haar gedragslijn ten opzichte van allerlei onderwerpen wordt bepaald. Het Parlement heeft steeds de mogelijkheid, het gevoerde beleid te toetsen aan de beginselen, welke in de volksvertegenwoordiging domineren, maar dit sluit niet in, dat de Regering in alle omstandigheden slechts met machtiging -vooraf van het Parlement zou kunnen optreden. Daadkracht en besluitvaardigheid zouden dan ernstig in 't gedrang komen . Ook bij deze kabinetsformatie hebben de partijen, die hierbij betrokken waren, dit aldus begrepen, en al zal uiteraard, waar het aangelegenheden van bizonder belang betreft, de Regering er prijs op stellen, het gevoelen van fractieleiders en andere politieke figuren 82



Men mag verwachten, dat de verhouding tussen deze Regering en de Volksvertegenwoordiging zich op een gezonde basis zal ontwikkelen.

Lad dod

ga

als

re de

re

te vernemen, in de practijk zal zij toch als Regering, die waarlijk regéért, binen haar eigen sfeer van bewindvoering en uitvoerende taak uit eigen oordeelskracht moeten handelen, en zal door de repressieve contrôle en het toetsings -recht van het Parlement de goede samenwerking met de volksvertegenwoordiging moeten worden gewaarborgd.

4 Mrt. 1949 : Dat de belangrijke ontwikkelingen in het federale vlak de Regering het gewicht van het ‫ رو‬bouwen aan eigen huis” in de Negara niet uit het oog deden verliezen, werd meermalen in de Vrijdagavond- Commentaren tot uitdrukking gebracht. Een voorbeeld hiervan leveren de volgende passages.

Oost-Indonesië heeft in de loop van 1948, en ook nu weer, een belangrijk aandeel kunnen nemen in de dingen, die de opbouw van de Indonesische Federatie raken. Maar dit is vooral mogelijk geweest, doordat het eerste levensjaar van onze Staat gevuld is geweest door een proces van consolidering en stabilisering, van weloverwogen organisatie in verschillende sectoren van zijn openbare leven en van innerlijke versteviging. Als resultaat van dit proces kon de Negara als staatkundige organisatie èn als volksgemeenschap gezond van leven worden, en ook naar buiten tot krachtsonwikkeling in staat. Op deze basis kon Oost-Indonesië de dingen, die het zich eerst zèlf eigen had gemaakt, op zijn beurt weer aanwenden tot profijt van een ruimere gemeenschap ; daardoor kon ' t, van een eigen standpunt en een op eigen ervaring steunende overtuiging uit, problemen van wijder strek king mede tot oplossing helpen brengen. Dit proces van verdere completering der interne structuur en voltooiing van organisatie, op onderscheiden maatschappelijk gebied, heeft in Oost-Indonesië zijn eindstadium nog niet bereikt. Gestadige zorg en weldoordachte voorbereiding van de zijde der Overheid worden daartoe nog steeds vereist, maar in niet mindere mate ook de toewijding en gestadige inspanning van allen, die in deze Staat in een of ander opzicht op de voorgrond treden als leiders en dragers van maatschappelijk leven. Uiteindelijk is getrouwe en geconcentreerde verrichting van eigen taak en functie door ieder lid der Oost-Indonesische gemeenschap daarvoor onontbeerlijk. Het ,,bouwen aan eigen huis" is nog lang niet afgelopen. Want, al staat dit Negara-huis nu op een stevig fundament, al is de structuur wèldoortimmerd en de bedekking tegen weer en wind 83

178749G

bestand, véél valt er nog te doen, om die woning te verfraaien, gerieflijker en doelmatiger te maken, en er allerlei in aan te brengen, waardoor zij voor hen, die er huisvesting vonden, inderdaad ten volle ,,bewoonbaar" wordt. Hierbij kunnen wij dan in ' t bizonder denken aan het werk, dat er in verschillende Daerahs nog te doen valt. De ring dezer dertien Daerahs, die integrerende organen vormen in het lichaam van de Staat, is thans gesloten deze gebieden met hoog opgetrokken regionale autonomie zijn in de loop der achter ons liggende jaren tot tastbare verschijningen gevormd. Besturende organen werden in het leven geroepen ; de autonome werkingssfeer werd afgebakend ; in de meeste dezer ,,autonome provincies" hebben ook de regionale vertegenwoordigingen hun taak aanvaard. Maar met dit alles is nog niet gezegd, dat óók uit het oogpunt van practische toepassing der verkregen autonome bevoegheden en daadwerkelijke vervulling der overgedragen taak het eindstadium reeds zou zijn bereikt . Integendeel tussen practische verwezenlijking en theoretische bevoegdheid ligt veelal nog een vrij brede marge. Enige Daerahs zijn nog bezig met de voltooiing der organisatie van hun secretariaat en van andere administratieve en technische aparaturen, die nodig zijn om de opgedragen overheidszorg practisch te effectueren en de bestuurstaak volledig uit te oefenen. Alle aandacht en geconcentreerde inspanning wordt hiervoor vereist, wil men inderdaad bereiken, dat de Daerah binnen korte tijd in staat zal zijn, binnen haar autonome sfeer die bemoeienissen en zorg te produceren, die in een modern georganiseerd staatkundig bestel de ingezetenen met reden van hun plaatselijke of gewestelijke overheden mogen verwachten. Elders, waar de opbouw der technische apparatuur niet meer de voornaamste moeilijkheid vormt, ontmoet men soms factoren van andere aard, die een snelle practische ontplooiiing der Daerahfuncties kunnen vertragen. Daerah-vorming berust in de eerste plaats op het principe van federering. Voor het goed functioneren ener Daerah is het dus van belang, in welke mate de samenstellende delen daadwerkelijk bereid blijken, om bevoegdheden en taken uit de eigen meer locale sfeer over te dragen aan de Daerah-organen, teneinde ze door deze op hoger nîveau, met betere technische outillering en dus met grotere verfijning en verhoogd profijt voor de bevolking te doen verrichten. In enkele Daerahs ontmoet men verschijnselen, die erop wijzen, dat men zich daar de draagwijdte van eigen bevoegdheden en de omvang van eigen autonome werkingssfeer nog onvoldoende helder realiseert. Het be84

ginsel der decentralisatie van taken en bevoegdheden, dat bij de Daerah-vorming tot uiting komt, blijkt nog niet overal in zijn consequenties te worden overzien. Het gevolg is dan, dat men voor de verwezenlijking van bepaalde wensen en het treffen van voorzieningen ten onredhte naar de centrale Regering der Negara blijft uitzien, terwijl in feite de autonome Daerah zèlf de bevoegdheden en de plicht heeft, om deze zaken in eigen sfeer ter hand te nemen. Aan de andere kant vinden wij bij Daerah-organen af en toe de neiging, om de grenzen der verkregen autonomie te overspannen en zich te begeven op gebieden, die niet tot de Daerah-taak kunnen worden gerekend, en waarvoor de Daerah-organen dan ook niet geoutilleerd zijn en geen verantwoordelijkheid kunnen dragen. Dit is steeds te betreuren, omdat daardoor in de betrokken Daerah de aandacht en de energie der organen dreigt te worden afgeleid van hun werkelijke taak. Eén der symptomen van hetgeen wij hier op 't oog hebben, is de in de afgelopen weken hier en daar gebleken neiging van regionale of plaatselijke raden, om zich te begeven in debatten, somtijds ook in uitspraken, over onderwerpen, die de politieke ontwikkelingen in het federale vlak en de daarmede verbonden internationale aspecten betreffen. Wij hebben dit verschijnsel ook in Nederland wel eens aangetroffen, waar bijv, bepaalde gemeenteraden niet de verleiding konden weerstaan, om over zaken van algemene landspolitiek moties te produceren. In Nederland viel het overigens op, dat zulke excursies buiten het terrein van hun bemoeienis vrijwel uitsluitend voorkwamen bij die enkele raden, die in ' t behartigen der gemeentelijke belangen het minst succesrijk werkten . Het valt gemakkelijk in te zien, dat de vergaderzalen van locale en regionale colleges niet de juiste plaatsen kunnen zijn tot vruchtbare gedachtenwisseling over zaken van zo wijde strekking. Men beschikt er uiteraard niet over voldoende juiste en volledige gegevens, zodat bij de raadsleden zelf en bij het publiek, dat het debat volgt. begripsverwarring in de hand gewerkt wordt. Een ernstig bezwaar is bovendien, dat een eventuele uitspraak van een college over een onderwerp, dat buiten zijn eigen bevoegdheidssfeer valt, en ten opzichte waarvan het dus ook geen enkele verantwoordelijkheid kan dragen, zeer licht in de ogen van ' t publiek een gezag verkrijgt, dat daaraan niet toekomt. In feite immers heeft men in dergelijke gevallen niet te maken met een door ambtelijke of publiekrechtelijke verantwoordelijkheid gedekte uitspraak, doch met een meningsuiting van een groep 85

personen, welke op één lijn moet worden gesteld met die van andere particulieren of niet-ambtelijke instanties. Juist in de tegenwoordige tijd, waarin tal van ingewikkelde en netelige problemen de aandacht der Regering vragen, is het van belang, zich te realiseren, dat dergelijke vraagstukken alleen met goed resultaat kunnen worden behartigd door de instanties, die daartoe geoutilleerd zijn, en vooral : die daarvoor als Regering verantwoordelijkheid dragen jegens de volksvertegenwoordiging . Dit betekent geenszins, dat omtrent deze onderwerpen geen verschil van staatkundig inzicht tussen individuen of politieke groeperingen kan bestaan, en dat dit niet langs de daartoe openstaande wettige wegen tot uitdrukking zou kunnen komen. Doch deze verschillende opvattingen en zienswijzen zullen toch uiteindelijk moeten resulteren in de ene officiële stem van de Negara, nl. die van de Regering, die haar beleid in samenwerking met het Parlement en in verantwoordelijkheid jegens de volksvertegenwoordiging bepaalt. Wij hebben aan het hier behandelde verschijnsel vooral enige aandacht besteed , omdat het typisch illustreert, waarin bij een staatkundige organisatie, die met name in haar moderne regionale en meer locale vormen nog betrekkelijk nieuw is, zich door gebrek aan ervaring en een daarop steunend inzicht moeilijkheden kunnen voordoen ......... De belangrijke dingen, die zich met betrekking tot de toekomst van Indonesië elders afspelen, en waarin ook Oost -Indonesië een constructief aandeel tracht bij te dragen, ontheffen ons zeker niet van de plicht, onze volle toewijding te blijven schenken aan de zaken van de eigen Negara en C ieder naar eigen vermogen of talent en overeenkomstig de functie, die men in het bestel der Oost-Indonesi sche samenleving vervult - ons in te spannen, om het leven dier Negara in al haar geledingen gezond, harmonisch en sterk te maken . Allen tezamen leveren wij juist daardoor de beste bijdrage tot het toekomstig welzijn van 't geheel der toekomstige vrije en souvereine V.S.I.

8 April 1949 : Het probleem der „productie van overheidszorg” door de ,, Daerah-machinerie” werd een maand later door de commentator nogmaals uit een andere gezichtshoek in een critisch licht geplaatst. Men heeft zich (in enkele streken) van de inmiddels verkregen regionale autonomie grote, om niet te zeggen te hoog gespannen, 86

sch var eid e Mate ch

dele tech

sche orga Tert ing eni

verwachtingen gemaakt. De practijk der eerste maanden na de effectuering van deze autonomie bracht dientengevolge onvermijdelijk in verschillende opzichten ontnuchtering en teleurstelling : men moest ervaren, dat autonomie niet slechts betekent een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid in staatkundig opzicht, maar in niet mindere mate de verplichting, om op eigen verantwoordelijkheid en met eigen krachten en middelen de materiële en sociale belangen der bevolking van het autonome gebiedsdeel te verzorgen. De mogelijkheden daartoe, met geestdrift tegemoet gezien, leverden in haar practische uitvoering verschillende bezwaren op, ten dele voortspruitend uit een nog niet in volle omvang beschikbare technische aparatuur, grotendeels echter ook uit het ontbreken van de noodzakelijke ervaring en het doorzicht in administratieve en technische aangelegenheden. De nieuwe Daerah-secretariaten en verdere organen van regionale overheidszorg misten aanvankelijk voldoende vertrouwdheid met het ,,métier" der bestuursvoering en der vervulling van de overheidstaak. Het gevolg is hier en daar geweest, dat het enige tijd moest duren, alvorens de Daerah-machinerie inderdaad soepel en efficiënt ging draaien, en aanvankelijk somtijds tekort schoot in het produceren van de practische overheids -verzorging, waarop de bevolking der betrokken streken aanspraak mocht maken. Hierdoor werd een gevoel van onbehagen gewekt ......... Ook in de sfeer dergenen, die op enigerlei wijze practisch bij het Daerah-bestuur bertokken waren, wekten de moeilijkheden aan de daadwerkelijke ten uitvoerlegging van hun taak verbonden, somtijds na de eerste geestdrift, waarin men zich deze moeilijkheden te weinig voor ogen had gesteld, een reactie van ontnuchtering. Men zocht naar een verklaring en een verontschuldiging hiervoor, en het effect waren in vele gevallen verwijten tegen de Regering, bij wie men ten onrechte de oorzaak der teleurstelling meende te moeten zoeken. Het was een reactie, die wij dezer dagen niet onjuist hoorden vergelijken met die van iemand. die bezig is zich de kunst van fietsen eigen te maken. Als hij bij die oefeningen komt te vallen of tegen een boom oprijdt, is in negen van de tien gevallen schier automatisch de eerste verzuchting : „ Die ellendige fiets !" In werkelkheid echter heeft niet het rijwiel, maar alleen de nog onvoldoende bedrevenheid van de berijder, met het ongelukje iets te maken.

87

Prijs p. ex.

$2,25. 3.50

To avoid fine, this book should be returned on or before the date last stamped below 5M-2-54-76771

1

195 26 4 MAR

13-797-54

DATE

NAME

DATE

178749

federatie . De en staat over Makassar van stem

M .van Indonesia East inisterie Voorlichting

Manufacturedby GAYLORD BROS. Inc., Syracuse, N. Y. Stockton, Calif.

178749